IVM OPI_2. Gepast gebruik zwakwerkende opioïden
OMSCHRIJVING | Percentage patiënten zonder aflevering van een zwakwerkend opioïd binnen alle patiënten van 18 jaar en ouder in de apotheek |
---|---|
Rapportageperiode | Voorafgaande 3 maanden |
Medicatie | Zwakwerkende opioïden: N02AX02 (tramadol), N02AJ13 en N02AX52 (tramadol met paracetamol), N02AJ06 (codeïne met paracetamol), R05DA04 (codeïne) |
Aflevering WMG | Aflevering van een WMG-geneesmiddel in de rapportageperiode of de voorafgaande 21 maanden, als indicatie voor de praktijkpopulatie. |
Aflevering zwakwerkend opioïd | Aflevering ‘zwakwerkende opioïden’ in de rapportageperiode. |
Passant | Een passant is iemand die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen |
Selecties | Exclusie: ‘passant’ Inclusie: patiënten van 18 jaar of ouder A: Aantal patiënten met een ‘aflevering WMG’ door de huisarts B: Aantal patiënten zonder ‘aflevering zwakwerkend opioïd’ |
Teller | B |
Noemer | A |
Percentage | B / A |
Streefwaarde | Voor het voorschrijfvolume is geen streefwaarde te bepalen. Deze hangt sterk samen met onder meer leeftijd en gezondheid van de praktijkpopulatie. |