8 maart 2001, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 136 Nr 31
Apotheekhoudende huisartsen schrijven meer receptgeneesmiddelen voor dan hun collega-huisartsen op het platteland. Ziekenfondsverzekerden die een beroep doen op een apotheekhoudende huisarts krijgen ongeveer 10% meer geneesmiddelen voorgeschreven. Het Nederlandse beeld sluit aan bij de bevindingen van de World Health Organisation die meldt dat studies in verschillende landen aantonen dat apotheekhoudende huisartsen de neiging hebben om meer geneesmiddelen voor te schrijven dan hun collega's die geen geneesmiddelendistributie erbij doen.
Apotheekhoudende huisartsen
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn er in Nederland zo'n 640 apotheekhoudende huisartsen. Dit betekent dat 9% van de gevestigde huisartsen apotheekhoudend is. De apotheekhoudende huisartsen zijn gevestigd in plattelandsgebieden waar geen apotheekvoorziening is. Volgens het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) maken 1,5 miljoen Nederlanders gebruik van een apotheekhoudende huisarts. Een gemiddelde apotheekhoudende huisarts bedient 2.350 personen. Dit is gelijk aan de normpraktijk die het College Tarieven Gezondheidszorg hanteert bij de berekening van de tarieven voor een reguliere huisartsenpraktijk.
Geneesmiddelengebruik ziekenfondsverzekerden
Het CVZ constateert dat ziekenfondsverzekerden die aangewezen zijn op een apotheekhoudende huisarts in 2000 gemiddeld 7,63 WTG-geneesmiddelen (geneesmiddelen die uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn) verstrekt hebben gekregen via de apotheekhoudende huisarts zelf. Dit is één procent lager dan het door het CVZ berekende landelijk gemiddelde geneesmiddelengebruik van ziekenfondsverzekerden. Onderzoek van de Stichting Farmaceutische Kengetallen wijst uit dat het geneesmiddelengebruik op het platteland 8% lager ligt dan het landelijk gemiddelde. Dit impliceert dat patiënten die behoren tot een apotheekhoudende artsenpraktijk tenminste 7% meer receptgeneesmiddelen gebruiken dan patiënten die een beroep doen op een plattelandshuisarts die zelf geen geneesmiddelen verstrekt.
Met specialistische recepten naar apotheek
Het verschil in voorschrijfgedrag tussen een apotheekhoudende huisarts en een gewone huisarts is groter dan 7%. Eerder onderzoek van het CVZ toont namelijk aan dat patiënten van apotheekhoudende huisartsen in diverse gevallen uitwijken naar een openbare apotheek. Dit gebeurt met name bij geneesmiddelen die in de apotheek bereid moeten worden. Via de openbare apotheek worden er per persoon meer dan drie keer zo veel apotheekbereidingen verstrekt als via de apotheekhoudende huisarts. Volgens ditzelfde onderzoek wijken sommige patiënten van apotheekhoudende huisartsen ook uit naar een gewone apotheek uit bij geneesmiddelen die zijn voorgeschreven door een medisch specialist. Veelal gaat het hierbij om duurdere geneesmiddelen. Van alle receptgeneesmiddelen die openbare apotheken in 2000 hebben verstrekt is bekend dat 80% is voorgeschreven door een huisarts en 16% is voorgeschreven door een medisch specialist (zie figuur 1). De door de specialisten voorgeschreven geneesmiddelen kosten gemiddeld twee keer zo veel als de geneesmiddelen die op voorschrift van een huisarts worden verstrekt. Doordat de patiënten van apotheekhoudende huisartsen hun geneesmiddelen soms elders betrekken, geven de statistieken een vertekenend beeld van het voorschrijfgedrag van apotheekhoudende huisartsen. Er is sprake van een onderschatting van enkele procenten. Het verschil in voorschrijfgedrag tussen een apotheekhoudende huisarts en een gewone huisarts beweegt zich feitelijk rond de 10%.
Figuur 1: receptgeneesmiddelen die via de openbare apotheek zijn geleverd, naar voorschrijver
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.