1 december 2001, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 136 Nr 2
Aan het begin van dit jaar heeft het College voor Tarieven in de Gezondheidszorg (CTG) de receptregelvergoeding die openbare apotheken maximaal in rekening mogen brengen bij het afleveren van receptgeneesmiddelen verhoogd van ƒ11,85 naar ƒ12,45. Deze bijstelling volgt uit het convenant dat de Minister van Volksgezondheid en de KNMP op 8 oktober 1999 gesloten hebben. In samenhang met de verhoging van het kortingspercentage van 6,82% dat apothekers verplicht moeten doorberekenen in de geneesmiddelenprijzen, voorziet dit akkoord in een stapsgewijze verhoging van het tarief gedurende de jaren 2000 tot en met 2002.
Praktijkkostenvergoeding
Het CTG heeft de praktijkkostenvergoeding voor de door haar gedefinieerde normapotheek bijgesteld van ƒ677.000 naar ƒ733.000. Naast de jaarlijkse prijsmatige bijstelling hangt de verhoging samen met de tweede tranche binnen de herijkingsperiode van drie jaar zoals overeengekomen is door de KNMP en het Ministerie van VWS. In 2002 zal de praktijkkostenvergoeding gelijk zijn aan de finale kostenvergoeding waarover de KNMP in 1999 overeenstemming heeft bereikt met de Minister van Volksgezondheid. Ook in de huidige situatie blijft de apotheker dus in zekere mate afhankelijk van inkoopvoordelen teneinde de financiële exploitatie van de apotheek rond te kunnen krijgen (bovenop de korting van 6,82% die de apotheker verplicht moet doorberekenen).
Bij de aanpassing van de receptregelvergoeding per 1 januari jl. is niet alleen rekening gehouden met de hogere praktijkkosten maar ook met een stijging van het aantal receptregels als gevolg van het toenemend geneesmiddelengebruik in ons land. De rekennorm is verhoogd van 72.100 receptregels naar 73.600 receptregels.
Indicatief
Omdat de toedeling van de extra praktijkkostenvergoeding gefaseerd plaatsvindt, mag men bij de beoordeling van de eigen praktijkkostencijfers de huidige vergoeding per kostensoort, zoals vermeld in tabel 1, slechts een indicatief karakter toekennen.
Structuur
De KNMP en Zorgverzekeraars Nederland hebben het afgelopen jaar een overleg opgestart om te komen tot een nieuwe tariefstructuur voor apothekers. Het streven is gericht op een structuur die minder gevoelig is voor de toe- of afname van het geneesmiddelengebruik, waarbij zorgvernieuwende activiteiten zoals farmaceutische patiëntenzorg gestimuleerd worden. Een dergelijke wijziging van de tariefstructuur kan belangrijke invloed hebben op het financiële resultaat van individuele apotheken.
Tabel 1: opbouw receptregelvergoeding per 1 januari 2001 in guldens
Normapotheek | Normvergoeding per verstrekt receptgeneesmiddel | |
Personeelskosten | 437.544 | 5,94 |
Huisvestingskosten | 106.654 | 1,44 |
Algemene kosten | 94.130 | 1,27 |
Computerkosten | 31.376 | 0,43 |
Rente | 28.569 | 0,39 |
Afschrijvingen | 23.958 | 0,33 |
Autokosten | 10.923 | 0,15 |
Norminkomen apotheker | 191.736 | 2,61 |
Totale vergoeding | 924.890 | 12,56 |
Forfaitaire aftrek i.v.m. gerealiseerde stimulansopbrengst | - 23.000 | - 0,31 |
Naverrekening 2000 | 0,20 | |
Receptregelvergoeding | 12,45 |
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.