9 augustus 2000, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 135 Nr 36
Het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) dateert uit 1991. In het kader van dit systeem clustert het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en port (VWS) geneesmiddelen die als therapeutisch onderling vervangbaar worden beoordeeld. Per cluster stelt het ministerie een vergoedingslimiet vast. Als de patiënt een geneesmiddel gebruikt waarvan de prijs hoger is dan de vergoedingslimiet in kwestie, komt het prijsverschil voor rekening van de patiënt. In 1999 hebben patiënten zo in totaal ƒ 41 miljoen moeten bijbetalen in de openbare apotheek. Dit is minder dan 1% van de totale geneesmiddelenuitgaven via de openbare apotheek. Van de ƒ 41 miljoen heeft ƒ 8 miljoen betrekking op het antidepressivum Remeron®.
Teruggaveregeling
Sinds de introductie van Remeron (mirtazapine) heeft leverancier Nourypharma (onderdeel van Organon) geijverd voor volledige vergoeding van dit in de ogen van de fabrikant nieuwe antidepressivum. Omdat de overheid het niet direct eens was met de toegevoegde waarde van Remeron, deelde men het middel in bij de oudere antidepressiva. Dit had tot gevolg dat de prijs van Remeron beduidend hoger was dan de bijbehorende vergoedingslimiet. Omdat het in de rede lag dat slechts weinig patiënten dit middel zouden willen gebruiken vanwege de forse bijbetaling, riep de fabrikant een restitutieregeling in het leven. De patiënt kon - eventueel met behulp van de apotheker - de kwitanties van de eigen bijdragen voor Remeron indienen bij een administratiekantoor. Na controle van de kwitantie stortte dit kantoor een bedrag ter hoogte van de GVS-bijdrage terug op de rekening van de patiënt. Eventuele belemmeringen voor de patiënt werden hiermee weggenomen. Het middel Remeron werd als het ware volledig vergoed.
Sinds 1 september echt vergoed
Het zal Nourypharma het nodige geld gekost hebben om het administratieve circus rond haar restitutieregeling in de lucht te houden. Waarschijnlijk hebben deze kosten opgewogen tegen de omzetderving die gepaard zou gaan met een halvering van de prijs van Remeron in Nederland en de eventueel uitstraling hiervan voor de prijsstelling van dit product in andere landen. Per 1 september is dit alles verleden tijd. VWS heeft Remeron ingedeeld in een ander GVS-cluster. Nourypharma stemt de prijs van Remeron af op de nieuwe vergoedingslimiet, waardoor de bijbetaling voor dit middel vervalt. Remeron wordt nu echt volledig vergoed.
Lastenverschuiving
Stijgen door deze bijstelling de uitgaven aan geneesmiddelen in ons land? Voor de overheid wel, maar in de praktijk feitelijk niet. De uitgaven verschuiven alleen van het individu naar het collectief. Op jaarbasis leidt het volledig vergoeden van Remeron tot een verhoging van de collectieve lasten van ƒ 6,5 miljoen. Bij ongewijzigd beleid zou er in 2000 ruim ƒ 10 miljoen worden bijbetaald voor Remeron. Deze bijbetaling vervalt. Doordat Nourypharma de prijs van Remeron met 18% verlaagd, stijgen de collectieve geneesmiddelenuitgaven per saldo niet met ƒ 10 miljoen maar met ƒ 6,5 miljoen. Dit komt overeen met 0,10% van de totale uitgaven aan geneesmiddelen die voor 2000 wordt voorzien. Zo kan een goedkoper geprijsd geneesmiddel duurder uitvallen.
Figuur 1: aandeel Remeron® in GVS-bijdragen (in miljoenen guldens)
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.