Hart- en vaatziekten 2000
18 augustus 2000, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 135 Nr 33
In Nederland overlijden de meeste mensen aan de gevolgen van een hart- of vaatziekte. Jaarlijks gaat het om zo'n 50.000 sterfgevallen. Dit betekent dat 37% van de Nederlanders door een hart- of vaatziekte aan zijn of haar einde komt. In Nederland wordt ook het meeste geld uitgegeven aan geneesmiddelen die gericht zijn op hart en vaten. In 1999 hebben de openbare apotheken voor ƒ 1.351 miljoen aan dergelijke geneesmiddelen verstrekt. Het gaat hierbij om 21,4% van de totale geneesmiddelenuitgaven via de openbare apotheek.
Cholesterol
Ongeveer een derde van de uitgaven aan hart- en vaatmiddelen heeft betrekking op cholesterolverlagers: de antilipaemica. Anders gezegd de cholesterolverlagers bepalen bijna 7% van de totale geneesmiddelenuitgaven (figuur 1). Cholesterol is een vetachtige stof die het lichaam nodig heeft als bouwstof voor lichaamscellen, hormonen en galzuren. Het meeste cholesterol maakt het lichaam zelf aan in de lever. Slechts een klein deel van het cholesterol wordt via de voeding opgenomen. Een hoog cholesterolgehalte kan te maken hebben met een ongezond voedingspatroon, een erfelijke aandoening en ziekten zoals diabetes, een te traag werkende schildklier of sommige nier- of leverziekten. Cholesterol wordt omgeven door een laagje eiwit. De belangrijkste eiwitcholesteroldeeltjes zijn LDL (lage dichtheidslipoproteïne) en HDL (hoge dichtheidslipoproteïne). Het LDL voert het cholesterol naar de verschillende delen in het lichaam. Onderweg kan LDL zich nestelen in de vaatwanden van slagaders en daardoor een vernauwing of verstopping veroorzaken. HDL, ook wel het "goede cholesterol" genoemd, voert juist het te veel aan cholesterol af naar de lever. De lever zorgt ervoor dat het cholesterol in de darmen komt en vervolgens via de ontlasting wordt afgescheiden.
Statinen
Een verhoogd cholesterolgehalte kan op termijn leiden tot het dichtslibben van de slagaders, waardoor de achterliggende organen, bijvoorbeeld het hart en de hersenen te weinig of helemaal geen bloed meer krijgen. Een hartinfarct, beroerte of een andere vaatziekte is het gevolg. De cholesterolsyntheseremmers ofwel statinen zijn de meest gebruikte cholesterolverlagers (93% van de gevallen). Statinen remmen de aanmaak van cholesterol in de lever en verlagen het cholesterol- en vetgehalte in het bloed. In het algemeen worden deze geneesmiddelen levenslang in combinatie met een cholesterolverlagend dieet gebruikt. De meest gebruikte statine is simvastatine (Zocor®). Dit middel is sinds 1989 in ons land verkrijgbaar. In 1999 verstrekten openbare apotheken voor ƒ 217 miljoen aan simvastatines. De afgelopen twee jaar is het gebruik van atorvastatine (Lipitor©) sterk in opmars. Lipitor is pas sinds 1997 in Nederland op de markt en het afgelopen jaar bedroeg de omzet bij apotheken reeds ƒ 115 miljoen. Met name de medische specialisten geven de voorkeur aan dit middel. In 19% van de gevallen wordt Zocor gebruikt op voorschrift van de medisch specialist tegenover een specialistenaandeel van 27% bij Lipitor.
De Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) verwacht dat de omzet van Lipitor dit jaar met ruim 28% zal oplopen tot zo'n ƒ 148 miljoen. Bijna een derde van de verwachte omzet aan cholesterolverlagers van in totaal ƒ 466 miljoen. Dit laatste is 10% meer dan in 1999. De uitgaven aan cholesterolverlagers stijgen daarmee harder dan de totale geneesmiddelenuitgaven waarbij de SFK een kostentoename van 7% voorziet.
Figuur 1: aandeel cholesterolverlagers in de totale geneesmiddelenuitgaven in 1999
Bron : Stichting Farmaceutische Kengetallen
Figuur 2: uitgavenontwikkeling cholesterolverlagers (in miljoenen guldens, excl. BTW)
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.