Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / Apotheekvergoeding farmaceutische hulp

Apotheekvergoeding farmaceutische hulp

21 april 2000, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 135 Nr 16

In 1999 is de omzet farmaceutische hulp per apotheekpraktijk gestegen tot ƒ 4 miljoen (tabel 1). Dit betreft een toename van 9,4% ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar. Hierbij kan worden aangetekend dat de patiëntenpopulatie van de gemiddelde openbare apotheek het afgelopen jaar licht is gedaald. Het aantal apotheekvestigingen in ons land steeg van 1.571 praktijken tot 1.588 praktijken. Gemiddeld bedient een apotheekpraktijk 8.950 patiënten. In vergelijking met andere landen is dit relatief veel. In Duitsland verzorgt een doorsnee-apotheek 4.000 patiënten, terwijl in Frankrijk de teller op zo'n 2.500 patiënten blijft steken. Alleen in sommige Scandinavische landen zijn de openbare apotheken minder dicht gezaaid dan in ons land. De Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) constateert overigens dat er sinds het begin van dit jaar opvallend veel nieuwe apotheken in ons land zijn bijgekomen. Gedurende het eerste kwartaal van dit jaar openden meer nieuwe apotheken hun deuren dan gedurende geheel 1999. De verruimde wetgeving die het makkelijker maakt voor zowel apothekers als niet-apothekers om een apotheek te openen en te exploiteren speelt hierbij een belangrijke rol.

Voorschriften tellen

De omzet van een apotheek geeft op zichzelf nog geen indicatie van de winstgevendheid van een apotheek. De vaste receptregelvergoeding die de apotheek per afgeleverd receptgeneesmiddel - ongeacht de prijs van dit middel - in rekening mag brengen, bepaalt het leeuwendeel van de apotheekinkomsten. Het aantal voorschriften biedt derhalve veel meer inzicht in de inkomstenkant van de apotheek. In 1999 behandelde een gemiddelde apotheek zo'n 75.000 voorschriften. Met deze voorschriften was een totaalbedrag van ƒ 830.000 aan apotheekvergoeding gemoeid: 20,8% van de geneesmiddelenomzet (figuur 1).

Brutowinstpercentage

In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft PriceWaterhouseCoopers in 1999 onderzoek verricht naar de inkoopvoordelen die apothekers naast de bovengenoemde apotheekvergoeding realiseren. Uit de resultaten van dit onderzoek volgt dat apothekers en apotheekhoudende huisartsen gemiddeld 8,9% korting op de inkoopwaarde van geneesmiddelen behalen. Hiervan werd in 1999 ruim 3% (ƒ 90.000 per apotheek) verplicht doorberekend in lagere geneesmiddelenprijzen. Met ingang van 1 januari 2000 is dit zogeheten 'claw back'-percentage verhoogd tot 6,82% (tot een maximum van ƒ 15 per verstrekking). Momenteel blijft van de 8,9% zoals vastgesteld door PriceWaterhouseCoopers een kleine 3% over voor de apotheek. Vanuit deze inkomsten betaalt de apotheek onder meer de praktijkkosten die (nog) niet worden vergoed via de receptregelvergoeding. Als dit bedrag wordt opgeplust bij het totaal van de apotheekvergoeding dan volgt een gemiddeld brutowinstpercentage van ruim 23%. In Europa schommelt het gemiddelde brutowinstpercentage van apotheken rond de 25%.

Figuur 1: aandeel apotheekvergoeding in de uitgaven aan farmaceutische hulp (in %)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Tabel 1: omzet farmaceutische hulp per apotheek in 1999

Omzet farmaceutische hulp

ƒ 3.990.000,-

100%

Geneesmiddelenkosten

ƒ 3.160.000,-

79,2%

  • WTG

ƒ 2.940.000,-

 

  • buiten-WTG

ƒ 220.000,-

 

Apotheekvergoeding

ƒ 830.000,-

20,8%

  • receptregelvergoeding

ƒ 715.000,-

 

  • stimulans

ƒ 29.000,-

 

  • marge buiten-WTG

ƒ 86.000,-

 

Voorschriften

74.900

 

  • WTG

63.900

 

  • buiten-WTG

11.000

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top