24 maart 2000, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 135 Nr 12
Sinds 1 september van het vorig jaar worden zelfzorggeneesmiddelen alleen nog vergoed door de zorgverzekeraar, als de arts ze voor chronisch gebruik voorschrijft. Voorheen werden deze middelen doorgaans altijd vergoed mits voorschreven door een arts. Met het aanscherpen van de vergoedingscriteria voor deze zogeheten buiten-WTG-geneesmiddelen (Wet Tarieven Gezondheidszorg) wil de Minister van Volksgezondheid jaarlijks ƒ 130 miljoen besparen op de geneesmiddelenuitgaven. Diverse partijen binnen de gezondheidszorg hebben kritiek geleverd op de bezuinigingsmaatregel. De kritiek richtte zich enerzijds op de uitvoerbaarheid en controleerbaarheid van de maatregel. Anderzijds werden er vraagtekens geplaatst bij het realiteitsgehalte van de besparingsdoelstelling van ƒ 130 miljoen. De Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) constateert dat de besparingsdoelstelling nog niet voor de helft wordt gerealiseerd.
De exacte besparing is onder meer door verschuivingen in het geneesmiddelengebruik moeilijk te bepalen.
Beperkt effect
Uit de cijfers van de SFK blijkt dat de 1-septembermaatregel een beperkt effect heeft gehad op de vraag naar buiten-WTG-geneesmiddelen in de openbare apotheek. In totaal is er in 1999 ƒ 512 miljoen (incl. BTW) uitgegeven aan buiten-WTG-geneesmiddelen voor zover deze vallen binnen het kader van het wettelijk verzekerde geneesmiddelenpakket. Dit is ƒ 34 miljoen meer dan in 1998.
In de maanden voorafgaand aan de invoering van de 1-septembermaatregel was er sprake van een uitgavengroei van 10,9%. In de periode september - december 1999 vielen de uitgaven 0,7% lager uit dan in dezelfde periode een jaar daarvoor. Per saldo heeft de 1-septembermaatregel in 1999 geleid tot een beperking van de uitgaven aan buiten-WTG-geneesmiddelen in de openbare apotheek van ƒ 18 miljoen.
Rekening houdend met de buiten-WTG-geneesmiddelen die door apotheekhoudende huisartsen worden verstrekt komt dit bedrag op jaarbasis overeen met een beperking van de uitgaven van ƒ 60 miljoen.
Ziekenfondsverzekerden
De beperking van de uitgaven aan buiten-WTG-geneesmiddelen is vrijwel volledig terug te voeren op het gebruik van deze middelen door ziekenfondsverzekerden. In dit kader is het opvallend dat de voorlopige uitgavencijfers van het College voor Zorgverzekeringen - die alleen betrekking hebben op ziekenfondsverzekerden - op een identieke trend duiden als dat door de SFK wordt vastgesteld binnen de ziekenfondssector. Hieruit kan worden afgeleid dat ziekenfondsverzekerden nauwelijks meer zelfzorggeneesmiddelen voor eigen rekening hebben aangeschaft. Particulier verzekerden lijken minder gevoelig te zijn voor de bezuinigingsmaatregel. Zij blijken ook na 1 september aanhoudend meer buiten-WTG-geneesmiddelen te gebruiken.
Verschuivingen in gebruik
Bij aankondiging van de 1-septembermaatregel was één van de belangrijkste kritiekpunten, dat de maatregel wel eens zou kunnen leiden tot een verschuiving in het gebruik naar duurdere WTG-geneesmiddelen (geneesmiddelen die uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn).
Los van eventuele verschuivingen binnen het voorschrijfgedrag van artsen, signaleert de SFK in ieder geval dat een aantal geneesmiddelenleveranciers actief heeft ingespeeld op de bezuinigingsmaatregel door producten over te hevelen van het buiten-WTG-segment naar het WTG-segment en zo vergoeding door de zorgverzekeraar veilig te stellen. In het oog springen onder meer de Calci-chew kauwtablet 500mg en de Denorex Rx shampoo. Met deze twee middelen is een jaaromzet van ƒ 10 miljoen gemoeid. De overheveling van deze middelen naar het WTG-segment leidt derhalve tot een navenante cosmetische besparing op de uitgaven aan buiten-WTG-middelen. Van een echte besparing is in dit geval geen sprake.
Figuur 1: uitgaven aan buiten-WTG-geneesmiddelen in de openbare apotheek (miljoenen guldens (incl. BTW)
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.