14 januari 2000, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 135 Nr 2
Afgaand op de - voorlopige - cijfers over het jaar 1999 stelt de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) vast, dat er in 1999 ruim 11% meer is uitgegeven aan geneesmiddelen dan in het jaar ervoor. Op de totale uitgaven aan farmaceutische hulp in 1998 van ƒ 6,4 miljard betekent dit een toename van zo'n ƒ 700 miljoen. Deze groei kan worden uitgesplitst naar volume- en prijsfactoren.
Meer voorschriften
Het aantal voorgeschreven geneesmiddelen is gestegen met 6%. Deze toename ligt boven de structurele toename van het geneesmiddelengebruik van 5% gedurende de afgelopen jaren. De structurele groei van het geneesmiddelengebruik hangt samen met de bevolkingsgroei, de vergrijzing, de verschuiving van de zorg vanuit het ziekenhuis naar de thuissituatie en de komst van nieuwe geneesmiddelen en behandelmethoden. De achterliggende periode heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) diverse nieuwe geneesmiddelen tot het wettelijk verzekerde pakket toegelaten. De SFK ziet een verband tussen dit verruimde toelatingsbeleid en de bovenmatige toename van het aantal voorschriften. Daarnaast heeft de SFK de indruk dat ook het afschaffen van de eigenbijdrage-regeling voor ziekenfondsverzekerden enige invloed heeft gehad op deze volumecomponent.
Bij de vaststelling van de receptregelvergoeding die apothekers in het jaar 2000 in rekening mogen brengen is inmiddels al rekening gehouden met deze toename van het aantal voorschriften.
Meer geneesmiddel per voorschrift
Niet alleen het aantal voorgeschreven geneesmiddelen steeg, ook de hoeveelheid geneesmiddel per verstrekking nam toe met ruim 2%. Dit duidt op een extra toename van het chronisch gebruik van geneesmiddelen. Gemiddeld krijgt een patiënt voor 43 dagen geneesmiddelen mee naar huis.
Prijsverlagingen
In zijn algemeenheid zijn geneesmiddelen in 1999 goedkoper geprijsd dan in 1998. Hiervoor zijn twee redenen aan te geven. In de eerste plaats hebben de apothekers in 1999 ruim 3% korting doorberekend in de geneesmiddelenprijzen tegenover gemiddeld 2% korting in 1998. Met ingang van 1 januari 2000 is dit kortingspercentage overigens verder opgevoerd naar 6%. In de tweede plaats hebben ook de geneesmiddelenfabrikanten prijsverlagingen doorgevoerd. Met name in reactie op de aanscherping van het GVS-systeem per 1 februari 1999 (het systeem dat regelt dat een patiënt geld moet bijbetalen bij door VWS aangemerkte duurdere geneesmiddelen) verlaagden de fabrikanten hun prijzen met ruim 2%.
Gebruik van duurdere middelen
Ondanks bovengenoemde prijsverlagingen is de gemiddelde prijs van de gebruikte geneesmiddelen per saldo gestegen met ruim 2%. Dit hangt samen met de introductie van nieuwe geneesmiddelen. Deze nieuwe geneesmiddelen zijn in zijn algemeenheid duurder dan de bestaande geneesmiddelen. Doordat grote groepen mensen de voorkeur geven aan deze nieuwere geneesmiddelen stijgen de kosten. Met deze verschuiving in het gebruik is een kostenopdrijvend effect van bijna 6% gemoeid.
Figuur 1: de groei van de geneesmiddelenkosten
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.