Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / 1998-26.htm

26 juni 1998, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 133 Nr 26

Nederland telt 153 ziekenhuizen waarvan 9 academische ziekenhuizen. Deze ziekenhuizen stonden begin 1997 garant voor een capaciteit van 56.041 ziekenhuisbedden (bron: CBS). De beddencapaciteit in ons land is de afgelopen jaren drastisch ingeperkt. In 1987 waren er nog 67.404 ziekenhuisbedden. Dit betekent dat in tien jaar tijd de beddencapaciteit met 17 procent is afgenomen. Deze afname heeft er onder meer toe geleid dat patiënten korter in het ziekenhuis (kunnen) verblijven. De gemiddelde verpleegduur daalde in dezelfde periode van 12,1 dagen tot 9,8 dagen: een teruggang van 19 procent (Bron: CBS). Deze teruggang leidt er vervolgens weer toe dat er een groter beroep wordt gedaan op de extramurale zorg zoals de farmaceutisch hulp door openbare apotheken. Het geldt natuurlijk ook andersom: de komst van bepaalde geneesmiddelen heeft als resultaat gehad dat de verpleegduur in het ziekenhuis bekort kon worden. In sommige gevallen is opname in het ziekenhuis dankzij de komst van geneesmiddelen zelfs niet langer nodig.

Een dagje in het ziekenhuis kost fl 1.226

In totaal wordt er jaarlijks fl 18 miljard uitgegeven aan curatieve somatische zorg in het ziekenhuis (Bron: JOZ 1998). Met andere woorden; de kosten van de zorg rond een ziekenhuisbed bedragen gemiddeld fl 320.000 per jaar. Uiteraard zijn de ziekenhuisbedden niet altijd bezet. De gemiddelde bezettingsgraad is 71,4 procent (Bron: CBS). Dit wil zeggen: een ziekenhuisbed staat gemiddeld 104 dagen per jaar leeg. Met in achtneming van deze leegstand komen de gemiddelde uitgaven per verpleegdag in het ziekenhuis uit op fl 1.226.

Specialistenreceptuur

Uit de gegevensverzameling van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) blijkt dat in 1997 bijna èèn op de vijf afgeleverde WTG-geneesmiddelen is voorgeschreven door een specialist. Deze specialistenreceptuur bepaalt 30,8 procent van de uitgaven aan WTG-geneesmiddelen in 1997. Met geneesmiddelen die door de specialist zijn voorgeschreven zijn gemiddeld genomen bijna twee keer zoveel kosten gemoeid als met huisartsenreceptuur.

In het eerste kwartaal van 1998 kostte een WTG-geneesmiddel op voorschrift van een huisarts gemiddeld fl 37,37 (excl. receptregelvergoeding en excl. BTW), terwijl bij specialistenreceptuur de gemiddelde kostprijs uitkwam op fl 73,19.

Financieel effect verschuiving onduidelijk

Het effect van de verschuiving van de zorg vanuit het ziekenhuis naar de thuissituatie is niet te bepalen op grond van het kenmerk huisartsenreceptuur en specialistenreceptuur. Het gebruik van een geneesmiddel kan geïnitieerd worden door een specialist en vervolgens worden overgenomen door een huisarts. In de toekomst, wanneer de SFK over meer gedetailleerde gegevens zal beschikken, zal meer inzicht kunnen worden verkregen in de financiële effecten van de verschuiving in de zorg. Vooralsnog resteert alleen de algemene constatering dat farmacotherapie een verhoudingsgewijs goedkope vorm van therapie is. De stijging van de uitgaven aan geneesmiddelen dient dus niet in alle opzichten als een negatieve ontwikkeling te worden gezien.

AANTAL ZIEKENHUISBEDDEN PER 10.000 INWONERS

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top