Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / 1998-25.htm

19 juni 1998, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 133 Nr 25

Ziekenfondsverzekerden die gebruikmaken van een openbare apotheek genereren niet mèèr geneesmiddelenkosten dan ziekenfondsverzekerden die zijn aangewezen op èèn van de 650 apotheekhoudende huisartsen in ons land. Dit blijkt bij nadere analyse van de geneesmiddelengebruikscijfers van het Geneesmiddelen Informatie Project (GIP) van de Ziekenfondsraad.

Volgens het GIP is het voorschrijf/afleverpatroon van apotheekhoudende huisartsen die in het noorden en het oosten van Nederland gevestigd zijn beduidend hoger dan dat van hun collega's in de rest van het land. Dit wordt weerspiegeld in bovenvermelde bandbreedte.

In plattelandsgebieden ligt het geneesmiddelengebruik in het algemeen onder het landelijk gemiddelde. Uit cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) blijkt, dat het kostenpatroon van ziekenfondsverzekerden in plattelandsgebieden in 1996 gemiddeld 9 procent lager lag dan het landelijke gemiddelde. Aangezien apotheekhoudende huisartsen veelal op het platteland gevestigd zijn, is een vergelijking met de gemiddelde plattelandsapotheek meer op zijn plaats dan een vergelijking met de gemiddelde openbare apotheek in Nederland. Het kostenniveau van de plattelandsapotheek valt binnen de geconstateerde bandbreedte bij apotheekhoudende huisartsen.

Apotheekbereidingen en specialistenreceptuur

Bij de vergelijking tussen de cijfers van de plattelandsapotheek en de cijfers van de apotheekhoudende huisarts kunnen een aantal kanttekeningen geplaatst worden:

  • Het aandeel eigen bereidingen is bij de openbare apotheken aanmerkelijk hoger dan bij de apotheekhoudende huisarts. De openbare apotheek levert bij 6,3 procent van alle WTG-voorschriften een eigen bereiding af. Bij de apotheekhoudende huisarts betreft het 3,1 procent van alle WTG-voorschriften. De apotheekhoudende huisarts is bij deze middelen overigens aangewezen op de medewerking van een apotheker. Mogelijk dat de apotheekhoudende huisarts in voorkomende gevallen naar een naburige apotheek verwijst.
  • Zoals ook door het GIP wordt bevestigd, wordt er in geval van ingewikkelde, veelal duurdere specialistenreceptuur meer uitgeweken naar de openbare apotheek. De betreffende kosten ziet men dan niet meer terug bij de apotheekhoudende huisarts. Door een specialist voorgeschreven geneesmiddelen zijn gemiddeld bijna twee keer zo duur als geneesmiddelen die voorgeschreven worden door de huisarts. Bovendien zijn er bij specialistenreceptuur doorgaans minder mogelijkheden voor substitutie met een generiek geneesmiddel. Dit laatste heeft een negatief effect op de hoogte van de stimulans per WTG-voorschrift bij openbare apotheken. De hogere stimulans per WTG-voorschrift bij apotheekhoudende huisartsen houdt verder verband met het feit dat apotheekhoudende huisartsen het voorschrijven en afleveren in èèn hand hebben, terwijl apothekers diverse voorschrijvers van het belang van substitutie moeten overtuigen.
  • Het hogere aantal voorschriften per ziekenfondsverzekerde bij apotheekhoudende huisartsen houdt onder meer verband met het feit dat een aantal apotheekhoudende huisartsen voor een beperktere duur geneesmiddelen aflevert dan is vastgelegd in de prescriptieregeling. Deze beperktere afleverduur leidt tot een hoger aantal voorschriften per ziekenfondsverzekerde. Het is niet gewenst dat openbare apotheken een dergelijk beleid toepassen, aangezien dit via de vaste apotheekvergoeding per voorschrift tot hogere kosten leidt. Bij apotheekhoudende huisartsen doet dit fenomeen zich niet voor omdat deze werken met een vast abonnement per ziekenfondsverzekerde, ongeacht het aantal geneesmiddelen dat aan de patiënt wordt afgeleverd.

Met inachtneming van bovengenoemde opmerkingen is het terecht te concluderen dat er bij de plattelandsapotheken in vergelijking met de apotheekhoudende huisarts eerder sprake is van lagere geneesmiddelenkosten dan van hogere geneesmiddelenkosten per ziekenfondsverzekerde.

Vergelijking kosten openbare apotheek/apotheekhoudende huisarts 1996

ZiekenfondsverzekerdeGemiddelde apotheekGemiddelde plattelandsapotheekApotheekhoudende huisarts
Aantal WTG-voorschriften6,866,636,78-7,36
Kosten per WTG-voorschrift
- materiaalkostenfl 40,93 fl 38,54 fl 36,48 - fl 36,74
- stimulansfl 0,79 fl 0,79 fl 0,82 - fl 0,83
Aantal
buiten-WTG-voorschriften1,541,451,58 - 1,63
Kosten per buiten-WTG-voorschrift
- materiaalkostenfl 18,86 fl 17,81 fl 15,08 - fl 16,09
Totaal geneesiddelenkostenfl 315,21 fl 286,58 fl 280,11 - fl 299,17

Bedragen exclusief BTW en GVS-bijdragen

Cijfers afkomstig van het Geneesmiddelen Informatie Project.

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top