Stijging uitgaven middelen voor gewichtsvermindering

Volgens cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) kampte in 2023 44% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder met overgewicht. Van hen heeft 30% matig overgewicht (BMI 25-30) en 14% ernstig overgewicht, ook wel obesitas genoemd (BMI >30).

De multidisciplinaire richtlijn Obesitas en overgewicht bij volwassenen adviseert een combinatie van gezonde voeding, verhoging van de lichaamsactiviteit en eventuele psychologische begeleiding om af te vallen. Gewichtsverminderende medicatie kan worden overwogen bij mensen met obesitas met een vergrote buikomvang en/of comorbiditeit, in combinatie met een Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI).

Nieuwe middelen

Sinds 2022 zijn er – naast het niet-vergoede middel orlistat – enkele nieuwe gewichtsverminderende middelen op de markt. Zorgverzekeraars vergoeden een aantal hiervan onder voorwaarden. Vanaf de komst van deze middelen namen de uitgaven in rap tempo toe. Daar waar de uitgaven in 2022 uitkwamen op in totaal ruim € 12 miljoen, verdubbelden ze in 2023 naar meer dan € 25 miljoen.

In de eerste drie kwartalen van 2024 zijn de uitgaven al opgelopen tot bijna € 31 miljoen; een stijging van 79% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het aantal gebruikers nam in de eerste drie kwartalen van 2024 toe naar 34.000, een toename van 39% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

Van de totale uitgaven in de eerste drie kwartalen van 2024 kwam ongeveer driekwart (74%), bijna € 23 miljoen, voor rekening van de zorgverzekeraar. De overige kosten, € 8 miljoen, werden in eerste instantie door de 15.000 gebruikers zelf betaald. Eventuele verrekening met de zorgverzekeraar ziet de SFK niet. In heel 2023 lag dit bedrag nog op € 6 miljoen. De toename in het zelf betalen van deze middelen wordt veroorzaakt door de komst van nieuwe, duurdere middelen, zoals semaglutide en tirzepatide, die zorgverzekeraars momenteel niet vergoeden bij de behandeling van obesitas.