Grootste afname eerste uitgiftes bij hoestmiddelen
22 oktober 2020, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 155 Nr 43
De SFK vergeleek het aantal eerste uitgiftes per geneesmiddelgroep (ATC3-niveau) in de periode april tot en met september van dit jaar met dezelfde periode in 2019. Het onderzoek beperkte zich tot receptplichtige geneesmiddelen uit het basispakket die veel worden gebruikt (gemiddeld tweeduizend eerste uitgiftes per maand per groep), en waarbij het aantal eerste uitgiftes in januari nog ongeveer gelijk was aan een jaar eerder.
Van de geneesmiddelgroepen die aan de criteria voldoen toont 90% een afname. Behalve de COVID-19-pandemie kunnen ook gewijzigde richtlijnen of verminderde beschikbaarheid van middelen een rol spelen bij de terugloop in eerste uitgiftes.
Top 10
De groep hoestprikkeldempende middelen toont, na een kleine piek in maart, de grootste afname in eerste uitgiftes, gemiddeld ruim 60%. Verder zijn grote dalingen te zien bij antibiotica, die maar liefst vier plekken in de top 10 innemen. Mogelijk leidden de hygiënemaatregelen en minder sociale contacten ook tot minder (luchtweg)infecties, of bezochten mensen met deze klachten minder snel een arts. Ook de eerste uitgiftes van middelen voor chronische luchtwegaandoeningen piekten aanvankelijk in maart. Daarna lag het aantal eerste uitgiftes vanaf april gemiddeld een derde lager dan een jaar eerder.
Bij de geneesmiddelgroepen op plek twee tot en met vier was de afname in eerste uitgiftes extra groot door hoge aantallen eerste uitgiftes in deze periode in 2019. Dat hoge aantal kwam door een verminderde beschikbaarheid van diverse geneesmiddelen, waardoor bestaande gebruikers noodgedwongen moesten overstappen naar een middel met een andere werkzame stof. Een dergelijke overstap telt ook als eerste uitgifte. Echter, de groepen laten ook ten opzichte van dezelfde periode in 2017 en 2018 een duidelijke afname zien.
Geneesmiddelen met grootste afname eerste uitgiftes in periode april t/m september 2020 vergeleken met dezelfde periode in 2019
Rang | ATC3 | Geneesmiddelgroep | Toepassing | Voorbeeld werkzame stof | Gemiddelde ontwikkeling per groep |
---|---|---|---|---|---|
1 | R05D | Hoestprikkeldempende middelen (excl. combinaties) | Bij hoesten en verkoudheid | Codeïne | -61% |
2 | M05B | Botstructuur en botmineralisatie beïnvloedende middelen | Bij osteoporose | Alendroninezuur | -46% |
3 | C03A | 'Low-ceiling' diuretica, thiaziden | Bij hoge bloeddruk (o.a.) | Hydrochloorthiazide | -45% |
4 | C08C | Selectieve calciumantagonisten met vasculaire werking | Bij hart- en vaataandoening | Amlodipine | -37% |
5 | J01A | Tetracyclines | Bij infecties | Doxycycline | -34% |
6 | J01F | Macroliden, lincosamiden en streptograminen | Bij infecties | Azitromycine | -33% |
7 | R03B | Overige middelen bij astma/copd voor inhalatie | Bij luchtwegaandoening | Fluticason | -31% |
8 | R03A | Sympathicomimetica voor inhalatie | Bij luchtwegaandoening | Salbutamol | -28% |
9 | J01C | Betalactam-antibiotica, penicillines | Bij infecties | Amoxicilline | -25% |
10 | S02C | Corticosteroiden met antimicrobiële middelen | Bij infecties bij het oor | Triamcinolon met antimicrobiële middelen | -22% |
Meerdere groepen antibiotica veel minder vaak verstrekt
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.