Methotrexaat meest door specialist begeleide middel
7 november 2019, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 154 Nr 45
De SFK heeft van de meest gebruikte geneesmiddelen bepaald in welke mate specialisten voor de patiënt nieuwe medicatie starten en daarna betrokken blijven bij de begeleiding van het geneesmiddelgebruik.
Daartoe heeft de SFK op ATC4-niveau (chemisch verwante werkzame stoffen met vergelijkbare werking), voor zowel de eerste uitgiften als de vervolguitgiften, gekeken naar de mate waarin de verstrekking plaats vond op basis van een recept van een specialist of van een huisarts. Voor de eerste uitgiften is daarbij de verhouding van het aantal verstrekkingen bepaald.
De verhouding bij de vervolguit-giftes is gebaseerd op het totaal aan standaarddagdoseringen (DDD) en niet op verstrekkingen, omdat anders de weekleveringen die vooral op voorschrift van huisartsen plaatsvindt, het beeld zouden vertekenen.
Het onderzoek beperkt zich tot receptplichtige geneesmiddelen uit het basispakket die veel worden gebruikt. Daarbij is als arbitraire grens gehanteerd dat openbare apotheken jaarlijks gezamenlijk minimaal ongeveer 10 miljoen DDD’s verstrekken van geneesmiddelen in een ATC4-groep. Ruim tachtig ATC4-groepen voldoen aan die criteria.
Specialisten
Van de ATC4-groep met methotre-xaat als belangrijkste vertegenwoordiger vinden verhoudingsgewijs de verstrekkingen van zowel de eerste uitgiften als de vervolguitgiften het meest plaats op voorschrift van specialisten, vooral reumatologen. Dit middel wordt gevolgd door glaucoommedicatie waarvan combinaties van timolol met andere glaucoommiddelen de belangrijkste vertegenwoordigers zijn. Ook van methylfenidaat, dat op plaats elf buiten de tabel op deze pagina blijft, vindt de medicatiebegeleiding relatief veel door specialisten plaats.
Huisartsen
De anticonceptiepil – voor vrouwen tot 21 jaar, omdat hier alleen vergoedbare geneesmiddelen zijn beschouwd – wordt het minst door specialisten begeleid. Diuretica van het thiazide-type met hydrochloorthiazide als vertegenwoordiger, zijn daarna de geneesmiddelgroep waar niet de specialist maar juist de huisarts verhoudingsgewijs de meeste medicatiebegeleiding doet.
Geneesmiddelgroepen met meeste betrokkenheid van specialisten
rang | ATC4 | geneesmiddelgroep | geneesmiddel | toepassing |
---|---|---|---|---|
1 | L04AX | overige immunosuppressiva | methotrexaat | reuma |
2 | S01ED | bètablokkers in oogdruppels | timolol combinaties | glaucoom |
3 | M05BX | overige botmineralisatie beïnvloedende middelen | denosumab | botversterking |
4 | S01EE | prostaglandine-analogon in oogdruppels | latanoprost | glaucoom |
5 | A07EC | mesalazine en verwante middelen | mesalazine | darmontsteking |
6 | B03BB | foliumzuur en -derivaten | foliumzuur | bij methotrexaat |
7 | N04BA | dopa en -derivaten | levodopa met carboxylaseremmer | ziekte van Parkinson |
Geneesmiddelgroepen met de minste betrokkenheid van specialisten
rang | ATC4 | geneesmiddelgroep | geneesmiddel | toepassing |
---|---|---|---|---|
1 | G03AA | oestrogenen met progestagenen | anticonceptiepil | anticonceptie |
2 | C03AA | thiazide diuretica | hydrochloorthiazide | hoge bloeddruk |
3 | A10BB | sulfonylureumderivaten | gliclazide | type 2 diabetes |
4 | N07CA | middelen bij duizeligheid | bètahistine | duizeligheid |
5 | D01AC | huidpreparaten | ketoconazol | antischimmel |
6 | A10BA | biguaniden | metformine | type 2 diabetes |
7 | R06AX | overige antihistaminica | desloratadine | allergie, hooikoorts |
Bij anticonceptiepil is de specialist het minst en de huisarts het meest betrokken
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.