Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2019 / Apotheken scoren beter op nortriptyline-indicator

Apotheken scoren beter op nortriptyline-indicator

13 juni 2019, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 154 Nr 24

Nederlandse apotheken verstrekten in 2018 aan ruim een miljoen mensen een antidepressivum. Van hen zijn er 150.000 ouder dan 75 jaar. In deze leeftijdsgroep gebruikt één op de negen mensen een antidepressivum. Hoewel amitriptyline de meeste gebruikers kent, wint voorkeursmiddel nortriptyline terrein. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.

Voor de geneesmiddelkeuze bij een depressie is er volgens het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) een lichte voorkeur voor selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI) boven tricyclische antidepressiva (TCA). Dat blijkt uit de NHG-Standaard Depressie. Het bijwerkingenprofiel van de SSRI’s wordt als gunstiger beschouwd dan dat van de TCA’s.
Ongeveer 38% van de antidepressiva-gebruikers in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder gebruikte in 2018 een anti-depressivum van het SSRI-type en ongeveer 35% een TCA. Hierbij moet worden opgemerkt dat TCA’s ook voor andere toepassingen worden voorgeschreven, onder meer bij neuropathische pijnen. Aan 27% van de gebruikers verstrekten de apotheken een antidepressivum uit de groep overige antidepressiva. Het merendeel kreeg mirtazapine.
Het aantal antidepressivagebruikers in deze leeftijdsgroep is in de afgelopen drie jaar met ongeveer 5% toegenomen. Omdat in deze periode de bevolking in deze leeftijdsgroep met hetzelfde percentage is gestegen, is het aandeel van hen dat antidepressiva gebruikt vrijwel gelijk gebleven. De onderlinge verhoudingen in het gebruik van SSRI’s, TCA’s en de overige antidepressiva blijken in de afgelopen drie jaar nauwelijks gewijzigd.

SSRI’s

Voor de ouderen gaat binnen de SSRI’s de voorkeur uit naar de middelen die weinig risico op interacties met andere geneesmiddelen hebben. De reden daarvoor is dat – naar verhouding – veel ouderen meerdere chronische aandoeningen tegelijk hebben, waardoor ze langdurig meerdere geneesmiddelen naast elkaar gebruiken. De eerste keuze ligt daarom bij citalopram en sertraline. Onlangs heeft Expertisecentrum PHarmacotherapie bij OudeRen (Ephor) in de update van hun rapport Serotonine heropnameremmers en andere tweede generatie antidepressiva de voorkeur voor deze twee SSRI’s bevestigd.
Citalopram is onder de 75-plussers inderdaad de meest gebruikte SSRI. Ruim twee vijfde van de SSRI-gebruikers gebruikt dit middel, gevolgd door paroxetine met bijna een derde.

Nortriptyline

De afgelopen jaren is meer aandacht gekomen voor het verbeteren van het voorschrijven van geneesmiddelen aan oudere patiënten. In dat kader zijn behandelaars erop gewezen dat bij ouderen binnen de TCA’s nortriptyline de voorkeur geniet omdat het minder bijwerkingen – waaronder cardiologische – heeft.
Voor apotheken is er een kwaliteitsindicator ontwikkeld die de voorkeur voor deze twee middelen aangeeft op basis van de gebruikscijfers onder de ouderen. In de afgelopen jaren is de score op die indicator geleidelijk aan sterk verbeterd. Waren er in 2016 nog drie keer zoveel gebruikers van amitriptyline als van nortriptyline, in de eerste maanden van dit jaar kwam dat uit op minder dan twee keer zoveel.

Aandelen gebruikers van antidepressiva naar middel (75-plussers, eerste vier maanden 2019)

 Aandelen gebruikers van antidepressiva naar middel (75-plussers, eerste vier maanden 2019)

Amitriptyline nog altijd het meest gebruikt in deze leeftijdsgroep

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top