50.000 gebruikers van biologicals bij afweerziekte
12 december 2019, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 154 Nr 50
Biologicals zijn medicijnen van biologische oorsprong, dat wil zeggen dat ze zijn gemaakt van eiwitten van levende organismen, zoals bacteriën, schimmels of cellen van planten of dieren. De biologicals waartoe wij ons op deze pagina beperken, worden vooral toegepast bij chronische ontstekingsziekten, zoals reumatoïde artritis, psoriasis en chronische darmontstekingen, waaronder de ziekte van Crohn. Bij deze aandoeningen, ook wel auto-immuunziekten genoemd, keert het immuunsysteem zich met de vorming van antistoffen tegen het lichaam zelf. Dat gaat gepaard met ontstekingsreacties.
Biologicals onderdrukken de ontstekingsreacties. Dat doen ze door de werking van de betrokken eiwitten tegen te gaan of door de aanmaak van deze eiwitten te remmen. Biologicals worden doorgaans pas ingezet als de eerstekeusmiddelen bij deze aandoeningen niet (meer) effectief zijn of als de bijwerkingen te ernstig zijn.
Overgeheveld
Biologicals behoren tot de categorie ‘dure geneesmiddelen’ die in de eerste helft van dit decennium zijn overgeheveld naar het budget van het ziekenhuis. Verstrekkingen vinden doorgaans plaats via poliklinische apotheken voor rekening van het ziekenhuis. Sinds enkele jaren zijn ook biosimilars beschikbaar. Dit zijn soortgelijke varianten van biologicals waarvan het patent is verlopen. Ze zijn niet exact identiek.
Gebruikers
Poliklinische apotheken zullen naar verwachting in 2019 aan bijna 50.000 patiënten een biological of biosimilar bij afweeraandoeningen verstrekken. In totaal gaat het hierbij om ongeveer 195.000 verstrekkingen. Per maand starten gemiddeld 1200 patiënten met een biological. Daar staan zo’n 800 mensen tegenover die ermee stoppen. Het aantal gebruikers zal in 2019 met ongeveer 10% groeien. Dat is de helft van het percentage waarmee het aantal gebruikers in 2018 toenam.
TNF-alfaremmers, interleukineremmers en selectieve immunosuppressiva zijn de meest gebruikte groepen biologicals. De TNF-alfaremmers, met adalimumab (Humira) en etanercept (Enbrel) als bekendste vertegenwoordigers, worden verreweg het meest toegepast. Naar schatting zullen bijna 35.000 patiënten dit jaar een TNF-alfaremmer gebruiken. Het aantal gebruikers van de interleukineremmers, waarvan abatacept (Orencia) het meest wordt toegepast, en van de selectieve immunosuppressiva, met ustekinumab (Stelara) als meest gebruikte middel, ligt met 9000 respectievelijk 4000 patiënten een stuk lager.
Recent zijn vier nieuwe biologicals op de markt gekomen: de selectieve immunosuppressiva baricitinib (Olumiant) en tofacitinib (Xeljanz) en de interleukineremmers sarilumab (Kev-zara) en guselkumab (Tremfya). Op het totaal van biologicalverstrekkingen nemen de nieuwkomers met bijna 8% nog een bescheiden positie in.
Procentuele onderverdeling gebruikers van biologicals bij afweerziekten (2019)
Bijna driekwart van de patiënten gebruikt een TNF-alfaremmer
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.