Twijfel bij besparing door beperking vergoedingen
14 juni 2018, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 153 Nr 24
Vitaminen, mineralen en paracetamol worden niet meer vergoed wanneer hiervan ook niet-receptplichtige, gelijkwaardige varianten, waaronder voedingssupplementen, verkrijgbaar zijn. Volgens het Zorginstituut, dat zich baseert op omzetgegevens uit 2014, brengt de maatregel € 40 miljoen op. Volgens de SFK bedraagt de betrokken omzet in 2017 inmiddels ongeveer € 57 miljoen.
De minister stelt expliciet niet te twijfelen aan nut en noodzaak van de uit te sluiten geneesmiddelen, maar vindt dat ze voor eigen rekening kunnen komen. Hij gaat ervan uit dat “patiënten en artsen het goede gesprek voeren om de juiste geneesmiddelen te kiezen en de therapietrouw te borgen. Daarbij zou de vergoedingsstatus geen invloed moeten hebben.” De minister vervolgt met “de behandelaar heeft de verantwoordelijkheid om geen zwaardere medicatie voor te schrijven dan nodig en om de patiënt uit te leggen waarom een geneesmiddel voorgeschreven wordt.”
Alternatief
Bijna 80% van de gebruikers van de middelen die met de maatregel uitstromen, gebruikt minimaal vijf geneesmiddelen chronisch. Minimaal evenveel maken hun eigen risico vol. Dit verhoogt de druk vanuit de patiënten op de behandelaars om een alternatief middel dat wel wordt vergoed.
Hoe reëel is de verwachting dat de maatregel inderdaad € 40 miljoen oplevert? Zo verdwijnen de receptplichtige varianten van colecalciferol (vitamine D3) in tabletvorm (ongeveer 600.000 gebruikers in 2017) uit het pakket, evenals alle middelen met alléén calcium en enkele van de vele combinatiepreparaten van calcium met colecalciferol. Colecalciferol in drankvorm (450.000 gebruikers) blijft wel vergoed, evenals het overgrote deel van de combinatiepreparaten met calcium en colecalciferol.
Bij de medicamenteuze behandeling van mensen met een matig tot hoog fractuurrisico wordt, ter voorkoming van osteoporose (botontkalking), in eerste instantie suppletie van colecalciferol geadviseerd, waaraan zo nodig calciumsuppletie wordt toegevoegd. Naar verwachting zal een deel van de mensen die nu colecalciferol in vaste vorm gebruiken overstappen op een vloeibare vorm of op een vaste combinatie van calcium en colecalciferol die per 2019 wel vergoed blijven. De tijd zal leren hoe groot dat deel is.
Ook uit pakket
Ook de receptplichtige foliumzuur-tabletten van 5 mg, die onder meer worden toegepast om ernstige bijwerking van het reumamiddel methotrexaat te voorkomen, verdwijnen uit het pakket. De reden is dat er een voedingssupplement verkrijgbaar is dat 5000 mcg foliumzuur (= vitamine B9) bevat. De minister rekent hiermee op € 4,5 miljoen. Vanwege de bijwerkingen van methotrexaat is het noodzakelijk dat mensen dit folium-zuur ook gebruiken. Soortgelijke maatregelen in het verleden hebben echter aangetoond dat een deel van de mensen een geneesmiddel niet gebruikt als het niet wordt vergoed.
Vanaf 1 januari worden ook de paracetamoltabletten van 1000 mg niet meer vergoed. Zij zijn op de markt gebracht als veilige pijnstillers bij de behandeling van artrose. Ook hier bestaat de kans op substitutie door andere, minder veilige, pijnstillers om betalingen door de patiënt te vermijden. Gecalculeerde opbrengst: € 12 miljoen.
Uit te stromen middelen uit basispakket per 2019 met beoogde opbrengst en aantal gebruikers
werkzame stof | beoogde besparing * | aantal gebruikers** |
---|---|---|
foliumzuur (= vitamine b9) | € 4,5 miljoen | 150.000 |
calcium | € 4,5 miljoen | 55.000 |
colecalciferol (=vitamine d3) in tabletvorm | € 18,5 miljoen | 600.000 |
calcium / colecalciferol combinatie | € 1,8 miljoen | 45.000 |
paracetamol 1000mg | € 12 miljoen | 300.000 |
* bron Zorginstituut (2014) ** bron SFK (2017) |
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.