Gemiddelde prijsdaling per 1 oktober is 0,9%
1 november 2018, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 153 Nr 44
Op grond van de Wet Geneesmiddelenprijzen (WGP) stelt de minister van VWS tweemaal per jaar – in april en oktober – maximumprijzen voor receptgeneesmiddelen vast. Deze wet bepaalt dat de prijs van een geneesmiddel niet hoger mag zijn dan de gemiddelde prijs van hetzelfde geneesmiddel in België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Sinds de aankondiging in mei 2015 van het referendum over de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie is het Britse pond bijna 19% in waarde gedaald. Maar voor het eerst in drie jaar heeft de koers van het Britse Pond geen invloed gehad op de maximumprijzen. Dat komt omdat de koers die gebruikt is bij de maximumprijzen van oktober 2018 dezelfde is als die bij de maximumprijzen van april 2018: € 1,141. Overigens geldt daarvoor altijd de koers van zes maanden voordat de nieuwe prijzen van kracht worden.
€ 69 miljoen minder
In de laatste twaalf maanden zijn de geneesmiddelprijzen, inclusief de daling van 0,9% per oktober, gemiddeld met 2,5% gedaald. Voor de uitgaven aan farmaceutische zorg betekent dat een daling met bijna € 69 miljoen. De SFK monitort de ontwikkeling van het prijspeil van receptgeneesmiddelen maandelijks en drukt deze uit in een index. Daartoe bepaalt de SFK iedere maand de totale kosten van alle door openbare apotheken verstrekte geneesmiddelen en vergelijkt die met de kosten van dezelfde hoeveelheid van dezelfde middelen tegen de prijzen van de daaropvolgende maand. De verhouding daartussen bepaalt de indexontwikkeling. Wijzigingen in aard en hoeveelheid van de verstrekte geneesmiddelen hebben daardoor geen invloed op de index.
SFK-prijsindexcijfer receptgeneesmiddelen (januari 2012 = 100)
Geneesmiddelprijzen nu bijna 20% lager dan januari 2012
Rosuvastatine en valsartan
Cholesterolverlager rosuvastatine, waarvan de maximumprijs is verlaagd, droeg met een gemiddelde prijsdaling van 27% het meest bij aan de verlaging van het prijspeil. Van bloedglucoseverlager dulaglutide daalden de prijzen weliswaar procentueel het meest (34%), maar de kostendaling voor rosuvastatine à € 330.000 per maand heeft meer impact op het prijspeil dan die van dulaglutide (- € 90.000 per maand). De prijzen van dulaglutide daalden omdat de overheid per 1 oktober voor het eerst een maximumprijs heeft vastgesteld. Niet voor alle geneesmiddelen bepaalt de overheid namelijk een maximumprijs. Tegenover prijsverlagingen stonden ook geneesmiddelen waarvan de prijs steeg. Het grootste effect op de index (+ € 33.000 per maand) had bloeddrukverlager valsartan, waarvan de prijzen per oktober gemiddeld met 11% stegen. Daarvoor was alleen leverancier Aurobindo verantwoordelijk, die voerde per oktober prijsverhogingen door van gemiddeld ruim 200%, nadat leverancier Mylan de prijzen van valsartan per september al met ongeveer 50% verhoogde.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.