Tariefinkomsten stijgen met 1,5% tot niveau van 2011
30 juni 2016, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 151 Nr 26
De stijging van de tariefinkomsten met 1,5% in 2015 bleef echter achter bij de vraag naar farmaceutische zorg. Deze nam met 2,5% toe. Dat percentage geldt zowel voor het aantal terhandstellingen als voor de hoeveelheid verstrekte geneesmiddelen, uitgedrukt in standaarddagdoseringen (DDD).
De tariefinkomsten voor vergoede zorg komen voor de gemiddelde apotheek voor het overgrote deel uit het terhandstellen van WMG-geneesmiddelen, dat gemiddeld 117.000 keer gebeurde. De bijbehorende inkomsten komen uit op € 562.000. Voor de prestaties farmaceutische zorg declareerde de gemiddelde apotheek € 78.000 bij de zorgverzekeraars. De vergoeding voor het begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel maakt daarvan veruit het grootste deel (96%) uit. Dit gesprek behoort in 2015 voor het laatst tot farmaceutische zorgprestaties, want vanaf 2016 maakt dit gesprek weer onderdeel uit van de terhandstellingstarieven. Dit heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) besloten omdat de aparte vermelding van het gesprek – zoals bij de verrekening van het eigen risico – veel tongen losmaakte.
Onder meer medicatiebeoordeling chronisch geneesmiddelengebruik en instructie van geneesmiddelgerelateerde hulpmiddelen zijn andere farmaceutische zorgprestaties die apotheken declareren. De inkomsten aan buiten-WMG-geneesmiddelen, die tot het basispakket behoren, kwamen in 2015 ruim 20% lager uit dan in 2014: € 4400 per apotheek. Voor dat bedrag moest vierduizend keer een geneesmiddel uit die categorie worden verstrekt.
Aan geneesmiddelkosten declareerde de gemiddelde apotheek € 1,50 miljoen bij de zorgverzekeraars. Dat is 3,5% meer dan in 2014. De gemiddelde apotheek incasseerde verder € 60.000 aan tariefinkomsten voor niet-vergoede farmaceutische zorg.
Speciale apotheken
Bovenstaande cijfers hebben betrekking op alle Nederlandse openbare apotheken. Daarin hebben ‘gewone’ wijkapotheken een heel groot aandeel, zodat de cijfers ook een redelijk beeld geven voor de gemiddelde wijkapotheek. Voor dienst- en poli-klinische apotheken zijn de cijfers anders. Zo bedroeg in 2015 het aantal terhandstellingen door de gemiddelde dienstapotheek ‘slechts’ 27.000. Door de kostendekkende en transparante tarieven die deze apotheken in overleg met zorgverzekeraars in rekening brengen, komen de tarief-inkomsten gemiddeld toch uit op zo’n € 600.000. Overigens verschillen die tarieven voor een terhandstelling sterk per dienstapotheek: van het ‘normale’ tarief tot bijna € 70.
Poliklinische apotheken komen met een gemiddeld aantal terhand-stellingen van 77.000 tot ongeveer € 810.000 aan praktijkinkomsten. Poliklinische apotheken hebben meer inkomsten uit prestaties farmaceutische zorg. Die maken bij deze apotheken 26% uit van de inkomsten tegenover 11% bij de gemiddelde (wijk)apotheek. Deze percentages komen overeen met die in 2014.
Grafiek: Geneesmiddelkosten en tariefinkomsten, gemiddeld per apotheek (in duizenden euro’s).
Achterblijvende tariefinkomsten komen uit op niveau van vier jaar geleden
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.