Helft astma/COPD-medicatie betreft multisource-middel
28 januari 2016, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 151 Nr 4
Doorgaans beschouwt de SFK een geneesmiddel als multisource wanneer er naast een spécialité een of meerdere generieke varianten zijn. Binnen de astma/COPD-medicatie moet een iets andere definitie worden gehanteerd, omdat er in deze groep een aantal geneesmiddelen zijn waarvan meerdere leveranciers een spécialité leveren. Ongeveer de helft van alle verstrekkingen van inhalatiemedicatie betreft een multisource-variant. Met dit aandeel blijft de astma/COPD-markt sterk achter bij andere geneesmiddelgroepen. Het meest verstrekte singelsource-middel is de luchtwegverwijder tiotropium (Spiriva). Dit middel is goed voor ruim één miljoen verstrekkingen.
Van de multisource-verstrekkingen is 31% generiek en 61% een als eerste in Nederland geïntroduceerde spécialité. De rest (8%) betrof een verstrekking van een spécialité dat later onder een andere merknaam op de markt is gebracht (‘overig spécialité’). De twee meest verstrekte multisource-middelen zijn salbutamol met ruim 1,8 miljoen verstrekkingen en de combinatie salmeterol met fluticason (Seretide) met iets minder dan één miljoen verstrekkingen. Van deze laatst genoemde combinatie is recent een tweede generieke variant op de markt gekomen. Het eerste generieke product heeft in twee jaar tijd een aandeel van slechts 2% bereikt. Twee zorgverzekeraars hebben met ingang van 2016 die combinatie alleen voor nieuwe gebruikers opgenomen in het preferentiebeleid. Een stijging van het aandeel generiek bij deze combinatie ligt daarmee voor de hand. Overigens neemt het aantal verstrekkingen van de combinatie salmeterol met fluticason al enige jaren af. In vergelijking met 2014 zijn dat er bijna 60.000 minder. Deze daling wordt meer dan gecompenseerd door een toename van het aantal verstrekkingen van de combinatie formoterol met beclometason (Foster) met 80.000. Bij sommige inhalatietherapievormen speelt het type inhalator een belangrijke rol bij de keuze van het geneesmiddel. Iedere leverancier heeft zijn eigen inhalator. Gebruikers van inhalatiemedicatie zullen niet graag van geneesmiddel wisselen want dat betekent ook een wijziging van inhalator. Vandaar de beperking van het preferentiebeleid tot beginnende gebruikers. Bij poederinhalatoren speelt dat minder. Sommige zorgverzekeraars hebben die – onder meer van salbutamol – al enige tijd opgenomen in het preferentiebeleid.
Switchers
Drie kwart van de patiënten aan wie apotheken in de tweede helft van 2015 inhalatiemedicatie verstrekten, had in de anderhalf jaar daarvoor hetzelfde middel eerder gekregen. Van degenen waar het een multisource-geneesmiddel betrof, kreeg 6% ten opzichte van de vorige verstrekking eenzelfde geneesmiddel van een andere leverancier verstrekt. Dit is inclusief de gebruikers die, mogelijk ten gevolge van het preferentiebeleid na een overstap naar een andere zorgverzekeraar, van leverancier moesten wisselen.
Figuur 1: Verdeling van verstrekkingen van inhalatiemedicatie naar substitutiemogelijkheid.
De helft van de inhalatiemedicatie betreft multisource-middelen.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.