Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2016 / Afwijking preferentiebeleid bij zesde deel verstrekkingen

Afwijking preferentiebeleid bij zesde deel verstrekkingen

6 mei 2016, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 151 Nr 18/19

Apothekers leveren bij een zesde deel van de verstrekkingen binnen het preferentiebeleid een ander geneesmiddel af dan het door de zorgverzekeraar aangewezen preferente middel. Apothekers geven aan dat dit bij 56% van de afwijkingen een medische noodzaak heeft en bij 44% een logistieke noodzaak. Dit meldt de SFK in het Pharmaceutisch Weekblad.

Sinds begin dit jaar vraagt de SFK via de gebruikelijke aanleverprocedure informatie op over de reden van het afleveren van niet-preferente geneesmiddelen. Vanwege mogelijk andere contractafspraken beperkt de SFK deze analyse tot verstrekkingen aan verzekerden van zorgverzekeraars die – voor zover ons bekend – bij alle apotheken preferentiebeleid voeren. Daarnaast zijn weekleveringen in een baxterrol uitgesloten van de analyse. Vastleggen Bij 83% van de verstrekkingen die in de eerste drie maanden van 2016 binnen de analysegroep aan het preferentiebeleid onderhevig waren, verstrekte de apotheek het preferente middel. Bij 17%, een zesde deel, moest de apotheek afwijken. Deze 17% van het preferentiebeleid afwijkende verstrekkingen is als volgt opgebouwd. In 5,3% van de gevallen heeft de apotheek geen reden voor de afwijking vastgelegd. Bij 5,2% is ‘logistieke noodzaak’ vastgelegd als reden. Dat wil zeggen dat het preferente middel niet (tijdig) door de apotheek aan de verzekerde kon worden verstrekt. Bij 6,6% van de verstrekkingen geeft de apotheek ‘medische noodzaak’ op als reden. Daarvan is sprake als voorschrijver en apotheker van mening zijn dat er medische gronden zijn waarop behandeling met het preferente middel niet verantwoord is. Als we de niet-vastgelegde afwijkingen buiten beschouwing laten, is 56% van de afwijkingen vanwege een medische noodzaak en is er bij 44% een logistieke noodzaak.

Logistieke noodzaak

Het geneesmiddel waarbij apothekers volgens eigen opgave naar verhouding het vaakst afweken van het preferentiebeleid, is irbesartan 150 mg in tabletvorm. Slechts in 5% van de gevallen is het preferente middel verstrekt. Bij deze verstrekkingen legden apothekers meestal logistieke noodzaak als reden vast. Dit komt omdat er leveringsproblemen zijn (geweest) met het preferente middel. Andere geneesmiddelen met veel afwijkingen vanwege logistieke noodzaak waren doxycycline dispertabletten van 100 mg, amoxicilline/clavulaanzuurtabletten van 500/125 mg, metforminetabletten van 850 mg en glicazidetabletten met gereguleerde afgifte van 30 mg. Een deel van deze afwijkingen wordt veroorzaakt doordat verzekeraars per 1 januari nieuwe preferente middelen hebben aangewezen. Na deze aanwijzing hebben fabrikanten, groothandels en apotheken tijd nodig om de distributie te organiseren.

Medische noodzaak

Carbamazepine 400 mg en 200 mg staan hoog op de lijst met afwijkingen van het preferentiebeleid vanwege medische noodzaak. Hierbij speelt een rol dat het preferentiebeleid alleen van toepassing is op nieuwe gebruikers. Een ander middel met een hoge medische noodzaak zijn pregabalinecapsules van 75 mg, 150 mg en 300 mg. Fabrikant Pfizer heeft voor het origineel Lyrica tot juli 2017 een patent op de indicatie neuropathische pijn. Hierdoor mogen apotheken de generieke varianten formeel niet voor deze indicatie afleveren

Grafiek: Aantal verstrekkingen in preferentiebeleid naar reden van afwijking, eerste kwartaal 2016.

verstrekkingen in preferentiebeleid naar reden van afwijking Q1 2016.

Bij 5,3% heeft de apotheek geen reden voor de afwijking vastgelegd

 

.

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top