Aandeel risicopillen in vijf jaar met kwart afgenomen
8 september 2016, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 151 Nr 36
Het gebruik van anticonceptiepillen die bestaan uit een combinatie van een oestrogeen en een progestageen brengt beperkte tromboserisico’s met zich mee. Dit risico is voor de derde- en vierdegeneratiepillen groter dan voor pillen van de tweede generatie. Daardoor zijn de tweedegeneratiepillen eerste keus in de NHG-richtlijn. Omdat het risico vooral voor startende gebruikers van belang is, hoeven vrouwen die de derde- en vierdegeneratiepillen al (enige) jaren gebruiken daar niet mee te stoppen.
Begin 2013 kwam de Diane-35-pil, die qua risico vergelijkbaar is met de derde- en vierdegeneratiepil, in opspraak vanwege het tromboserisico. In de nasleep daarvan kreeg het advies om nieuwe gebruikers niet te laten starten met derde- en vierdegeneratiepillen opnieuw aandacht.
Aandeel risicopillen
Nederlandse apothekers verstrekken jaarlijks aan rond de 1,8 miljoen vrouwen hormonale anticonceptiva. Het aandeel van hen met een pil met een verhoogd tromboserisico bedroeg in 2010 bijna 24%. Dit aandeel nam jaarlijks al iets af, maar de Diane-35- discussie leidde tot een sterkere daling, waardoor het aandeel in 2015 uitkwam op 18%. Dit komt neer op een afname met een kwart in vijf jaar tijd.
Van de pilgebruiksters zijn er ongeveer 650.000 jonger de 25 jaar. Ook binnen deze groep daalde het aandeel met een risicopil de afgelopen jaren met een kwart. In 2010 was het aandeel met 14,0% al een stuk lager dan dat voor alle pilgebruiksters. In 2015 bedroeg het 10,5%.
De leeftijdsgroep met het hoogste aandeel risicopillen (25%) bestond in 2015 uit vrouwen van 40 tot en met 44 jaar. Dezelfde groep vrouwen had ook in 2010 – toen tussen de 35 en 39 jaar oud – met ruim 31% het hoogste aandeel.
Starters
Ondanks het advies starten er toch nog vrouwen met een derde- of vierdegeneratiepil. Van de jonge pilgebruiksters zijn dat er jaarlijks bijna vijfduizend. Dat komt overeen met bijna 6% van alle vrouwen die in die leeftijdsgroep met de pil starten. In totaal begonnen het afgelopen jaar ruim 18.000 vrouwen met een derde- of vierdegeneratiepil. Dat komt neer op ruim 9% van alle starters. Hierbij moet worden opgemerkt dat de SFK een definitie hanteert waarbij een starter iemand is aan wie een jaar geen hormonale anticonceptie is afgeleverd. Hierdoor tellen ook herstarters, na bijvoorbeeld een zwangerschapswens, mee als starter als ze weer met hun ‘oude’ pil doorgaan.
Diane-35
Het gebruik van de Diane-35-pil en de generieke varianten daalt nog steeds sterk. Gebruikten in 2012 vóór alle commotie 180.000 vrouwen dit middel, in 2015 waren dat er nog maar 44.000, een daling met 75%. Sinds 2014 wordt dit middel niet meer vergoed vanuit het basispakket, ook niet voor vrouwen van 20 jaar en jonger.
Grafiek: Aantal gebruiksters van de anticonceptiepil en aandeel van hen met een verhoogd-risicopil
Gebruik van meer risicovolle pillen neemt langzaam af
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.