Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2014 / Gynaecologen: uitgavenaandeel IVF hoog

Gynaecologen: uitgavenaandeel IVF hoog

29 mei 2014, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 149 Nr 22/23

Nederlandse apotheken verstrekten vorig jaar 600.000 keer een door gynaecologen voorgeschreven geneesmiddel. 55% van de uitgaven hieraan gingen naar ovulatiestimulerende middelen, waaronder die voor IVF.

Van de ruim 28 miljoen in 2013 door specialisten voorgeschreven geneesmiddelen komt 2,1% uit de pen – of computer – van een gynaecoloog. De totale uitgaven aan door specialisten voorgeschreven geneesmiddel kwamen vorig jaar uit op € 1,4 miljard. 2,5% hiervan komt op het conto van de gynaecologen.
De gemiddelde uitgaven per voorschrift van gynaecologen zijn met 57 euro iets hoger dan de 49 euro voor een gemiddeld specialistenrecept.

Geslachtshormonen

Gynaecologen schrijven vooral middelen voor om de vruchtbaarheid te beïnvloeden of bij de overgang. 43% van de door gynaecologen voorgeschreven geneesmiddelen behoort tot de groep geslachtshormonen en modulatoren van het genitale stelsel (ATC2-code G03). In het overzicht op ATC3-niveau van wat de gynaecologen het meest voorschrijven behoren de bovenste vier alle tot die G03-groep (zie tabel).
Het overzicht wordt aangevoerd door de ovulatie stimulerende middelen (ATC3-code G03G) die onder meer ingezet worden bij in-vitrofertilisatie (IVF). Ze worden ook vrijwel uitsluitend door gynaecologen voorgeschreven. De uitgaven aan deze middelen maken meer dan de helft – 55% – uit van de geneesmiddeluitgaven van de gynaecologenreceptuur. Dat aandeel zal naar verwachting in 2014 drastisch dalen, aangezien de geneesmiddelen die bij IVF worden toegepast met ingang van 1 januari 2014 zijn overgeheveld naar het ziekenhuisbudget. Tweede in het overzicht staan de hormonale anticonceptiva (G03A). Hoewel het aantal voorschriften van deze middelen 9% uitmaakt van de gynaecologenreceptuur, vormt dat aantal slechts 1,6% van het totale aantal verstrekkingen van deze anticonceptiva.

Meer dan gemiddeld

Op de vijfde plaats van de meest door gynaecologen voorgeschreven geneesmiddelgroepen staan de ijzerpreparaten. Ze worden naar verhouding 10 keer vaker dan gemiddeld door gynaecologen voorgeschreven. Ze dienen voor ondersteuning bij bloedarmoede, die onder meer bij zwangerschap vaker voorkomt.
Binnen de ATC3-groep L02A schrijven gynaecologen vooral triptoreline en leuproreline voor. Deze middelen worden onder andere toegepast bij endometriose. Bij mannen is dat bij prostaatcarcinoom. De middelen uit deze groep worden dan ook voornamelijk door gynaecologen en urologen voorgeschreven.
Andere geneesmiddelgroepen die gynaecologen vaak voorschrijven zoals pijnstillers, maagzuurremmers en laxeermiddelen, hebben een toepassing van meer algemene aard. Gynaecologen schrijven deze middelen gemiddeld net zo vaak voor als andere artsen.

Tabel 1: Door gynaecologen voorgeschreven geneesmiddelen t.o.v. alle gynaecologische voorschriften (2013)

rang

geneesmiddelgroep

ATC3

toepassing

geneesmiddel
uit groep

aandeel voorschriften

aandeel uitgaven

1

ovulatie stimulerende middelen

G03G

verminderde vruchtbaarheid

follitropine

19 %

55 %

2

hormonale anticonceptiva

G03A

zwangerschaps preventie

levonorgestrel / ethinylestradiol

9 %

3 %

3

oestrogenen

G03C

o.a. overgangsklachten

estriol

8 %

3 %

4

progestagenen

G03D

vruchtbaarheid regulatie

progesteron

7 %

2 %

5

ijzerpreparaten

B03A

bloedarmoede

ferrofumaraat

5 %

1 %

6

nsaid’s

M01A

bij pijn

diclofenac

4 %

1 %

7

laxantia

A06A

bevordering darmlediging

macrogol-combinaties

4 %

1 %

8

hormonen

L02A

o.a. bij endometriose

triptoreline

4 %

12 %

9

enkelvoudige corticosteroïden

D07A

eczeemachtige huid aandoeningen

clobetasol

3 %

1 %

10

maagzuurremmers

A02B

remming maagzuur

omeprazol

2 %

1 %

Het merendeel van de uitgaven aan gynaecologische geneesmiddelen betreft ovulatiestimulerende middelen; dit jaar voor het laatst via de openbare apotheek


Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top