Therapietrouw zichtbaar
20 februari 2014, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 149 Nr 8
In samenwerking met de KNMP introduceert de SFK de therapietrouwrapportage. Hierin wordt voor twaalf groepen geneesmiddelen per patiënt, aan de hand van de per keer verstrekte hoeveelheden en de bijbehorende doseringsadviezen, de mate van therapietrouw berekend. Als de patiënt de volgende portie van het geneesmiddel vaker later afhaalt dan de berekende datum, sluit het gebruik van de verstrekte hoeveelheden mogelijk niet op elkaar aan en is de patiënt potentieel niet therapietrouw. Hoe meer tijd er tussen de berekende datum en de werkelijke verstrekkingsdatum ligt, hoe lager de therapietrouw.
Patiënten opsporen
Om apothekers te ondersteunen bij het verbeteren van de therapietrouw van hun patiënten bevat de webrapportage een lijst met de potentiële therapieontrouwe patiënten. Daarin staan de patiënten bovenaan van wie recent de therapieontrouw is gebleken. Van patiënten die al geruime tijd geen geneesmiddelen van de apotheek hebben betrokken, wordt geen therapietrouw bepaald. Omdat niet uit te sluiten is dat ze toch therapieontrouw zijn, staan ze op een aparte lijst. Speciale aandacht is er voor de therapietrouw van patiënten die mogelijk gestopt zijn met het gebruik van het geneesmiddel.
Apotheekscore
De therapietrouw wordt per geneesmiddel(groep) per patiënt uitgedrukt in een percentage. Het gemiddelde van deze percentages van alle patiënten van een apotheek is een maat voor de apotheekscore op therapietrouw. De landelijke cijfers in de webrapportage geven de apothekers inzicht in welke mate verbetering van de apotheekscore van therapietrouw redelijkerwijs mogelijk is. Vergelijkbare therapietrouwscores voor verschillende geneesmiddelgroepen blijken in de praktijk niet dezelfde verbeterpotentie te hebben (zie de tabel). Therapietrouwcijfers zijn ongeschikt om apotheken te beoordelen. Dit komt vooral omdat de SFK nog niet kan signaleren of patiënten hun geneesmiddelen van verschillende apotheken betrekken. De therapietrouw van een patiënt kan door de SFK dan ook niet daarop worden gebaseerd. Bovendien heeft de apotheker beperkte invloed op de apotheektrouw van patiënten.
Score per groep
Therapietrouwcijfers van thrombocytenaggregatieremmers (TAR’s) zijn landelijk met gemiddeld 89% het hoogst, terwijl de middelen bij osteoporose met 68% de laagste therapietrouw laten zien. Ook de lisdiuretica scoren met gemiddeld 73% laag. In vergelijking met eerdere berekeningen van therapietrouw, bijvoorbeeld die al onderdeel uitmaken van SFK-webrapportages per geneesmiddelgroep of aandoening, heeft de KNMP de onderliggende algo ritmes verbeterd. Zo worden náást elkaar gebruikte geneesmiddelen onderscheiden van, elkaar opvolgende of vervangende middelen.
Tabel 1: Apotheekscores op therapietrouw, zoals in de webrapportage (gefingeerd), voor twee geneesmiddelen
Geneesmiddelgroep |
Apotheekscore |
Landelijke percentielen | ||
---|---|---|---|---|
|
10% |
50% |
90% | |
TAR’s (B01AC) | 82,8% |
86 |
91 |
93 |
Middelen bij osteoporose (M05B) | 82,9% |
20 |
78 |
84 |
In dit overzicht is de verbeterpotentie bij de osteoporosemiddelen lager dan de verbeterpotentie bij de TAR's, omdat de apotheek daar al bijna tot de 10% hoogst scorende apotheken hoort en bij de TAR’s tot de 10% laagst scorende apotheken. |
Apotheekscore zegt alleen iets in relatie tot referentiecijfers
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.