Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2014 / Structureel lager gebruik slaap- en kalmeringsmiddelen

Structureel lager gebruik slaap- en kalmeringsmiddelen

11 december 2014, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 149 Nr 50

De nadere voorwaarden die de overheid vanaf 2009 stelde aan de vergoeding van benzodiazepinen, hebben gezorgd voor een structureel lager gebruik. In de afgelopen jaren bleef het gebruik van benzodiazepinen bovendien een licht dalende tendens vertonen. Maar het deel daarvan dat ten laste kwam van de basisverzekering nam toe.

Sinds 1 januari 2009 is de vergoedingsaanspraak van slaap- en kalmeringsmiddelen ingeperkt. Verzekerden hebben uitsluitend recht op vergoeding van benzodiazepinen uit de basisverzekering als ze worden toegepast bij epilepsie, bij sommige ernstige vormen van angststoornissen, bij multipele psychiatrische problematiek en als palliatieve sedatie.
Voor diazepam geldt dat het gebruik ook voor vergoeding binnen de basisverzekering in aanmerking komt voor patiënten die door spierspasmen niet meer kunnen lopen en bij wie andere medicijnen niet (meer) werken. Deze voorwaarden staan in Bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Als de behandelend arts vindt dat vergoeding van de benzodiazepinen is aangewezen, vermeldt de arts eenmalig ‘conform bijlage 2’ of de code B2 op het recept om deze recepten te onderscheiden van die met benzodiazepinen die door de patiënt zelf moeten worden betaald.

Structureel effect

De toenmalige minister beperkte de vergoeding omdat benzodiazepinen vaak te lang en te gemakkelijk zouden worden gebruikt en omdat eerdere maatregelen – waaronder beperking van de hoeveelheid  af te leveren medicatie tot maximaal een maand – niet het gewenste resultaat bereikten. De vergoedingsbeperking had bij een deel van de gebruikers een direct effect. Zij stopten. Gemeten in aantal standaarddagdoseringen  (DDD) verstrekten openbare apothekers in 2009 ruim 15% minder benzodiazepinen dan in het jaar daarvoor.
Vóór de maatregel verstrekten apothekers gemiddeld 52,2 miljoen DDD’s per kwartaal en na de maatregel daalde dat tot gemiddeld 44,2 miljoen. Dit effect bleek structureel. Net als vóór de maatregel blijft hierbij zelfs een licht dalende tendens in het totale gebruik zichtbaar. In het derde kwartaal van 2014 kwam het aantal verstrekte DDD’s uit op 42,3 miljoen.

Eigen rekening

Behalve met het gebruik ervan te stoppen, kunnen patiënten er natuurlijk ook voor kiezen hun slaap- en kalmeringsmiddelen zelf te betalen. Het gebruik voor eigen rekening nam na introductie van de maatregel duidelijk af. In het derde kwartaal van 2014 werden 23,4 miljoen van de 42,3 miljoen door apothekers verstrekte DDD’s door de patiënten zelf betaald. Dat is 55% van het huidige totale gebruik van benzodiazepinen. In 2010 – een jaar na aanvang  van de vergoedingsmaatregel – namen patiënten gemiddeld nog 28,1 miljoen DDD’s per kwartaal voor eigen rekening. Daar staat tegenover dat de ddd’s die ten laste van de basisverzekering komen, in de afgelopen jaren zijn toegenomen. Van gemiddeld 16,2 miljoen per kwartaal in 2010 tot 18,9 miljoen in het derde kwartaal van 2014.

Figuur 1: Aantal verstrekte DDD’s van benzodiazepines per kwartaal (x miljoen) al dan niet voor eigen rekening

Aantal verstrekte DDD’s van benzo's per kwartaal (x mljn) 2004-2014

Het gebruik van benzodiazepinen ten laste van het basispakket neemt weer langzaam toe.



Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top