Prijzen april beperkt lager
10 april 2014, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 149 Nr 15
De prijzen van receptgeneesmiddelen in het basispakket dalen per 1 april van dit jaar met gemiddeld 0,4% ten opzichte van maart. De daling is het gevolg van de nieuwe maximumprijzen die de minister van VWS op grond van de Wet Geneesmiddelenprijzen (WGP) heeft vastgesteld. Deze wet bepaalt dat de prijs die leveranciers voor een geneesmiddel mogen vragen, niet hoger mag zijn dan een maximum dat gebaseerd is op de gemiddelde prijs van hetzelfde geneesmiddel in België, Duitsland, Frankrijk en Groot–Brittannië. De SFK drukt de ontwikkeling van het prijspeil van geneesmiddelen uit in een index. De SFK bepaalt op maandbasis de verhouding tussen de totale kosten van de door openbare apotheken verstrekte geneesmiddelen en de kosten van dezelfde hoeveelheid van dezelfde middelen tegen de prijzen van de daaropvolgende maand. Wijzigingen in aard en hoeveelheid van de verstrekte geneesmiddelen hebben daardoor geen invloed op de index
Bescheiden
De minister stelt jaarlijks in april en in oktober nieuwe maximumprijzen vast. De prijsdaling van 0,4% na de aanpassing van de maximumprijzen van april van dit jaar is, in vergelijking met het effect van eerdere aanpassingen, bescheiden te noemen. De prijsverlagingen van de fabrikanten van paliperiodon (injecties), nevirapine (tabletten van 400 mg met gereguleerde afgifte) en risperidon (injecties) droegen financieel gezien het meest bij aan het lagere prijspeil. Het valt op dat in de afgelopen jaren de aanpassingen per oktober een duidelijk sterker prijsdalend effect hadden dan die per april. In vergelijking met april 2013 is het prijspeil van receptgeneesmiddelen in totaal met 3,5% gedaald. Twee derde van deze daling kan aan de WGP worden toegeschreven, de rest vooral aan nieuwe ronden van het preferentiebeleid van zorgverzekeraars.
Reikwijdte
Ten opzichte van april 2007 is het prijspeil van geneesmiddelen inmiddels 33,9% lager. Hiervan is meer dan de helft het directe gevolg van de prijzenwet, die daarmee dus van groter belang blijkt voor de verlaging van de Nederlandse geneesmiddelenprijzen dan het preferentiebeleid. De minister kan voor een geneesmiddel een maximumprijs vaststellen, maar hoeft dat niet te doen. Op dit moment staat 72% van de kosten van receptgeneesmiddelen in de openbare apotheek onder invloed van de WGP. Voor ruim de helft van deze geneesmiddelen is het verschil tussen de apotheekinkoopprijs en de maximumprijs van de betreffende geneesmiddelen minder dan 1%. Van de helft van de geneesmiddelen waarvoor een maximumprijs geldt, is die van april 2013 hoger dan die van oktober 2013. Omdat het om relatief kleine verschillen gaat, bleef het effect van de door de leveranciers doorgevoerde prijsstijgingen steken op slechts 0,2%.
Figuur 1: Prijsontwikkeling receptgeneesmiddelen op basis van SFK-prijsindex sinds 2007
De geneesmiddelprijzen zijn sinds 2007 gemiddeld met 33,9% gedaald.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.