Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2014 / Medicatie beoordeeld

Medicatie beoordeeld

24 april 2014, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 149 Nr 17

Medicatiebeoordeling is sinds 2012 een aparte prestatie. Patiënten met een medicatiebeoordeling gebruiken vooral maagzuurremmers gecombineerd met bloedverdunners en hogebloeddrukmiddelen.

Met ingang van 2012 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bepaald dat de medicatiebeoordeling chronisch geneesmiddelengebruik een zelfstandig te declareren prestatie is binnen de farmaceutische zorg. Deze prestatie kan globaal omschreven worden als een systematische beoor deling van het geneesmiddelgebruik van een individuele patiënt, door arts, apotheker en patiënt en/of diens vertegenwoordiger. Met deze laatste(n) moet het farmacotherapeutisch behandelplan worden besproken. Van de in de apotheekinformatiesystemen geregistreerde medicatiebeoordelingen die in 2013 aan de SFK zijn aangeleverd, is het geneesmiddelgebruik van de betreffende patiënten onderzocht.

Meer vrouwen

Van de patiënten voor wie apothekers een medicatiebeoordeling uitvoerden, is 59% een vrouw. De gemiddelde leeftijd van alle patiënten is 75 jaar, waarbij het leeftijdsverschil tussen mannen en vrouwen klein is. De SFK constateert dat 82% van de patiënten voor wie een medicatiebeoordeling is uitgevoerd, een patiënt met polyfarmacie is. Daarvan is sprake als iemand vijf of meer geneesmiddelen op ATC3-niveau chronisch – negentig dagen of langer – gebruikt. Ook hier is nauwelijks verschil tussen mannen of vrouwen. Vrijwel alle patiënten (90%) voor wie in 2013 een medicatiebeoordeling is uitgevoerd, maakten alleen al op basis van het geneesmiddelgebruik het eigen risico vol. Sinds dit jaar worden medicatiebeoordelingen voor het eerst door vrijwel alle zorgverzekeraars apart geprijsd. Omdat de medicatiebeoordeling in principe onder het eigen risico valt, zou dit slechts voor 10% van de groep patiënten gevolgen hebben. En dan nog alleen indien zij geen eigen risico verschuldigd zijn voor andere zorg, zoals specialistische zorg. Overigens houden sommige zorgverzekeraars dit jaar de medicatiebeoordeling buiten het eigen risico.

Combinaties

Als ook de incidentele medicatie in aanmerking wordt genomen, blijkt dat 92% van de patiënten met een medicatiebeoordeling minimaal vijf verschillende geneesmiddelen (op ATC3-niveau) gebruikte, ruim twee derde zelfs acht of meer. Als iemand meerdere geneesmiddelen binnen een ATC3-groep gebruikt, worden deze middelen op ATC3-niveau als één geneesmiddel geteld.
Als we kijken naar welke soorten geneesmiddelen de patiënten gebruiken dan blijkt dat 62% een combinatie van minimaal één geneesmiddel uit de ATC-hoofdgroepen: A, B en C gebruikt. Binnen deze ATC-hoofdgroepen zijn vooral maagzuurremmers (A), middelen ter preventie van bloedstolling (B) en middelen bij hoge bloeddruk (C) veel toegepast. Daarnaast kunnen ze ook geneesmiddelen uit andere groepen gebruiken. Toch gebruikt 5% van alle patiënten uitsluitend zo’n combinatie. 32% van alle patiënten krijgt een combinatie van minimaal middelen uit de groepen A, B, C en uit groep N (zenuwstelsel).

Figuur 1: Aantal geneesmiddelen (op ATC3-niveau) per patiënt met medicatiebeoordeling, procentueel gecumuleerd
Aantal geneesmiddelen  per patiënt met medicatiebeoordeling, procentueel gecumuleerd

70% van de patiënten met een medicatiebeoordeling gebruikt minimaal acht geneesmiddelen

 


Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top