80% antidepressiva generiek
26 juni 2014, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 149 Nr 26
Antidepressiva zijn op grond van hun werking onderverdeeld in verschillende groepen. Van jaar tot jaar beschouwd zijn er ten aanzien van het gebruik van antidepressiva nauwelijks noemenswaardige ontwikkelingen te melden. Dit geldt zowel binnen de groepen als tussen de groepen onderling. Als verder terug wordt gekeken zijn er wel vermeldenswaardige verschuivingen. De niet-selectieve monoamine-heropnameremmers – ook wel klassieke of tricylische antidepressiva (TCA’s) – genoemd, zijn het langst op de Nederlandse markt. Van alle door openbare apotheken verstrekte anti-depressiva is, gemeten in standaarddagdoseringen (DDD), het aandeel van deze TCA’s in de afgelopen tien jaar gedaald van 13% naar 12%. De selectieve serotonine opnameremmers (SSRI’s) die in de tweede helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw beschikbaar kwamen, zagen hun aandeel in de afgelopen tien jaar met 4 procentpunt afnemen, van 67% naar 63%. Daarmee blijven de SSRI’s de meest gebruikte antidepressiva. Er is maar één groep waarvan het aandeel toenam in die periode. Dat is de groep van de overige anti-depressiva. Hun aandeel steeg van 18% naar 24%. De antidepressiva van het mono-amine-oxidase type (MAO-remmers) waren in de afgelopen tien jaar gedurende de hele periode goed voor een aandeel van zo’n 1%. In totaal worden nu meer antidepressiva gebruikt dan tien jaar geleden. Het gebruik nam in deze periode jaarlijks met gemiddeld 2,8% toe. Hiermee vergeleken is de groei van 1,5% in 2013 bescheiden van aard.
Werkzame stof
Paroxetine is van de SSRI’s het meest gebruikte middel. Toch nam van deze werkzame stof het aandeel verstrekte DDD’s ten opzichte van alle anti-depressiva in de afgelopen tien jaar sterk af, namelijk van 34% naar 21%. Daar pro"teerden de SSRI’s citalopram en sertraline van. Van beide nam in deze periode het aandeel met drie procentpunten toe tot respectievelijk 16% en 10%. De naar verhouding meeste winst was er voor escitalopram, de linksdraaiende isomeer van citalopram. Dit middel heeft in de afgelopen tien jaar met 7% een aanzienlijk marktaandeel verworven. Van de overige antidepressiva is venlafaxine de belangrijkste vertegenwoordiger. Het heeft in 2013 een aandeel van 13%. In de afgelopen tien jaar zijn er drie nieuwe antidepressiva geïntroduceerd. Deze drie, duloxetine, bupropion en agomelatine, behoren tot de overige antidepressiva en namen in 2013 gezamenlijk een aandeel van 4% van alle verstrekte antidepressiva voor hun rekening.
Generiek
Op deze drie laatstgenoemde geneesmiddelen rust nog een patent. Voor de meeste andere antidepressiva is dat niet meer het geval. Daardoor is het aandeel generiek binnen de antidepressiva in de afgelopen tien jaar sterk toegenomen: van 59% tot 81% in 2013. Het aandeel generiek zal in 2014 naar verwachting verder oplopen, vanwege het patentverloop van escitalopram jongstleden april.
Figuur 1: Door openbare apotheken verstrekte antidepressiva in DDD’s, 2004 t/m 2013
Ondanks een teruglopend aandeel, worden SSRI’s al jaren het meest gebruikt
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.