Transdermale pleister stevig in opmars
5 december 2013, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 148 Nr 49
Transdermale geneesmiddelen worden weliswaar op de huid aangebracht, maar hebben hun werking niet op of in de huid. De huid fungeert als transportmiddel voor de werkzame stof die meestal in de vorm van een pleister, soms als een gel, daarop wordt aangebracht. Het middel diffundeert door de huid naar de bloedsomloop en wordt zo door het lichaam verspreid. Uit een pleister komt het geneesmiddel met een vaste hoeveelheid per tijdseenheid beschikbaar, waardoor de bloedspiegel van de werkzame stof een gelijkmatig beeld vertoont. De frequentie waarmee de pleisters moeten worden vervangen hangt af van het product, maar is doorgaans lager in vergelijking met het orale gebruik van hetzelfde middel.
Stijging
Het aantal verstrekkingen van transdermale middelen neemt gestaag toe, sinds 2004 jaarlijks met gemiddeld 10,7%. Dit jaar wordt, net als in 2004 toen de Nederlandse openbare apotheken in totaal 350.000 keer een geneesmiddel voor transdermale toepassing verstrekten, de opioïde pijnstiller fentanyl het meest verstrekt binnen die groep. Dit jaar komt het aantal verstrekkingen van fentanylpleisters uit op 490.000. In 2004 waren dat er 160.000. De gemiddelde jaarlijkse groei over die periode bedraagt daarmee 13%, een percentage dat iets hoger is dan dat van de hele groep transdermale producten. Het op één na meest verstrekte transdermale geneesmiddel in 2013 is met bijna 175.000 verstrekkingen ook een opioïde pijnstiller, namelijk buprenorfine. Het middel verscheen in deze toedieningsvorm rond 2007 op de markt. De werkingsduur van opioïde pleisters varieert van drie tot zeven dagen. Per werkzame stof zijn ook verschillende sterktes beschikbaar. Dat betekent in dit geval dat er productvarianten zijn waarmee per tijdseenheid verschillende vaste hoeveelheden worden afgegeven.
Afgenomen
Pleisters met nitroglycerine, bij angina pectoris, en met het oestrogeen estradiol, dat hormoonsuppletie ten doel heeft, namen in 2004 met respectievelijk 80.000 en 60.000 verstrekkingen de plaatsen twee en drie in. Sindsdien is het gebruik van beide pleisters afgenomen. Rond 2004 werd bekend dat langdurig postmenopauzale hormoonsuppletie in verband werd gebracht met een verhoogde kans op baarmoederslijmvlieskanker. Dat is voor de estradiolpleister de meest waarschijnlijke reden voor de afname van het aantal verstrekkingen dat in 2003 nog meer dan 100.000 bedroeg. Nitroglycerinepleisters moeten dagelijks worden vervangen en estradiolpleisters tweemaal per week.
Stoppen met roken
Nicotine, dat bij stoppen met roken wordt gebruikt, is beschikbaar in diverse toedieningsvormen, waaronder pleisters. Omdat geneesmiddelen met nicotine ook via de drogist verkrijgbaar zijn, maakt de omzet via de apotheek maar een deel uit van het totaal. De verhoogde omzet van de nicotinepleisters in 2011 is het gevolg van de vergoeding uit de basisverzekering waarvoor geneesmiddelen binnen stoppen-met-rokenprogramma’s in aanmerking kwamen. Dat dit in 2012 niet het geval was en in 2013 weer wel komt ook tot uitdrukking in de verstrekkingencijfers.
Andere toepassingen
Het dementiemiddel rivastigmine is sinds 2008 ook als pleister op de markt. In de eerste jaren nam het gebruik in die vorm sterk toe, maar het aantal verstrekkingen stabiliseert al enige jaren op het niveau van ruim 80.000. De pleisters moeten dagelijks worden vervangen. Ook vermeldenswaard zijn de anticonceptiepleister met dit jaar 15.000 verstrekkingen, de scopolaminepleister ter voorkoming van reisziekte met zo’n 6.000 verstrekkingen per jaar en de relatief nieuwe – sinds 2009 – pleister met het Parkinsonmiddel rotigotine die dit jaar naar verwachting 10.000 keer wordt verstrekt.
Tot slot
Er is in Nederland één geneesmiddel voor transdermale toepassing beschikbaar in de vorm van een gel, namelijk testosteron. Het wordt gebruikt als het lichaam zelf te weinig testosteron aanmaakt. De gehele inhoud van een sachet of een tubetje wordt op de huid van schouders of buik uitgesmeerd, waarna het transdermale proces begint. De gel wordt dit jaar 33.000 keer verstrekt.
Figuur 1: Ontwikkeling van het aantal verstrekkingen van transdermale geneesmiddelen (2004-2013)
70% van de verstrekkingen van transdermale geneesmiddelen in 2013 is een opioïde pijnstiller
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.