Prijsverhogingen vooral Amsterdams risico
4 april 2013, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 148 Nr 14
Op grond van de Wet Geneesmiddelenprijzen (WGP) stelt de overheid twee keer per jaar maximumprijzen voor geneesmiddelen vast. Fabrikanten mogen apotheken geen hogere prijs in rekening brengen dan deze vastgestelde maximumprijs. Deze prijs is gebaseerd op de gemiddelde prijs van dezelfde geneesmiddelen in België, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië.
De SFK volgt de prijsontwikkelingen, onder andere die ten gevolge van de WGP, op maandbasis. Hiertoe worden de totale kosten van de door openbare apotheken verstrekte geneesmiddelen vergeleken met die van dezelfde hoeveelheid van dezelfde geneesmiddelen tegen de prijzen van de daaropvolgende maand. Zo ontstaat een prijsindex waarop wijzigingen in aantal en aard van de verstrekte geneesmiddelen geen invloed hebben.
Gemiddeld prijspijl
De meest recente vaststelling van de maximumprijzen leidt in april van dit jaar tot een daling van het prijspeil van receptgeneesmiddelen met 0,6% in vergelijking met maart 2013. Ten opzichte van januari 2007 ligt het gemiddelde prijspeil inmiddels 31,7% lager. Hiervan is de helft het directe gevolg van de prijzenwet. Het overige deel kan vooral aan prijsdalingen ten gevolge van het preferentiebeleid worden toegeschreven. Dit beleid heeft met name effect gehad op de prijzen van generieke geneesmiddelen. Van deze middelen liggen de prijzen 76,9% lager dan in januari 2007.
Atripla en Truvada
De aanpassing van de maximumprijzen zorgt niet alleen voor dalende prijzen, maar geeft fabrikanten ook ruimte voor prijsverhogingen. In de meest recente ronde hebben leveranciers van de hiv-middelen Atripla en Truvada hiervan gebruikgemaakt. De fabrikanten hanteren een prijs die gelijk is aan de maximumprijs die ze op grond van de WGP in rekening mogen brengen. Dit blijkt uit de prijsontwikkelingen in de recente jaren. In oktober 2011 dwong de WGP voor Truvada een prijsverlaging af. De apotheekinkoopprijs (AIP) per dertig stuks lag in die maand op € 547. In oktober 2012 en april 2013 maakte de fabrikant maximaal gebruik van de door de WGP geboden ruimte. Hierdoor komt de prijs nu uit op € 557 voor dertig stuks. Voor Atripla geldt hetzelfde verhaal. In oktober 2011 was er eerst een prijsverlaging. De AIP lag toen op € 828 per dertig stuks. Zowel in oktober 2012 als in april van dit jaar gaf de WGP ruimte om de prijs te laten stijgen. Die ligt inmiddels op € 848 per dertig stuks.
Achmea
Vooral door contractbepalingen bij Achmea vormen deze door fabrikanten verhoogdeprijzen een extra bedrijfsrisico voor apotheken. Achmea hanteert voor de vergoeding aan apotheken de Achmea Geneesmiddelen Prijs (AGP). Voor deze AGP is de AIP in oktober 2011 uitgangspunt. Achmea hanteert jaarlijks in april en oktober een peilmoment dat samenvalt met de prijsaanpassingen ten gevolge van de WGP. In het geval van Truvada en Atripla ligt de AIP hoger dan de prijs in oktober 2011 en geldt de AGP van die maand. Voor die middelen leiden de prijsverhogingen van oktober 2012 en april 2013 tot een verlies dat inmiddels is opgelopen tot respectievelijk € 10,47 en € 20,33 per dertig stuks. Aangezien ongeveer de helft van het totale gebruik van deze middelen in Amsterdam plaatsvindt en Achmea daar de grootste verzekeraar is, treft deze problematiek met name Amsterdamse apotheken. Voor een Amsterdamse apotheek kan het verlies op deze middelen door de prijsverhogingen op jaarbasis oplopen tot een bedrag van € 20.000.
figuur 1: Prijsontwikkeling van receptgeneesmiddelen naar inkoopkanaal ( jan 2007 = 100)
Prijsontwikkelingen sinds 2007 laten het gemiddelde prijspeil met 31,7% dalen.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.