NSAID’s al jaren meest gebruikt
5 september 2013, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 148 Nr 36
Van de op recept voorgeschreven geneesmiddelen vormen op ATC3-niveau de niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (NSAID’s, M01A) al jaren de groep die door het grootste aantal inwoners wordt gebruikt. In 2012 waren dat er 3,3 miljoen. Aan bijna de helft van dit aantal verstrekten de Nederlandse apotheken vorig jaar één keer of vaker het geneesmiddel diclofenac (1,6 miljoen). Ibuprofen kende in dat jaar bijna 1 miljoen gebruikers en naproxen zo’n 500.000. Hierbij moet worden opgemerkt dat als aan één persoon bijvoorbeeld zowel ibuprofen als diclofenac is verstrekt, deze persoon maar één keer meetelt op het ATC3-niveau van de NSAID’s. Vijf jaar geleden, in 2007, was het aantal gebruikers van NSAID’s met 3,2 miljoen bijna net zo groot als in 2012, maar waren de onderliggende verhoudingen wel anders. Toen waren er 1,4 miljoen gebruikers van diclofenac, terwijl het aantal gebruikers van ibuprofen en naproxen in dezelfde grootteorde lag als in 2012.
Structureel meer
Van drie belangrijke ATC3-geneesmiddelgroepen is het aantal gebruikers in de afgelopen vijf jaar structureel toegenomen. In 2012 gebruikten in vergelijking met vijf jaar geleden 800.000 meer mensen een maagzuurremmend geneesmiddel (A02B). De andere twee groepen zijn de cholesterolverlagers (C10A, 425.000 meer gebruikers) en de bloedstollingremmende geneesmiddelen (B01A, 350.000 meer gebruikers). Voor deze laatste groep geldt dat van dat aantal ongeveer 200.000 gebruikers zijn toe te schrijven aan de trombocytenaggregatieremmers, met middelen als acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium en clopidogrel. Er is een toename van bijna 100.000 gebruikers van de vitamine K-antagonisten, zoals acenocoumarol en fenprocoumon. In 2012 gebruikten, tot slot, ongeveer 50.000 meer mensen een geneesmiddel uit de heparinegroep. Het toegenomen aantal gebruikers van maagzuurremmers, cholesterolverlagers en ‘bloedverdunners’ kan worden verklaard door de toegenomen omvang van de populatie waarbinnen deze geneesmiddelen veel gebruikers kennen. De SFK publiceerde een aantal weken geleden over de invloed van de naoorlogse geboortegolf op geneesmiddelengebruikcijfers. Ook speelt de toegenomen aandacht vanuit de richtlijnen voor het preventieve gebruik van geneesmiddelen uit deze groepen bij maagprotectie en cardiovasculair risicomanagement een rol.
Meer dan een miljoen
Er zijn op ATC3-niveau negentien geneesmiddelgroepen die in 2012 meer dan een miljoen gebruikers kennen. De ACE-remmers (C09A), die de negentiende plaats innemen, tellen 21% meer gebruikers dan vijf jaar geleden. Binnen deze negentien geneesmiddelengroepen zijn er nog twee met opvallend verhoogde gebruikersaantallen ten opzichte van 2007. Dat zijn de opioïden (N02A) op plaats 17 met 300.000 (40%) meer gebruikers en, net binnen de top 10, de laxantia (A06A) met 400.000 (35%) meer gebruikers.
Er zijn weinig geneesmiddelgroepen waarvan het aantal gebruikers in de afgelopen vijf jaar is afgenomen. Daarom mag niet onvermeld blijven dat vorig jaar 200.000 mensen minder dan in 2007 benzodiazepines gebruikten uit de anxiolytica-groep (N05B, plaats 16). Deze groep bevat middelen als diazepam en oxazepam. Sinds 2009 zijn de vergoedingsvoorwaarden voor de benzodiazepines aangescherpt, juist met het doel om het gebruik te beperken. Ook van de slaapmiddelen (N05C, plaats 22), die onder ditzelfde regime vallen, is het aantal gebruikers afgenomen, met ruim 100.000. Het beperken van de vergoedingsvoorwaarden van de anticonceptiepil per januari 2011 heeft tot nauwelijks minder gebruiksters geleid, slechts 1.6%.
Tabel 1: Top 20 van geneesmiddelengroepen op ATC3-niveau naar het aantal gebruikers in 2012 vergeleken met 2007
rang |
ATC3 |
Geneesmiddelgroep |
Gebruikers ( x mljn) |
rang |
∆ in % | |
---|---|---|---|---|---|---|
2012 |
|
|
in 2012 |
in 2007 |
2007 |
2007-2012 |
1 |
M01A |
NSAID’s |
3,3 |
3,2 |
1 |
+1% |
2 |
A02B |
Maagzuurremmers |
2,9 |
2,1 |
3 |
+36% |
3 |
J01C |
Penicillinen |
2,3 |
2,2 |
2 |
+1% |
4 |
R01A |
Lokale ontzwelling in de neus |
2,0 |
1,7 |
6 |
+20% |
5 |
C10A |
Cholesterolverlagers |
1,9 |
1,5 |
9 |
+26% |
6 |
B01A |
Bloedstollingremming |
1,9 |
1,5 |
7 |
+20% |
7 |
G03A |
Anticonceptiepil |
1,8 |
1,8 |
4 |
-2% |
8 |
D07A |
Crèmes/zalven met corticosteroïden |
1,8 |
1,7 |
5 |
+3 % |
9 |
C07A |
Bètablokkers |
1,8 |
1,5 |
8 |
+16% |
10 |
A06A |
Laxantia |
1,5 |
1,1 |
13 |
+35% |
11 |
R06A |
Antihistaminica voor systemisch gebruik |
1,5 |
1,4 |
10 |
+4% |
12 |
R03A |
Sympathicomimetica voor inhalatie |
1,4 |
1,3 |
11 |
+7% |
13 |
N02B |
Overige pijnstillers |
1,3 |
1,1 |
14 |
+15% |
14 |
D02A |
Neutrale dermatica |
1,2 |
0,8 |
21 |
+45% |
15 |
N06A |
Antidepressiva |
1,1 |
1,0 |
15 |
+7% |
16 |
N05B |
Anxiolytica |
1,1 |
1,3 |
12 |
-18% |
17 |
N02A |
Opioïden |
1,0 |
0,7 |
25 |
+40% |
18 |
D01A |
Crèmes/zalven met antimycotica |
1,0 |
0,9 |
18 |
+6% |
19 |
C09A |
Ace-remmers |
1,0 |
0,8 |
19 |
+21% |
20 |
J01A |
Antibiotica, tetracyclines |
0,9 |
1,0 |
16 |
-14% |
NSAID’s tellen op ATC3-niveau de meeste gebruikers in 2012 en 2007
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.