Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2012 / Uit het brein van neurologen

Uit het brein van neurologen

28 juni 2012, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 147 Nr 26/27

Een kwart van de geneesmiddelen die Nederlandse apotheken verstrekken op voorschrift van neurologen betreft anti-epileptica. Van het totaal van alle receptgeneesmiddelen die door specialisten worden voorgeschreven nemen de neurologen 3% voor hun rekening.

Bijna een kwart van de geneesmiddelen die neurologen voorschrijven betreft anti-epileptica. Dopaminergica, middelen die worden ingezet bij de ziekte van Parkinson, zijn goed voor 16%. Trombocytenaggregatieremmers maken met 14% de top 3 van neurologenvoorschriften vol. Toch worden specifieke neurologie geneesmiddelen, zoals de anti-epileptica en de dopaminergica voor het merendeel door huisartsen voorgeschreven. Van de anti-epileptica nemen de huisartsen bijna driekwart voor hun rekening, bij de dopaminergica ligt dat met 63% iets lager. Omdat huisartsen het gebruik van deze middelen doorgaans niet initiëren, ligt er in het algemeen een recept van een neuroloog aan ten grondslag. Bovenstaande aandelen zijn gebaseerd op de hoeveelheid verstrekte standaarddagdoseringen (DDD’s). Indien naar het aantal voorschriften wordt gekeken zijn er kleine verschillen in de percentages. Neurologen schrijven 3% van alle door specialisten voorgeschreven receptplichtige geneesmiddelen voor.

Anti-epileptica

Nederlandse apotheken verstrekten in 2011 aan 340.000 personen één keer of vaker een anti-epilepticum. Sinds 2008 toen dit aantal nog 300.000 bedroeg, is er sprake van een gemiddelde jaarlijkse stijging van 4,2%. Dezelfde stijging geldt ook voor de totale hoeveelheid verstrekte anti-epileptica. Valproïnezuur is nog altijd het meest gebruikte anti-epilepticum, maar vanaf 2007 is de jaarlijks verstrekte hoeveelheid van dit middel nagenoeg constant. Voor andere klassieke anti-epileptica, zoals carbamazepine, fenytoïne en fenobarbital geldt dat het gebruik in de afgelopen jaren is afgenomen.
De toename in het gebruik van anti-epileptica komt voor rekening van de nieuwere middelen, zoals pregabaline (Lyrica), levetiracetam (Keppra), lamotrigine (Lamictal) en gabapentine (Neurontin). Van deze middelen valt de snelle afzetontwikkeling van pregabaline op. Dit middel, dat vanaf 2005 beschikbaar is, is nu na valproïnezuur het meest verstrekte middel. Als naar het aantal gebruikers wordt gekeken is pregabaline met 95.000 gebruikers zelfs koploper. Valproïnezuur heeft 20.000 gebruikers minder. Dit lijkt niet logisch maar van pregabaline worden op jaarbasis per persoon gemiddeld minder DDD’s gebruikt dan van valproïnezuur.

Dopaminergica

De behandeling van de ziekte van Parkinson is gericht op een verhoging van dopamineactiviteit in de hersenen. Dopamine kan echter niet als geneesmiddel worden gebruikt, omdat het de bloed-hersenbarrière niet kan passeren. Levodopa dat in het lichaam wordt omgezet in dopamine kan dat wel. Levodopa is het meest werkzame middel tegen Parkinsonsymptomen. Het wordt ter voorkoming van bijwerkingen uitsluitend gebruikt in combinatie met middelen, zoals decarboxylase-remmers, die de omzetting van levodopa buiten de hersenen beperken.
Combinaties van levodopa met alleen een decarboxylase-remmer (Sinemet, Madopar) zijn de meest gebruikte dopaminergica. Ze zijn goed voor 44% van de totale hoeveelheid verstrekte geneesmiddelen in deze groep. Stalevo, een combinatie van levodopa, een decarboxylase-remmer en entacapon is goed voor 6%. Entacapon beperkt de omzetting van levodopa buiten de hersenen nog verder. Nieuwere middelen als ropinirol (Requip) en pramipexol (Sifrol) die een dopamine-werking hebben, bereikten in 2011 een aandeel van respectievelijk 20% en 13%. Binnen de dopaminergica neemt amantadine, een middel dat ook een toepassing kent als griepprofylaxe, met 8% van het gebruik een vierde positie in. De afzet van dit middel kende in 2006 een maximum, waarna een lichte daling is ingezet. Het gebruik van dopaminergica neemt toe. Het aantal personen waaraan de Nederlandse apotheken deze middelen in 2011 hebben verstrekt, bedraagt ruim 80.000.
De laatste jaren stijgt dat aantal met gemiddeld 5% per jaar. De groei in de hoeveelheid verstrekte geneesmiddelen houdt hiermee gelijke tred. Ook het gebruik van de hierboven genoemde combinaties van levodopa met een decarboxylase-remmer, die al lang(er) op de markt zijn, blijft jaarlijks met gemiddeld 5% toenemen.

tabel 1: Anti-epileptica en middelen bij Parkinson kenmerken het voorschrijfpatroon van neurologen

Geneesmiddelgroep

ATC

Toepassing

Aandeel

Anti-epileptica

N03A

Bij epilepsie

24,2%

Dopaminergica

N04B

Bij ziekte van Parkinson

15,8%

Antithrombotica

B01A

Preventie bloedstolling in vaatstelsel

13,9%

Antilipaemica

C10A

Cholesterolverlaging

6,5%

Maagzuurremmers

A02B

Bescherming maagwand

3,9%

Vitamine B12 en foliumzuur

B03B

Anemie preventie

2,8%

Antidepressiva

N06A

Bij depressie

2,7%

Corticosteroïden voor systemisch gebruik

H02A

Ontstekings- en afweerremming

2,2%

NSAID’s

M01A

Ontstekingsremming en bij pijn

2,1%

Bètablokkers

C07A

Diverse toepassingen

1,9%

Door neurologen voorgeschreven geneesmiddelgroepen als aandeel van het totaal door deze specialisten voorgeschreven geneesmiddelen (op basis van DDD’s).

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top