Meer IVF op hogere leeftijd
15 augustus 2012, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 147 Nr 33
In Nederland worden voor vrouwen tot 45 jaar vanuit de basisverzekering maximaal drie IVF-pogingen per vrouw vergoed. In het regeerakkoord van 2010 was opgenomen om € 30 miljoen te bezuinigen op IVF en andere vruchtbaarheidsbehandelingen, door de vergoeding van het aantal IVF-pogingen te beperken van drie naar één. Recentelijk heeft demissionair minister Schippers een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met een alternatief pakket maatregelen waarmee de collectieve uitgaven aan IVF worden beperkt, terwijl de drie pogingen gehandhaafd blijven. De voorgestelde maatregelen zijn afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en Freya, de patiëntenvereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen. De bezuinigingen behelzen onder meer het naar beneden bijstellen van de leeftijdsgrens voor de vergoeding van vruchtbaarheidsbehandelingen naar 43 jaar, en dat bij de eerste twee IVF-pogingen van vrouwen tot 38 jaar nog slechts één embryo wordt teruggeplaatst. Het plan houdt ook in dat goedkopere, merkloze geneesmiddelen (biosimilars) worden voorgeschreven als ze beschikbaar komen, en dat verspilling van medicijnen voor hormonale stimulatie wordt tegengegaan door niet méér voor te schrijven dan daadwerkelijk nodig is. Met dit alternatieve plan, dat per 1 januari 2013 ingevoerd kan worden, verwacht VWS een bezuiniging van € 38 miljoen te realiseren.
Succesrate
Volgens de NVOG is de kans op een zwangerschap na een gestarte IVF-behandeling gemiddeld 25 tot 30%, terwijl de uiteindelijke kans op de geboorte van een kind gemiddeld 20% per IVF-poging is. Na drie IVF-behandelingen is de kans op de geboorte van een kind gemiddeld 40 tot 50%. Dit betekent dat bij ongeveer de helft van alle vrouwen die IVF-behandelingen ondergaan, de behandeling niet tot een zwangerschap leidt. Uit de 17.000 pogingen die in 2010 werden gedaan, zijn in totaal ruim 4.000 kinderen geboren dankzij IVF.
Hormonen
Het follikel stimulerend hormoon en het luteïniserend hormoon, beide behorend tot de gonadotrofinen, zijn verantwoordelijk voor de eisprong (ovulatie) bij de vrouw. Om de ovulatie te stimuleren gebruikt een vrouw bij IVF geneesmiddelen met dezelfde werking als genoemde hormonen. Bij IVF worden daarnaast ook nog een aantal andere hormonen toegepast, onder meer om de activiteit van de hypofyse te onderdrukken. In 2011 verstrekten openbare apotheken 135.000 keer gonadotrofinen, voor een totaalbedrag van € 27,7 miljoen. Hiervan is het meeste geld gemoeid met de middelen follitropine beta (Puregon, € 13 miljoen, 34.000 verstrekkingen) en follitropine alfa (Gonal F, € 8 miljoen, 15.000 verstrekkingen). Gonadotrofinen worden niet alleen gebruikt bij IVF-behandelingen, maar ook bij subfertiliteit ten gevolge van anovulatie.
Verschuiving
Bij IVF-behandelingen worden gonadotrofinen voorgeschreven in combinatie met gonadoreline-analogen of met gonadoreline-antagonisten. In 2011 kregen bijna 13.000 vrouwen tussen de 18 en 50 jaar een dergelijke behandeling. De gemiddelde leeftijd binnen deze groep is 35 jaar; de meest voorkomende leeftijd is 39 jaar. In vergelijking met 2002 is een duidelijk verschil waarneembaar in de leeftijd waarop vrouwen een IVF-behandeling krijgen. Voor alle leeftijden geldt dat het aantal gebruiksters van IVF-medicatie (per 1.000 vrouwen van dezelfde leeftijd) is toegenomen, maar het aantal vrouwen in de groep 37 tot 41 jaar is het hardst gestegen. In deze leeftijdsgroep ligt dit aandeel in 2011 40% hoger dan in 2002.
Het aantal vrouwen van 43 tot 45 jaar, dat het afgelopen jaar in aanmerking kwam voor vergoeding van de kosten van IVF, bedroeg ongeveer 330 (2,6% van alle gebruiksters van IVF-medicatie). Als de voorgestelde maatregelen doorgaan, vervalt voor deze leeftijdsgroep in 2013 de vergoeding.
figuur 1: Het aantal gebruiksters van gonadotrofinen in combinatie met gonadoreline-analogen of met gonadoreline-antagonisten, per 1.000 vrouwen per leeftijdsjaar, in 2002 en 2011
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.