Bijna kwart vrouwen gebruikt NSAID's
3 februari 2012, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 147 Nr 5
Om een indruk te krijgen van het geneesmiddelgebruik van de Nederlandse vrouw onderzocht de SFK het aantal vrouwelijke gebruikers per geneesmiddelgroep op ATC3-niveau in 2011. In het onderzoek zijn alle door artsen voorgeschreven geneesmiddelen betrokken, zowel die tot het basispakket van de zorgverzekering behoren als die voor eigen rekening van de patiënt kwamen. Er is uitsluitend gekeken naar het aantal gebruikers per leeftijdsgroep: de duur van het gebruik en de hoogte van de dosering bleven buiten beschouwing.
Uit de cijfers blijkt dat de groep pijnstillers van het NSAID-type in 2011 het grootste aantal verschillende vrouwelijke gebruikers kent. De Nederlandse apotheken verstrekten vorig jaar aan 1,8 miljoen vrouwen minimaal één keer een middel uit deze groep. Het komt erop neer dat 23% van de vrouwelijke bevolking van ons land zo’n middel heeft gebruikt. Maagzuurremmers komen in de ranglijst van geneesmiddelgroepen met het grootste aantal vrouwelijke gebruikers op de tweede plaats met een aandeel van 22%. De groep anticonceptiepillen komt op de derde plaats met een aandeel van 21%. Hieronder volgt in vogelvlucht een inkijk in de gebruikersaantallen in de onderliggende leeftijdsgroepen.
tabel 1: Aantal vrouwelijke gebruikers van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011
Rang | Geneesmiddelgroep (ATC3-code) | Toepassing | Aantal | Gebruikers als percentage in deze leeftijdsgroep |
---|---|---|---|---|
1 | NSAID (M01A) | Bij pijn | 1.800.000 | 23% |
2 | Maagzuurremmers (A02B) | Remt maagzuurproductie | 1.700.000 | 22% |
3 | Orale anticonceptiva (G03A) | Anticonceptie | 1.650.000 | 21% |
4 | Penicillines (J01C) | Antibiotica | 1.200.000 | 16% |
5 | Dermatica met corticosteroïden (D07A) | Bij eczeem | 1.000.000 | 13% |
6 | Bètablokkers (C07A) | O.a. bij hoge bloeddruk | 950.000 | 12% |
7 | Lokale middelen in de neus (R01A) | Ontzwelling | 950.000 | 12% |
8 | Antihistaminica( R06A) | Bij allergie | 900.000 | 11,5% |
9 | Laxantia (A06A) | Bij verstopping | 900.000 | 11,5% |
10 | Antilipaemica (C10A) | Bij cholesterolverlaging | 850.000 | 11% |
Vijf geneesmiddelgroepen (ATC3) hebben een miljoen vrouwelijke gebruikers of meer.
De (aller)jongsten
Antibiotica van het penicillinetype zijn in 2011 aan 220.000 meisjes in de leeftijdsgroep tot 10 jaar verstrekt. Ruim een kwart (26%) van de meisjes in die leeftijdsgroep heeft minimaal één kuur van zo’n antibioticum gebruikt. De meisjes uit deze leeftijdgroep die deze middelen in 2011 gebruikten, maken 18% van alle vrouwelijke penicillinegebruikers uit. Neutrale dermatica zonder werkzaam bestanddeel en dermatica met enkelvoudige corticosteroïden werden door ongeveer 11% van de meisjes in de deze leeftijdsklasse gebruikt.
tabel 2: Aantal vrouwelijke gebruikers (0 – 10 jaar) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011
Rang | Geneesmiddelgroep (ATC3-code) | Toepassing | Aantal | Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 0-10 jaar |
---|---|---|---|---|
1 | Penicillines (J01C) | Antibiotica | 220.000 | 26% |
2 | Neutrale huidmiddelen (D02A) | O.a. bij eczeem | 96.000 | 11% |
3 | Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) | O.a. bij eczeem | 96.000 | 11% |
4 | Sympathicomimetica voor inhalatie (R03A) | Luchtwegverwijding | 80.000 | 9% |
5 | Huidmiddelen met antibiotica (D06A) | Bij huidinfecties | 75.000 | 8,5% |
6 | Lokale middelen in de neus (R01A) | Ontzwelling | 73.000 | 8% |
7 | Laxantia (A06A) | Bij verstopping | 71.000 | 8% |
8 | Antihistaminica( R06A) | Bij allergie | 66.000 | 7,5% |
9 | Lokale antischimmelmiddelen (D01A) | Bij huidinfecties | 57.000 | 6,5% |
10 | Oogdruppels met antibacterieel middel (S01A) |
Bij ooginfecties | 55.000 | 6,5% |
Tienermeiden
In de leeftijdscategorie tussen de 10 en de 20 jaar treedt het gebruik van de anticonceptiepil op de voorgrond. Apothekers verstrekten de anticonceptiepil aan 330.000 meiden (37%). Pijnstillers van het NSAID-type vonden hun weg naar 115.000 gebruiksters (13%). Zowel antihistaminica (tegen allergie) en de penicillines zijn aan 11% van de vrouwelijke tieners verstrekt.
tabel 3: Aantal vrouwelijke gebruikers (11 – 20 jaar) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011
Rang | Geneesmiddelgroep (ATC3-code) | Toepassing | Aantal | Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 11-20 jaar |
---|---|---|---|---|
1 | Orale anticonceptiva (G03A) | Anticonceptie | 330.000 | 37% |
2 | NSAID (M01A) | Bij pijn | 115.000 | 13% |
3 | Antihistaminica( R06A) | Bij allergie | 100.000 | 11% |
4 | Penicillines (J01C) | Antibiotica | 98.000 | 11% |
5 | Lokale middelen in de neus (R01A) | Ontzwelling | 92.000 | 10% |
6 | Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) | O.a. bij eczeem | 85.000 | 9% |
7 | Sympathicomimetica voor inhalatie (R03A) | Luchtwegverwijding | 61.000 | 7% |
8 | Overige antibiotica (J01X) | Bij infecties | 61.000 | 7% |
9 | Diverse mondmiddelen (A01A) | Vooral. cariesprofylaxe | 54.000 | 6% |
10 | Laxantia (A06A) | Bij verstopping | 49.000 | 5,50% |
Jonge vrouwen
In leeftijd van 21 tot 40 jaar gebruikt bijna 50% van de vrouwen de anticonceptiepil. De top 5 van de geneesmiddelgroepen die onder deze jonge vrouwen de meeste gebruikers kent, is vergelijkbaar met die van de tieners; wel ligt het aandeel van de 21- tot 40-jarige vrouwen dat deze geneesmiddelen gebruikt hoger. Voor NSAID’s bedraagt dit 26%, en voor penicillines en antihistaminica beide ongeveer 15%.
tabel 4: Aantal vrouwelijke gebruikers (21 – 40 jaar) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011
Rang | Geneesmiddelgroep (ATC3-code) | Toepassing | Aantal | Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 21-40 jaar |
---|---|---|---|---|
1 | Orale anticonceptiva (G03A) | Anticonceptie | 950.000 | 49% |
2 | NSAID (M01A) | Bij pijn | 500.000 | 26% |
3 | Penicillines (J01C) | Antibiotica | 300.000 | 16% |
4 | Antihistaminica( R06A) | Bij allergie | 280.000 | 15% |
5 | Lokale middelen in de neus (R01A) | Ontzwelling | 270.000 | 14% |
6 | Maagzuurremmers (A02B) | Remt maagzuurproductie | 240.000 | 12,50% |
7 | Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) | O.a. bij eczeem | 230.000 | 12% |
8 | Vaginale antimicrobiële middelen (G01A) | Vooral antischimmelmiddelen | 230.000 | 12% |
9 | Overige antibiotica (J01X) | Bij infecties | 180.000 | 9,50% |
10 | Laxantia (A06A) | Bij verstopping | 170.000 | 9% |
Niet meer piep
In de groep van 41 tot 65 jaar zijn NSAID’s door 820.000 vrouwen gebruikt. Dat is in deze leeftijdsgroep bijna 30%. Voor de nummer 2, maagzuurremmers, ligt dit aandeel op 26%, terwijl nog slechts 13,5% van de vrouwen de anticonceptiepil gebruikt. Datzelfde percentage gebruikers geldt voor de gebruikers van middelen die lokaal in de neus worden toegepast, onder meer ter ontzwelling van het neusslijmvlies, en penicillines.
tabel 5: Aantal vrouwelijke gebruikers (41 – 65 jaar) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011
Rang | Geneesmiddelgroep (ATC3-code) | Toepassing | Aantal | Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 41-65 jaar |
---|---|---|---|---|
1 | NSAID (M01A) | Bij pijn | 825.000 | 30% |
2 | Maagzuurremmers (A02B) | Remt maagzuurproductie | 730.000 | 26,50% |
3 | Orale anticonceptiva (G03A) | Anticonceptie | 380.000 | 14% |
4 | Lokale middelen in de neus (R01A) | Ontzwelling | 370.000 | 13,50% |
5 | Penicillines (J01C) | Antibiotica | 370.000 | 13,50% |
6 | Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) | O.a. bij eczeem | 355.000 | 13% |
7 | Antidepressiva (N06A) | Bij depressie | 350.000 | 13% |
8 | Bètablokkers (C07A) | O.a. bij hoge bloeddruk | 345.000 | 12,50% |
9 | Antihistaminica( R06A) | Bij allergie | 340.000 | 12,50% |
10 | Kalmeringsmiddelen (N05B) | Bij onrust | 325.000 | 12% |
Over de helft
Maagzuurremmers worden door 53% van de 65-plus vrouwen gebruikt. Aan de geneesmiddelgroepen die in deze leeftijdsgroep op plaats 2 tot en met 4 voorkomen is te zien dat het lichamelijk functioneren ondersteund moet worden door dagelijks gebruik van geneesmiddelen die een cardiovasculaire toepassing hebben. Antistollingsmiddelen, bètablokkers en cholesterolverlagers worden respectievelijk door 43%, 40% en 38% van de vrouwen ouder dan 65 jaar gebruikt.
tabel 6: Aantal vrouwelijke gebruikers (65 jaar en ouder) van geneesmiddelen per ATC3-groep in 2011
Rang | Geneesmiddelgroep (ATC3-code) | Toepassing | Aantal | Gebruikers als % in de leeftijdsgroep 65 jaar en ouder |
---|---|---|---|---|
1 | Maagzuurremmers (A02B) | Remt maagzuurproductie | 720.000 | 53,50% |
2 | Antithrombotica (B01A) | Antistolling | 580.000 | 43% |
3 | Bètablokkers (C07A) | O.a. bij hoge bloeddruk | 550.000 | 40,50% |
4 | Antilipaemica (C10A) | Cholesterolverlaging | 520.000 | 38% |
5 | NSAID (M01A) | Bij pijn | 360.000 | 27% |
6 | Laxantia (A06A) | Bij verstopping | 330.000 | 24,50% |
7 | ACE-remmers | Bij hoge bloeddruk | 285.000 | 21% |
8 | Slaapmiddelen (N05C) | Bij slapeloosheid | 260.000 | 19,50% |
9 | Huidmiddelen met corticosteroïden (D07A) | O.a. bij eczeem | 250.000 | 19% |
10 | Kalmeringsmiddelen (N05B) | Bij onrust | 250.000 | 19% |
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.