Dermatica op recept in cijfers
24 maart 2011, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 146 Nr 12
Nederlandse openbare apotheken verstrekten in 2010 8,4 miljoen keer een huidpreparaat, dat is opgenomen in het basispakket van de zorgverzekeringswet. Dit is een stijging van 0,6 miljoen (6,7%) ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal verstrekkingen van vergoedbare dermatica was in 2010 voor het eerst hoger dan in 2003. Toen bedroeg dat aantal 8,2 miljoen. In 2004 daalde het aantal verstrekkingen in deze groep sterk, doordat de overheid besloot om alle geneesmiddelen die ook buiten de apotheek verkrijgbaar zijn uit het geneesmiddelvergoedingensysteem (GVS) te verwijderen.
De kosten voor deze geneesmiddelen bedroegen in 2010 € 57 miljoen. Dit komt in vergelijking met 2009 neer op een stijging van 6,1%. Dit zijn de kosten na verrekening van de clawback, maar zonder vergoeding voor de werkzaamheden van de apotheek.
Verstrekkingen
Bij het aantal verstrekkingen in 2010 ging het in 35% van de gevallen om een huidpreparaat met alleen een corticosteroïd en in 10% van de gevallen om een product dat naast een corticosteroïd ook nog een ander middel bevat. Van de voorschriften aan dermatica bestond 21% in 2010 uit indifferente crèmes en zalven zonder een werkzame stof. Dergelijke producten worden vaak toegepast in afwisseling met het gebruik van een corticosteroïd. Ook qua kosten voeren de enkelvoudige corticosteroïden de ranglijst aan. In totaal namen zij met € 13,8 miljoen 24% van de kosten voor hun rekening. De totale kosten aan indifferente middelen bedroegen € 8,5 miljoen (15%). Ze komen daarmee op de tweede plaats. Derde in deze reeks zijn de lokale psoriasismiddelen met € 7,9 miljoen. Met slechts 2,2% van het aantal verstrekkingen nemen ze 14% van de kosten voor hun rekening. Van deze € 7,9 miljoen moesten de gebruikers gezamenlijk zelf € 1,1 miljoen betalen, want met dat totaalbedrag zijn de GVS–limieten binnen deze groep in 2010 overschreden.
Eerste uitgiften
Van de 8,4 miljoen verstrekkingen in 2010 hadden er 1,6 miljoen een buiten–WMGkarakter. Dat is 0,6 miljoen meer dan in 2009. Deze stijging is daarmee verantwoordelijk voor de volledige toename van het aantal dermaticaverstrekkingen.
Het aantal voorschriften waarvoor een WMGtarief in rekening is gebracht, bleef vorig jaar met 6,8 miljoen ongewijzigd ten opzichte van 2009. Bij het merendeel van die verstrekkingen, 58%, brachten apothekers naast het basistarief een eerste uitgiftetoeslag in rekening. Dit percentage was even hoog als het jaar ervoor. Dit relatief hoge percentage wijst erop dat therapieën met dermatica vaak een eenmalige verstrekking betreffen of dat de middelen een herhaalfrequentie kennen van minder dan eenmaal per jaar. Dit laatste is niet vreemd omdat crèmes en zalven doorgaans na het openen van de tube nog een jaar houdbaar zijn.
Het aandeel van de verstrekkingen waarvoor een reguliere bereidingstoeslag in rekening werd gebracht, daalde van 10,3% in 2009 tot 8,5% in 2010. Voor de bijzondere bereidingstoeslagen gold een daling van 0,4% naar 0,1%.
Top 10 voorschriften
De top 10 van dermaticavoorschriften op basis van werkzame stof, of een combinatie daarvan (ATC5–niveau), bestaat grotendeels uit de huidpreparaten met corticosteroïden. Triamcinolon voert de top 10 aan. Op de tweede plaats staan de verschillende combinatiepreparaten met hydrocortison. Deze hebben dezelfde ATC–code. Daarvan is de combinatie met het antischimmelmiddel miconazol met 725.000 keer het meest verstrekt. Twee lokaal toegepaste antibiotica en een antischimmelmiddel maken de top 10 compleet. De indifferente middelen zijn hierin niet opgenomen, omdat ze geen specifiek werkzame stof bevatten.
Rang | Werkzame stof | ATC-code | Soort geneesmiddel | Verstrekkingen |
---|---|---|---|---|
1 | Triamcinolon | D07AB09 | corticosteroïd | 800.000 |
2 | Hydrocortison met overige middelen | D07XA01 | corticosteroïdcombinatie | 775.000 |
3 | Fusidinezuur | D06AX01 | antibioticum | 660.000 |
4 | Hydrocortison | D07AA02 | corticosteroïd | 515.000 |
5 | Ketoconazol | D01AC08 | antischimmelmiddel | 465.000 |
6 | Betamethason | D07AC01 | corticosteroïd | 425.000 |
7 | Clobetasol | D07AD01 | corticosteroïd | 345.000 |
8 | Hydrocortisonbutyraat | D07AB02 | corticosteroïd | 210.000 |
9 | Mometason | D07AC13 | corticosteroïd | 205.000 |
10 | Erythromycine | D10AF02 | antibioticum | 185.000 |
Dermatica met alleen een corticosteroïd zijn ruim vertegenwoordigd in de top 10
NB: Bovenstaande cijfers hebben uitsluitend betrekking op huidpreparaten die in de G-Standaard van Z-Index zijn opgenomen. Dit zijn zowel handelsproducten als producten die zijn samengesteld volgens een landelijk protocol, zoals dat van het Laboratorium van Nederlandse Apothekers (LNA). De dermatica die volgens een lokaal bereidingsvoorschrift in de apotheken zelf worden bereid zijn bij deze overzichten niet betrokken.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.