Omzetdaling door preferentiebeleid
16 december 2010, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 145 Nr 50
Recent hebben CZ, Menzis, UVIT en Achmea/ Agis een nieuwe ronde van het preferentiebeleid aangekondigd. CZ en Menzis wijzen hiertoe voor een geselecteerd aantal werkzame stoffen aan op basis van het prijspeil in de G–Standaard de preferente geneesmiddelen. Zowel CZ als Menzis beogen een verdere uitbreiding van het preferentiebeleid per 1 januari 2011 en hebben aangekondigd respectievelijk 101 en 48 nieuwe geneesmiddelen aan te wijzen naar aanleiding van de vermelding in de G–Standaard van december 2010. UVIT en Achmea/Agis baseren hun aanwijzingen op basis van een door leveranciers onder couvert afgegeven prijs.
Direct effect
Na een zeer scherpe daling in juni 2008 en een verdere daling in 2009 is het prijspeil van generieke geneesmiddelen onder meer ten gevolge van de WGP in 2010 opnieuw gedaald. In november 2010 lagen de prijzen van generieke geneesmiddelen 11,6% lager dan in januari 2010. Per apotheek komt dat neer op een daling van de omzet aan geneesmiddelenkosten van gemiddeld € 23.300 op jaarbasis. De prijsdalingen als gevolg van de aanpassing van het preferentiebeleid hebben als resultaat dat het prijspeil van generieke middelen in december 2010 nog eens met 7,1% daalt ten opzichte van november 2010.
Op het moment van schrijven is nog niet bekend welke middelen definitief door CZ en Menzis zijn aangewezen. Uitgaande van de huidige afzetverhoudingen is echter de verwachting dat het resultaat hiervan per openbare apotheek een omzetverlaging van € 14.300 op jaarbasis zal zijn. In deze cijfers is alleen het effect van de aangekondigde prijsdaling op basis van de huidige afzet inbegrepen.
Omdat er vanwege het preferentiebeleid verschuivingen zullen optreden naar de aangewezen middelen – in de praktijk de middelen met de laagste prijs – moet rekening worden gehouden met een daling van het prijspeil met 11,7% ten opzichte van november 2010. In totaal zullen als gevolg van de verwachte aanwijzingen van CZ en Menzis de directe omzetdaling tegen AIP–prijzen oplopen tot gemiddeld € 23.500 per apotheek. In deze berekeningen wordt een verdere substitutie van spécialité naar generiek buiten beschouwing gelaten, omdat wordt verondersteld dat het merendeel van de afleveringen van spécialités ook nu al plaatsvindt vanwege medische noodzaak. Voor mensen met een medische noodzaak moet binnen het preferentiebeleid ruimte zijn om geneesmiddelen te gebruiken die niet als preferent zijn aangewezen.
Uitstralingseffect
De huidige generieke markt kenmerkt zich door verschillende modellen om de kosten van de geneesmiddelen per zorgverzekeraar te beheersen. Naast de hierboven beschreven openlijke prijspreferentie, vindt ook aanbesteding plaats door zorgverzekeraars via het zogeheten couvert–preferentiebeleid. Deze vorm hanteren UVIT en Achmea/Agis. Daarnaast hanteert Achmea/Agis binnen het grootste deel van de contracten — de keus aan de apotheekhoudenden — een model waarbij tegen een vaste prijs per vaste hoeveelheid geneesmiddelen wordt afgerekend. Ook bestaan er in den lande nog laagste prijsafspraken. Hierbij wordt al dan niet binnen een toegelaten bandbreedte alleen de laagste prijs per (PRK–)cluster vergoed ongeacht het verstrekte middel. De afgelopen jaren hebben aanpassingen en uitbreidingen van het preferentiebeleid geleid tot een uitstralingseffect voor de verstrekkingen aan verzekerden die aangesloten zijn bij andere verzekeraars. De verwachting is dat ten gevolge van de aanpassingen in het preferentiebeleid van CZ en Menzis de omzet aan geneesmiddelkosten op jaarbasis nog eens met € 30.900 daalt. Het daadwerkelijke effect van het couvertprijzenmodel van UVIT blijft buiten het beeld van de SFK, omdat de leveranciers voor de aangewezen geneesmiddelen achteraf met de zorgverzekeraar afrekenen. Ook Achmea/Agis heeft zeer recent een lijst van geneesmiddelen gepubliceerd op basis waarvan per 1 februari nieuwe leveranciers worden aangewezen. De effecten van deze aanwijzing kunnen op dit moment nog niet worden vastgesteld, maar in de VWS–begroting wordt rekening gehouden met een opbrengst van € 30 miljoen. Dat komt overeen met gemiddeld € 15.000 per apotheek.
figuur 1: Verwachte omzeteffecten prijsdaling generieke geneesmiddelen op jaarbasis
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.