Zelfzorgmiddelen niet altijd zelf betaald
10 september 2010, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 145 Nr 36
In Nederland kennen we ruwweg twee categorieën geneesmiddelen: receptplichtige en niet-receptplichtige. Deze laatste categorie staat ook wel bekend als de groep zelfzorggeneesmiddelen. In Europees verband wordt bepaald of een geneesmiddel al dan niet receptplichtig is. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) deelt in Nederland niet-receptplichtige geneesmiddelen nader in ten behoeve van de verkrijgbaarheid. Het CBG staan daarvoor drie categorieën ter beschikking. Sinds 1 juli 2007 kunnen zelfzorggeneesmiddelen in Nederland een van de volgende drie afleverstatussen hebben: Algemene Verkoop (AV), Uitsluitend Apotheek en Drogist (UAD) en Uitsluitend Apotheek (UA). Middelen met afleverstatus AV zijn volgens het CBG niet alleen geschikt voor verkoop in de apotheek, maar ook bij de drogist, supermarkten en zelfs benzinestations. Zelfzorgmiddelen met UAD-status zijn bij de apotheek en de drogist verkrijgbaar, terwijl middelen met een UA-status uitsluitend in de apotheek mogen worden verkocht. Dit is onder meer vanwege de ernst van de mogelijke interacties en contraindicaties en het belang van goede voorlichting bij het gebruik. Per 1 december 2010 wordt deze laatste categorie uitgebreid met grotere verpakkingen van middelen die in een kleinere verpakking UAD of zelfs AV zijn. Het betreft hier NSAID’s en acetylsalicylzuur. Van ibuprofen 200 mg mogen dan verpakkingen met maximaal 12 stuks de AV-status hebben, met maximaal 48 stuks de UAD-status en grotere verpakkingen de UA-status. Drogisten mogen tot 12 stuks ook naproxennatrium 220 en 275 mg verstrekken, terwijl grotere verpakkingen tot de UA-categorie gaan behoren.
Vergoedbare zelfzorg
De basisverzekering vergoedt zelfzorggeneesmiddelen in het algemeen niet. Hierop zijn echter uitzonderingen. Laxantia, kalktabletten, middelen bij allergie, middelen tegen diarree en maagledigingsmiddelen die zonder recept mogen worden verstrekt, worden onder voorwaarden wel vergoed. Per 1 mei 2009 zijn daar middelen ter bescherming van de ogen tegen uitdroging (kunsttranen) bij gekomen. Het betreft hier de kunsttranen die vanaf die datum niet meer receptplichtig waren, waardoor uitsluiting van vergoeding dreigde. Om deze middelen beschikbaar te houden voor mensen die daarop zijn aangewezen, zijn de kunsttranen toegevoegd aan de lijst met vergoedbare zelfzorggeneesmiddelen. Voorwaarde voor vergoeding van de genoemde zelfzorgmiddelen is dat een arts ze voorschrijft ten behoeve van patiënten die deze middelen chronisch gebruiken. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, is rechtstreekse declaratie bij de zorgverzekeraar mogelijk. Indien zo’n middel voor de eerste keer aan de verzekerde wordt voorgeschreven, komt het niet voor vergoeding in aanmerking.
Via de apotheek
In 2009 verstrekten Nederlandse apothekers driemiljoen keer op recept een zelfzorggeneesmiddel dat onder voorwaarden wordt vergoed. De SFK gaat ervan uit dat dit ook daadwerkelijk voor tweederde van deze verstrekkingen geldt, omdat apothekers dit deel van de verstrekkingen bij een zorgverzekeraar in rekening brachten. De uitgaven die hiermee gepaard gingen, kwamen uit op € 32,6 miljoen. Een miljoen keer hebben apothekers een op recept voorgeschreven zelfzorgmiddel dat onder voorwaarden wordt vergoed, toch bij de patiënt zelf in rekening gebracht. Waarschijnlijk omdat het om nieuwe of nietchronische medicatie ging. Deze verstrekkingen kostten de patiënten gezamenlijk € 5,6 miljoen. Dit komt overeen met 15% van de uitgaven. Laxantia zijn in 2009 van de niet-receptplichtige geneesmiddelen met vergoedingsmogelijkheid het vaakst op recept verstrekt. Ze worden gevolgd door de maagledigingsmiddelen, toegepast bij misselijkheid en overgeven. Voor de kunsttranen geldt dat de cijfers in de tabel betrekking hebben op de periode mei tot en met december. Acetylcysteïne werd in 2009 onder voorwaarden nog wel door de zorgverzekeraars vergoed, maar keert in een volgende editie van de lijst niet terug omdat de overheid de vergoeding per 1 januari 2010 heeft beëindigd.
tabel 1: verstrekkingen en bijbehorende uitgaven aan op recept voorgeschreven zelfzorggeneesmiddelen die onder voorwaarden worden vergoed uit de basisverzekering, onderverdeeld naar betaler
Zorgverzekeraars | Patiënten | |||
---|---|---|---|---|
Verstrekkingen | Uitgaven (€)* | Verstrekkingen | Uitgaven (€)* | |
Laxantia | 910.000 | 16.200.000 | 400.000 | 2.100.000 |
Maagledigingsmiddelen | 240.000 | 2.400.000 | 190.000 | 1.100.000 |
Middelen bij allergie | 300.000 | 3.500.000 | 110.000 | 620.000 |
Acetylcysteïne | 200.000 | 6.200.000 | 160.000 | 1.400.000 |
Kunsttranen | 210.000 | 2.200.000 | 45.000 | 210.000 |
Middelen bij diarree | 100.000 | 1.000.000 | 55.000 | 160.000 |
Kalktabletten | 44.000 | 1.000.000 | 5.500 | 50.000 |
Totaal | 2.000.000 | 32.600.000 | 960.000 | 5.600.000 |
Een derde van de voorschriften (15% van de uitgaven) betalen de patiënten zelf.
* De SFK hanteert hierbij de advies verkoopprijs van de fabrikant
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.