De farmaceutische cyclus van vrouwen
5 maart 2009, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 144 Nr 10
De levensfase1 waarin men verkeert, kenmerkt in belangrijke mate de aard van het geneesmiddelengebruik, ook bij vrouwen. In iedere fase treedt het gebruik van telkens een ander geneesmiddel op de voorgrond. In de allereerste levensfase krijgen de meeste meisjes een middel voor spruw. In de daarop volgende jaren staat het gebruik van antibiotica voorop. Puberende meisjes en vrouwen tot 50 jaar krijgen de pil het vaakst. Daarna nemen de NSAID’s, de maagzuur remmers en de antistollingsmiddelen de koppositie over.
Meisjes
In de leeftijd tot 15 jaar kreeg 1 op de 6 meisjes een of meer keer een antibioticumkuur uit de penicillinegroep, daarmee is het de groep middelen die door de meeste meisjes is gebruikt. Aan 1 op de 12 meisjes is een huidmiddel met een corticosteroïde (bij eczeem) voorgeschreven, terwijl 1 op de 16 meisjes een inhalatiesympaticomimeticum (onder andere salbutamol voor luchtwegverwijding) kreeg verstrekt.
Alleen in het eerste levensjaar worden de antibiotica van de eerste plaats verdrongen door de antischimmelmiddelen miconazol en nystatine die worden ingezet bij spruw. Minimaal 1 op de 5 meisjesbaby’s krijgt zo’n middel voorgeschreven2.
De pil
In de groep 15- tot 50-jarige vrouwen is de anticonceptiepil het geneesmiddel dat het meeste wordt gebruikt. Maar liefst 2 op de 5 vrouwen in deze leeftijdscategorie krijgen de pil voorgeschreven. NSAID’s (bij pijn en reuma) zijn in 2008 binnen deze leeftijdscategorie door bijna 1 op de 4 vrouwen gebruikt, op de derde plaats gevolgd door penicillinekuren die aan 1 op de 6 vrouwen zijn verstrekt.
51 tot en met 65 jaar
Ook in de leeftijdscategorie 51 tot en met 65 jaar worden NSAID’s aan ongeveer 1 op de 4 vrouwen voorgeschreven, maar in deze levensfase nemen zij wel de koppositie in. Maagzuurremmers staan op de tweede plaats, met een net iets lager gebruikscijfer dan de NSAID’s. Bètablokkers, die door 1 op de 6 vrouwen in deze leeftijdscategorie worden gebruikt (veelal bij hoge bloeddruk), maken de top 3 vol.
66 jaar en ouder
In de leeftijdsgroep 66 jaar en ouder worden maagzuurremmers en antistollingsmiddelen in gelijke mate aan vrouwen voorgeschreven. Beide geneesmiddelengroepen worden ieder aan ongeveer 40% van de vrouwen verstrekt. Ook hier staan de bètablokkers op de derde plaats, zij het dat ze door relatief meer vrouwen zijn gebruikt, ruim 1 op de 3.
figuur 1: De geneesmiddelengroepen die in 2008 relatief aan de meeste vrouwen zijn verstrekt, per vijfjaarscategorie.
1 De hier gebruikte levensfase-indeling is arbitrair. In bijgaande figuur wordt per leeftijdcategorie van 5 jaar getoond welke geneesmiddelengroep op ATC3-niveau in 2008 aan de meeste vrouwen is voorgeschreven en aan welk percentage.
2 Omdat de SFK alleen beschikt over het geboortejaar van gebruikers kan voor het eerste levensjaar geen nauwkeurige schatting worden gemaakt van het relatieve aantal nuljarigen dat een geneesmiddel gebruikt.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.