Nieuwe ronde, nieuwe labels
15 januari 2009, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 144 Nr 3
Sinds juli 2005 doet een aantal zorgverzekeraars mee aan het gezamenlijk preferentiebeleid voor de geneesmiddelen simvastatine, pravastatine en omeprazol. Deelnemende verzekeraars wijzen onder regie van Zorgverzekeraars Nederland één keer per half jaar de varianten van deze geneesmiddelen aan die voor vergoeding in aanmerking komen. Op dit moment neemt een elftal zorgverzekeraars deel aan dit gezamenlijke preferentiebeleid.
Naast het gezamenlijke preferentiebeleid zijn een aantal zorgverzekeraars op 1 juli 2008 gestart met individueel preferentiebeleid. Omdat deze twee soorten beleid oorspronkelijk onderling te weinig verschilden, hebben mededingingsoverwegingen de rechter doen besluiten dat zorgverzekeraars uitsluitend gezamenlijke afspraken mogen maken over geneesmiddelen met bovengenoemde werkzame stoffen. Daarop zijn zorgverzekeraars gekomen met individueel preferentiebeleid dat niet alleen onderscheidend is in de samenstelling van de lijst met preferente middelen, maar ook in de termijn van aanwijzing van de middelen.
Nieuwe aanwijzingen
De termijn van het gezamenlijke preferentiebeleid liep af per 1 januari 2009. Op basis van de decemberprijzen in de G-Standaard van Z-Index hebben de aan het gezamenlijk preferentiebeleid deelnemende zorgverzekeraars nieuwe preferente leveranciers aangewezen voor simvastatine, pravastatine en omeprazol. Daarnaast hebben de zorgverzekeraars Agis en CZ (inclusief OHRA en Delta Lloyd) per 1 januari nieuwe preferente geneesmiddelen aangewezen voor hun individuele preferentiebeleid. De prijsverlagingen die de leveranciers in deze ronde van het preferentiebeleid hebben doorgevoerd om in de gunst van de zorgverzekeraars te komen, lopen uiteen van 2% tot 55%. Het gewogen gemiddelde laagste prijsniveau is in december voor de betrokken middelen 28% lager dan de maand daarvoor. Dit zijn weliswaar forse percentages, maar doordat de prijzen in juni en juli 2008 al zo scherp daalden, is de impact in absolute zin beperkt. Op jaarbasis zou de prijsdaling in deze ronde resulteren in een bedrag van maximaal €11 miljoen, terwijl het in juli om een bedrag van ruim € 350 miljoen ging. Als alle leveranciers de prijsdalingen volgen, profiteren ook alle verzekeraars van de prijsverlagingen in deze ronde van het preferentiebeleid, ook als ze dit beleid niet voeren. Dit is een doorn in het oog van de Tweede Kamer, die vlak voor het kerstreces de minister van VWS heeft verzocht om maatregelen te nemen waardoor een zorgverzekeraar die preferentiebeleid initieert daadwerkelijk een financieel concurrentievoordeel heeft ten opzichte van de verzekeraars die geen of ander preferentiebeleid voeren. Overigens volgden maar weinig leveranciers in januari de prijsverlagingen van december. Daardoor het er naar uit ziet dat de prijsdaling op jaarbasis eerder op € 7,5 miljoen dan op € 11 miljoen zal uitkomen.
Nieuwe toetreder
Uit de prijzenslag van juni 2008 kwamen vooral Ratiopharm en Centrafarm als preferente leveranciers naar voren. In december 2008 stonden er weer andere leveranciers op. Nu zijn met name Actavis, Accord Healthcare en Mylan (voorheen Merck Generics) als preferente leverancier aangewezen. Vooral de naam van Accord Healthcare valt hierin op. Deze eveneens in India gevestigde concurrent van Ranbaxy, is nog maar sinds december 2008 op de Nederlandse markt actief en is gezien de aanwijzing van de verzekeraars kennelijk in staat om de hele markt te kunnen voorzien.
Meerdere labels preferent
Groot verschil met de aanwijzing per 1 juli 2008 is dat er per zorgverzekeraar een andere label preferent kan zijn. Dit is het gevolg van verschil in aanwijzingsduur binnen het individuele preferentiebeleid. De ingangsdatum van het preferentiebeleid was per verzekeraar weliswaar gelijk maar de aanwijzingsperiode verschilt. CZ en Agis hanteerden een termijn van een half jaar, terwijl de aanwijzing van UVIT (Univé, VGZ, IZA en Trias) tot 1 april 2009 loopt en die van Menzis tot 1 juli 2009. Het individuele preferentiebeleid van CZ en Agis levert deze verzekeraars op jaarbasis € 1 miljoen op. Voor de apotheek is het voorraadbeheer echter weer complexer geworden. Zo zijn CZ-verzekerden bij amlodipinetabletten van 5 milligram aangewezen op leverancier Centrafarm, terwijl VGZ-verzekerden deze tabletten alleen maar van leverancier Ratiofarm vergoed krijgen.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.