Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2008 / Meeste apotheken onder gemiddelde tarief

Meeste apotheken onder gemiddelde tarief

27 november 2008, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 143 Nr 48

In het nieuwe tariefsysteem komt de gemiddelde receptregelvergoeding voor apotheken uit op € 6,08. Bijna drie kwart van de apotheken haalt dit gemiddelde niet en loopt een extra bedrijfsrisico. Apothekers ervaren in de praktijk het ongecorrigeerde gemiddelde tarief van € 5,44.

In juli 2008 introduceerde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een nieuw tariefsysteem voor apotheekhoudenden. Voor openbare apotheken betekent dit dat het systeem van een uniforme vergoeding per afgeleverd receptgeneesmiddel is verlaten. Het nieuwe systeem maakt onderscheid tussen basisprestaties en aanvullende prestaties met bijbehorende maximum vergoedingsbedragen. Zo geldt vanaf 1 juli 2008 voor een reguliere uitgifte een basisvergoeding van € 5,30 en voor een weekuitgifte een basisvergoeding van € 2,90 per week. Daarnaast kunnen één of meer aanvullende prestaties van toepassing zijn als er sprake is van een (bijzondere) apotheekbereiding, een eerste uitgifte of een uitgifte tijdens een avond- nacht- of zondagsdienst. Het is de bedoeling van de NZa dat de tariefwijziging budgettair neutraal verloopt, met andere woorden dat het nieuwe tarief sluit op een gemiddelde van € 6,10.

Correctie gemiddeld tarief

Over de periode juli tot en met oktober 2008 heeft de SFK de frequentie van de prestaties onder openbare apotheken gemeten. Uit deze meting blijft dat het gewogen gemiddelde tarief per receptregel uitkomt op € 5,44. Dit is aanzienlijk minder dan het beoogde gemiddelde van € 6,10. Het verschil wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de weekafleveringen. In het oude tariefsysteem werden uitgiften via een weekdoseersysteem vanwege afspraken met verzekeraars veelal eens per twee weken gedeclareerd. Nu mag deze prestatie iedere week in rekening worden gebracht, waarmee het totaal aantal verstrekkingen dan ook aanzienlijk hoger ligt dan voorheen. Om het gemiddelde tarief na de invoering van de nieuwe tariefstructuur te kunnen vergelijken met het tarief van € 6,10 moet een correctie worden uitgevoerd op de weekafleveringen. Door de frequentie van de prestaties te halveren komt daarmee het gemiddelde tarief op € 6,08 uit.

Scheve verdeling

Ook na de correctie voor weekafleveringen blijkt dat de verdeling van de gemiddelde receptregelvergoeding per apotheek scheef is. Bijna driekwart van de openbare apotheken haalt het gecorrigeerde gemiddelde van € 6,10 niet. Met name bij deze apotheken vormt de overgang naar de nieuwe tariefsystematiek een extra bedrijfsrisico. Bij de bovengemiddelde apotheken valt op dat deze vooral meer tariefinkomsten halen uit verstrekkingen tijdens avond- nacht en zondagsdiensten dan de apotheken die een tarief onder het gemiddelde hebben. Gebruikelijk is dat apotheken die geen diensten draaien een bijdrage aan de exploitatie van de waarnemende apotheek betalen. Voor de hand ligt dat de hoogte van deze bijdragen vanwege deze effecten zal afnemen.

Frequentieverdeling wijkt af

De frequentieverdeling van de prestaties wijkt aanzienlijk af van de verwachting van de NZa. Dat het gecorrigeerde gemiddelde vrijwel overeenkomt met het uitgangspunt van € 6,10 lijkt dus toeval. Vooral de frequentie weekafleveringen en eerste uitgiften zijn hoger dan verwacht (zie tabel). In plaats van de voorspelde 15% blijkt dat in de periode juli tot en met oktober 21% van de verstrekkingen een weekaflevering te zijn. De komende jaren zal dit percentage verder stijgen, aangezien het voor thuiszorgorganisaties en verzorgingshuizen per 1 september 2008 niet meer mogelijk is AWBZ-vergoeding aan te vragen voor het uitzetten van weekmedicatie voor nieuw-geïndiceerden. De kosten van het uitzetten van weekmedicatie gaan daarmee ook in de praktijk tot de kosten van de farmaceutische zorg behoren. Deze wijziging in regelgeving komt overigens op een uiterst ongelukkig moment zo vlak na de wijziging van het tariefsysteem, omdat daarmee de vergelijking met het uitgangspunt van de NZa om te sluiten op een gemiddeld tarief van € 6,10 steeds moeilijker wordt.

Tabel 1: Frequentie van de prestaties anders dan verwacht


Prestatie

NZa

Aantal

Tarief

opbrengst

SFK

Aantal

Tarief

opbrengst

Basisprestatie

Standaarduitgifte69.0005,30365.70066.1005,30350.330
Weekuitgifte12.0002,9034.80017.8002,9051.620

Aanvullende prestaties

Eerste uitgifte12.7501,0513.40016.9101,0517.800
ANZ-recept97510,6010.30074010,607.800
Bijzondere bereiding16579,4013.10011079,408.700
Reguliere bereiding1.87510,6019.9001.87010,6019.800

Totaal

Zonder correctie81.0005,64457.20083.9005,44456.050
met correctie75.0006,1075.0006,08

Frequentieverdeling van de in het nieuwe tarief systeem onderscheiden prestaties, naar verwachting van de NZa en de situatie in de praktijk volgens cijfers van de SFK over de periode juli tot en met oktober 2008 *

Het aantal weekafleveringen en eerste uitgiften zijn duidelijk hoger dan verwacht, terwijl vooral het aantal bijzondere bereidingen lager ligt dan verwacht.

Figuur 1: Bijna drie kwart van de apotheken haalt het gemiddelde van € 6,10 niet

Percentage openbare apotheken naar gemiddeld tarief over de periode juli tot en met oktober 2008

In het nieuwe tariefsysteem worden weekafleveringen eens per week gedeclareerd. Correctie daarvan leidt tot een gemiddeld tarief van € 6,08 uit. Dat is 2 cent minder dan het beoogde gemiddelde van € 6,10

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top