Hulpmiddelenmarge onder druk
16 oktober 2008, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 143 Nr 42
De categorie medische hulpmiddelen omvat een sterk uiteenlopende groep producten, variërend van incontinentiematerialen, loophulpen en gehoorapparaten tot gebitsprothesen en elastische kousen. Vanaf 2006 worden verbandmiddelen ook tot de hulpmiddelen gerekend. Voor die tijd waren deze producten onderdeel van de farmaceutische hulp. Feitelijk is hier sprake van een administratieve overheveling. De aanspraak op verbandmiddelen is inhoudelijk niet gewijzigd. Niet alle hulpmiddelen worden door de apotheek geleverd en bij de marktsegmenten waarin de apotheek actief is, zijn er ook andere aanbieders.
Minder verstrekkingen
In 2007 verstrekten openbare apotheken 10,5 miljoen keer een medisch hulpmiddel tegen een omzet van bijna €340 miljoen euro (exclusief BTW). In de berekening van deze omzet is rekening gehouden met de door zorgverzekeraars vastgelegde vergoedingsafspraken. De belangrijkste medische hulpmiddelen zijn verbandmiddelen (40% van de verstrekkingen, 32% van de omzet), incontinentiematerialen (35% van de verstrekkingen, 32% van de omzet), injecteermaterialen (11% van de verstrekkingen, 7% van de omzet) en diabetestestmaterialen (9% van de verstrekkingen, 18% van de omzet). In 2007 was er nog sprake van een toename van het aantal verstrekkingen van 5,4%, maar op basis van de ontwikkelingen in de eerste helft van 2008 verwacht de SFK dat de toename van het aantal hulpmiddelenverstrekkingen via de openbare apotheek beperkter zal zijn. In de eerste helft van 2008 lag het aantal hulpmiddelenverstrekkingen namelijk slechts 3,3% hoger dan in dezelfde periode van het jaar daarvoor.
Negatieve marge
In tegenstelling tot receptgeneesmiddelen stelt de fabrikant een apotheekinkoopprijs èn een adviesverkoopprijs vast. Het verschil tussen deze twee prijzen is de marge voor de apotheek. Deze marge staat de laatste jaren onder druk en hangt voor een belangrijk deel samen met de scherpe concurrentie binnen de marktsegmenten waar de apotheek actief is. Vooral vanwege deze concurrentie zijn de prijzen die apotheken in rekening mogen brengen in de hulpmiddelencontracten van diverse zorgverzekeraars in 2008 verder verlaagd. In vrijwel alle contracten is een procentuele marge ten opzichte van de apotheekinkoopprijs vastgelegd en in veel gevallen is deze negatief. Voor een gemiddelde apotheek kwam de marge op medische hulpmiddelen in 2007 met een bedrag van €9.400 nog positief uit. Dit komt overeen met een procentuele marge van 5% op de inkoopprijs. De door de fabrikant vastgestelde marge zou gemiddeld op 27% zijn uitgekomen. Aanscherping van de contracten van de diverse zorgverzekeraars leiden er toe dat de marge in 2008 negatief is. Bij een gelijkblijvend aantal verstrekkingen daalt de marge voor de gemiddelde apotheek op jaarbasis met bijna €20.000 euro tot een negatieve marge van €11.400. Gezien de relatief beperkte groei van het aantal verstrekkingen in de eerste helft van 2008 is deze margeterugval reëel te noemen. Het is de SFK niet bekend in de lagere groei samenhangt met het niet langer kunnen, willen of mogen leveren van medische hulpmiddelen door openbare apotheken
Figuur 1: Verdeling van het aantal verstrekkingen van medische hulpmiddelen in de Nederlandse apotheken.
Aandeel van de diverse groepen medische hulpmiddelen in het totaal aan medische hulpmiddelen in 2007. Van de medische hulpmiddelen zijn verbandmiddelen het vaakst verstrekt. Wat betreft de uitgaven moeten de verbandmiddelen de koppositie delen met het incontinentiemateriaal.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.