Eén op de acht kleintjes aan astmamiddel
4 september 2008, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 143 Nr 36
Astma bij kinderen
Volgens gegevens van het Astma Fonds hebben ongeveer 115.000 kinderen astma. Dit is zo’n 4,5% van de Nederlandse kinderen tot en met 14 jaar. Onder jongens komt astma bijna anderhalf keer zoveel voor als onder meisjes. Het aantal kinderen met de diagnose astma is tussen 1990 en 1997 verdubbeld. In de periode 1998-2004 daalde het aantal kinderen met astma licht. Overigens kan tot op een leeftijd van ongeveer 6 jaar de diagnose astma zelden met zekerheid gesteld worden. Bij jonge kinderen leiden luchtweginfecties, in combinatie met een kleine diameter van de luchtwegen, vaak tot astma-achtige klachten, zoals een piepende ademhaling. Bij ruim de helft van de kinderen met een vroege diagnose astma blijkt de ziekte een jaar na de diagnose ‘over’. Het aantal kinderen dat last heeft van astmatische klachten zoals piepen op de borst en kortademigheid ligt hoger: ongeveer 300.000. Van de kinderen van 2 tot 15 jaar heeft 4-12% last van kortademigheid en 5-20% last van piepen op de borst.
Aantal gebruikertjes
Uit cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen blijkt dat het gebruik van geneesmiddelen bij kortademigheid door baby’s, peuters en kleuters veel groter is dan bij oudere kinderen. In 2007 gebruikte gemiddeld 13% van de kinderen tot 5 jaar een geneesmiddel voor dat doel. Het hoogst is het gebruik bij de kinderen tot 1 jaar, van wie bijna 1 op 5 een geneesmiddel bij astmatische klachten (ATC-code R03) krijgt. Naarmate kinderen ouder worden, neemt het percentage van de kinderen dat deze middelen gebruikt verder af. Pas na het 35ste levensjaar groeit dat aandeel weer. Het aantal verstrekkingen per gebruiker is voor de allerjongsten het laagst en stijgt naarmate de gebruiker ouder wordt. Hoe ouder de gebruiker wordt, hoe chronischer en zwaarder de behandeling.
In 2007 is via de openbare apotheek in totaal 6 miljoen keer een geneesmiddel bij astma en COPD verstrekt, een stijging van ruim 5% ten opzichte van een jaar eerder. Waar het aantal verstrekkingen toenam, zijn de kosten in 2007 even hoog gebleven als in 2006: € 335 miljoen. Naar verhouding gebruiken jongeren minder astmamedicatie dan volwassenen. Hoewel kinderen en jongeren tot 20 jaar bijna een kwart van de bevolking uitmaken, is 15,3% van het totaal van de R03-verstrekkingen bestemd voor deze leeftijdgroep. Naar kosten gemeten neemt de jeugd 7,3% voor rekening.
Nieuw programma én nieuwe training
De SFK introduceert binnenkort een nieuw praktijkondersteunend programma over astma en COPD, dat in samenwerking met het WINAp en DGV is ontwikkeld. Dit programma gaat enerzijds in op het voorschrijven van geneesmiddelen voor astma en COPD door huisartsen. Daarnaast kunnen patiënten worden opgespoord die hun medicatie mogelijk onjuist of niet optimaal gebruiken. Hierbij kunnen apothekers patiënten screenen op onder andere minder geschikte medicatie, therapietrouw en suboptimale inhalatietherapieën. Ook besteedt het programma aandacht aan het gebruik van astma- en COPD-middelen door jongeren. Als een jonge patiënt meer inhalatie-geneesmiddelen dan nodig gebruikt, zou dat kunnen wijzen op een ondoelmatige toepassing van de dosisaerosol. Apothekers die een FTO of FPZ-project willen uitvoeren over dit thema, kunnen vanaf het najaar een geaccrediteerde training SFK-searches voor astma/COPD volgen. Voor meer informatie en cursusdata zie Trainingen SFK Searches.
Figuur 1: Gebruik van middelen bij astma en COPD per leeftijdscategorie in 2007
Het percentage kinderen dat geneesmiddelen bij astma-klachten gebruikt is het hoogst bij de allerjongsten. Het aantal verstrekkingen per gebruiker per jaar neemt na het 35ste levensjaar sterk toe.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.