Nog geen marktverschuivingen
28 augustus 2008, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 143 Nr 35
Als gevolg van het preferentiebeleid bij zorgverzekeraars vond dit jaar een prijzenslag tussen generieke leveranciers plaats. De prijs van sommige geneesmiddelen daalde in juni zelfs met meer dan 90%. Niet alle leveranciers gingen even diep. Hierdoor ontstonden aanvankelijk aanzienlijke prijsverschillen en wees de zorgverzekeraar per preferent geneesmiddel in de meeste gevallen één enkele leverancier aan.
Preferentieslag
De SFK bepaalt de ontwikkeling van het prijspeil door maandelijks op artikelniveau de kosten van de in totaal verstrekte hoeveelheid geneesmiddelen te vergelijken met de kosten van dezelfde hoeveelheid tegen de prijzen van de volgende maand. Op basis van deze methodiek werd in juni een prijsdaling van bijna 30% verwacht. Bij hantering van dezelfde methodiek, maar dan terugkijkend, blijkt uit de SFK-cijfers over de in juni afgeleverde geneesmiddelen de prijsdaling eveneens op bijna 30% uit te komen. Dit wijst erop dat er in juni nog geen grote verschuivingen optraden in de aandelen van de leveranciers in de hoeveelheid verstrekte generieke geneesmiddelen. Medio juni wezen zorgverzekeraars de preferente geneesmiddelen aan. Op grond hiervan mag worden verwacht dat het marktaandeel van met name Ratiopharm en Centrafarm vanaf juli aanzienlijk toe zal nemen. In juni bleek dit nog niet het geval. De marktaandelen van van deze 'winnaars' van de preferentieslag, namen slechts beperkt toe. Onzekerheid over de inkoopcondities voor de preferente middelen is waarschijnlijk de verklaring voor de geringe verschuivingen in juni in de richting van de winnende labels. Groothandels reageerden op de prijsdalingen door apotheken voor de sterk in prijs gedaalde geneesmiddelen een distributiefee in rekening te brengen of dreigden een deel van deze producten uit hun assortiment te halen. Twee leveranciers die in juni nauwelijks prijsverlagingen hadden doorgevoerd en dus de preferentieboot hadden gemist, deden apotheken het voorstel de effecten van de prijsverlagingen voor zich uit te schuiven door patiënten voor de maximaal toegestane periode van drie maanden een niet in prijs verlaagd middel te verstrekken. De actie was geen succes. Het marktaandeel van de betreffende leveranciers bleef in juni gelijk.
Bijsluiteffect
Behalve een preferentiebeleid voeren, maken zorgverzekeraars en apothekers afspraken over het uitsluitend mogen declareren van de laaggeprijsde geneesmiddelen. Daarbij wordt een bandbreedte gehanteerd waarbij apotheken geen geneesmiddelen mogen verstrekken waarvan de prijs meer dan 3 of 5% hoger is dan het laagst geprijsde vergelijkbare geneesmiddel. Een soortgelijke afspraak is de zogenaamde laagste prijsgarantie. Volgens deze afspraak is de apotheker vrij in de keuze van het label, maar brengt hij maximaal de prijs van het laagst geprijsde geneesmiddel in rekening. De verschillende bandbreedteafspraken zorgen ervoor dat de prijzen nivelleren in de richting van het laagste prijsniveau. Dit bijsluiteffect bleek voor het eerst uit de taxeprijzen in juli. Leveranciers van niet door het preferentiebeleid aangewezen geneesmiddelen verlaagden hun prijzen om binnen de bandbreedteafspraken te komen en op deze wijze de vergoedingstatus bij de zorgverzekeraars die geen preferentiebeleid voeren, veilig te stellen. Uit de taxeprijzen voor augustus blijkt dit bijsluiteffect zich verder voort te zetten en nam de gemiddelde afstand tot het laagste prijsniveau voor generieke geneesmiddelen verder af.
Figuur 1: De prijzen van generieke geneesmiddelen daalden in een jaar bijna 60%
Ontwikkeling prijsniveau generieke receptgeneesmiddelen in de periode augustus 2007-juli 2008 (augustus 2007 = 100). Het preferentiebeleid is de belangrijkste reden voor de sterke prijsdaling.
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.