Mannen duurder, vrouwen meer
4 juli 2008, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 143 Nr 27
In 2007 hebben de Nederlandse apothekers 142 miljoen keer een receptgeneesmiddel verstrekt. Daarvan waren er 57 miljoen (40%) bestemd voor mannen en 60% voor vrouwen. Met deze verstrekkingen was een bedrag € 4,6 miljard gemoeid. Dit bedrag is evenals alle andere bedragen op deze pagina inclusief de vergoeding voor de werkzaamheden in de apotheek en eventuele eigen bijdragen voortkomend uit het GVS. Van dat bedrag is € 2,1 miljard (46%) besteed aan geneesmiddelen voor mannen en 54% voor vrouwen. Mannen blijken 24% duurder als het gaat om de kosten per verstrekking, € 35 tegenover € 28 voor vrouwen.
Verschillen op ATC hoofdgroepen en …
Het gebruikspatroon van geneesmiddelen bij mannen en vrouwen verschilt per geneesmiddelgroep. Zo blijkt dat van alle geneesmiddelen die aan mannen worden verstrekt, 26% te worden toegepast bij aandoeningen aan het hart en vaatstelsel (ATC hoofdgroep A). Voor vrouwen is dit percentage 21%. Absoluut gezien worden geneesmiddelen uit deze groep 24% vaker aan vrouwen verstrekt dan aan mannen, 18 miljoen verstrekkingen tegenover 14,5 miljoen. De uitgaven aan geneesmiddelen uit deze groep zijn voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk (€ 500 miljoen).
Vrouwen gebruiken naar verhouding vaker een geneesmiddel uit de ATC hoofdgroep zenuwstelsel(N). Dit geldt speciaal voor antidepressiva, slaap- en, kalmeringsmiddelen en migrainemiddelen. 21% van alle geneesmiddelvoorschriften voor vrouwen zijn uit deze hoofdgroep, bij mannen 18%. Het aantal voorschriften uit deze groep dat aan vrouwen is verstrekt bedraagt 18 miljoen en ligt 80% hoger dan het aantal dat aan mannen is verstrekt (10 miljoen). De uitgaven voor deze groep middelen aan vrouwen bedragen € 390 miljoen. Dit is 41% hoger dan bij de mannen.
... op ATC3-niveau
Tabel 1: Top 5 voor mannen, verstrekkingen van geneesmiddelen in 2007 (ATC3)
Rangnummer | Geneesmiddelengroep (positie ranglijst vrouwen) | Verstrekkingen man (in mln) | Verstrekkingen vrouw (in mln) | Verhouding man - vrouw |
---|---|---|---|---|
1 | Antithrombotica (7) | 3,7 | 3,4 | 1,06 |
2 | Cholesterolverlagers (8) | 3,3 | 2,9 | 1,14 |
3 | Beta-blokkers (5) | 2,8 | 3,6 | 0,76 |
4 | Maagzuurremmers (2) | 2,8 | 4,1 | 0,68 |
5 | NSAID's (6) | 2,4 | 3,6 | 0,68 |
Antitrombotica is de groep geneesmiddelen op ATC3-niveau die in 2007 het meest aan mannen zijn verstrekt en komen bij de vrouwen op de 7de positie. Cholesterolverlagers, op de 2de plaats, staan bij de vrouwen op de 8ste positie. Uit deze top-5 voor mannen worden slechts twee groepen absoluut gezien meer aan mannen verstrekt dan aan vrouwen. Antidepressiva (4,1 miljoen verstrekkingen), kalmeringsmiddelen (4,0 miljoen) en slaapmiddelen (3,7 miljoen) nemen bij de vrouwen de 1ste, 3de en 4de plaats in.
Tabel 2: Top 5 voor mannen, uitgaven aan geneesmiddelen in 2007 (ATC3)
Rangnummer | Geneesmiddelengroep (positie ranglijst vrouwen) | Uitgaven man (in mln) | Uitgaven vrouw (in mln) | Uitgaven per voorschrift (man en vrouw) |
---|---|---|---|---|
1 | Cholesterolverlagers (2) | 210 | 155 | 58 |
2 | Maagzuurremmers (1) | 130 | 170 | 44 |
3 | Sympathicomimetica voor inhalatie (3) | 115 | 125 | 57 |
4 | Antivirale middelen bij HIV (29) | 85 | 30 | 466 |
5 | Insulines (6) | 70 | 70 | 97 |
Van de groepen geneesmiddelen die in 2007 het meest aan mannen werden verstrekt komen er slechts 2 groepen voor in de top 5 gebaseerd op de uitgaven. Bij vrouwen worden de 4de en 5de positie ingenomen door resp. antidepressiva met € 100 miljoen en ACE-2-remmers (bloeddrukverlagers) met € 70 miljoen aan uitgaven.
Tabel 3: Top 5 voor mannen, specifieke mannen geneesmiddelen in 2007 (ATC3)
Rangnummer | Geneesmiddelengroep | Verstrekkingen man (x 1000) | Verstrekkingen vrouw (x 1000) | Verhouding man – vrouw |
---|---|---|---|---|
– | Prostaatmiddelen (G04C) | 1000 | – | – |
1 | Middelen bij ADHD (N06B) | 495 | 155 | 3,3 : 1 |
2 | Middelen bij jicht (M04A) | 355 | 135 | 2,6 : 1 |
3 | Middelen bij verslaving (N07B) | 235 | 110 | 2,1 : 1 |
4 | Overige urogenitale middelen (G04B) | 440 | 270 | 1,6 : 1 |
5 | Antivirale middelen bij HIV (J05A) | 150 | 100 | 1,5 : 1 |
De middelen bij goedaardige prostaatklachten staan vanzelfsprekend bovenaan in deze lijst. Omdat het aantal verstrekkingen dat geregistreerd staat op een vrouw verwaarloosbaar klein is, is dit niet in een reële verhouding uit te drukken (buitencategorie, om een Tour-de-France term te gebruiken). Tot de overige urogenitale middelen behoren de potentiepillen, zoals sildenafil (Viagra).
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.