Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2007 / Inkoopvoordelen vooral naar praktijkkosten

Inkoopvoordelen vooral naar praktijkkosten

29 maart 2007, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 142 Nr 13

In 2004 behaalde een gemiddelde apotheek een opbrengst uit inkoopvoordelen van € 213.000. Hier tegenover staat een bedrag van € 159.000 aan gemaakte kosten die niet in de toen geldende receptregelvergoeding waren opgenomen. Uit het praktijkkostenonderzoek blijkt dat de receptregelvergoeding hoger had moeten zijn.

Vorige week zijn de resultaten van de onderzoeken naar praktijkkosten en inkoopvoordelen gepresenteerd. Deze onderzoeken zijn in opdracht van VWS uitgevoerd door ConQuaestor en vloeien voort uit de afspraken die partijen hebben vastgelegd in het geneesmiddelenconvenant. De resultaten zullen worden gebruikt om te komen tot een kostendekkend tarief voor apothekers.

Uitkomst praktijkkostenonderzoek

De vergoeding van de praktijkkosten voor een gemiddelde openbaar apotheek is ontoereikend als dekking voor de werkelijke kosten. In het praktijkkostenonderzoek is vastgesteld dat deze vergoeding in 2004 uitkwam op € 500.196 per apotheek. Het voormalige College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) stelde de praktijkkostenvergoeding voor 2004 vast op € 386.031. In beide bedragen is het norminkomen voor de apotheker van € 97.695 niet inbegrepen. Dit betekent dat de gemiddelde apotheek ten minste € 114.165 (500.196 – 386.031) aan praktijkkosten heeft moeten financieren via inkoopvoordelen.

Receptregelvergoeding

De onderzoekers constateren dat de apotheken binnen het praktijkkostenonderzoek in 2004 gemiddeld 68.600 WTG-regels hebben verstrekt. Daarnaast stellen de onderzoekers vast dat de gemiddelde apotheek € 71.470 aan aanvullende niet-WTG-inkomsten via handverkoop, hulpmiddelen en dergelijke heeft gerealiseerd. Conform de berekeningssystematiek die is vastgelegd in de richtlijnen van de Nederlandse Zorgautoriteit komt het bedrag van € 71.470 overeen met de opbrengst van 9.400 fictieve WTG-regels. Volgens de uitkomsten van het onderzoek bedraagt de rekennorm 78.000 (68.600 + 9.400) receptregels. Dit is vrijwel gelijk aan de destijds door het CTG vastgestelde rekennorm van 78.400. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek had de receptregelvergoeding daarom € 7,67 moeten zijn in plaats van € 6,10.

In het onderzoek zijn alleen kosten meegenomen die rechtstreeks herleidbaar zijn uit de financiële administratie van de apotheek. De onderzoekers geven aan dat zij de kosten van emballage en spillage niet hebben kunnen vaststellen. Ook een rentevergoeding voor het eigen geld dat apothekers in de apotheek investeren of in eigendomspanden hebben opgebouwd, is nog niet vastgesteld. Per apotheek komen deze posten neer op een bedrag van circa € 45.000. Het totale tekort op de praktijkkostenvergoeding bedraagt daarmee € 159.000. Als deze kosten alsnog worden meegenomen bij de berekening van de receptregelvergoeding, dan komt het kostendekkend tarief voor 2004 uit op € 8,24.

Inkoopvoordelen voor apotheker

Uit het onderzoek naar de inkoopvoordelen komt naar voren de gemiddelde apotheek € 311.000 aan inkoopvoordelen heeft gerealiseerd. Dit is 16,5 % van de inkoopwaarde. Apothekers droegen hiervan € 98.000 af via de clawback. Het resterende inkoopvoordeel bedroeg daardoor € 213.000. Zoals hierboven is becijferd had een apotheker ongeveer € 159.000 nodig om de kosten van de apotheekpraktijk te dekken. Per saldo resteert voor de apotheker een bedrag van € 54.000. Dit bedrag moet gezien worden in relatie tot het ondernemersrisico. De SFK heeft voor deelnemende apothekers een webrapportage ontwikkeld waarin de uitkomsten van de onderzoeken worden vertaald naar de gevolgen voor de apotheek.

Tabel 1: Receptregelvergoeding 2004 versus praktijkkosten uit onderzoek (in euro's)

  Praktijkkosten-vergoeding CTG Receptregel-vergoeding Praktijkkosten uit onderzoek Receptregel-vergoeding
Personeelskosten230.6372,94295.1443,78
Huisvestingskosten *55.2600,7065.0380,83
Computerkosten16.2570,2120.4280,26
Auto- en bezorgkosten *5.6590,078.0710,10
Algemene kosten*51.0020,6579.3951,02
Financiële Kosten*27.2160,35(32.120)(0,41)
Norminkomen apotheker97.6951,2597.6951,25
Totale vergoeding483.7266,17597.8917,67
Kosten niet herleidbaar uit financiële administratie45.0000,58
Totale praktijkkosten642.8918,24
Rekennorm78.40078.000

Na afronding bedroeg de effectieve receptregelvergoeding € 6,10. Op basis van het onderzoek naar de praktijkkosten had de receptregelvergoeding € 1,57 tot € 2,14 hoger moeten zijn.

*De kostendefinities in de kolommen 'Praktijkkostenvergoeding CTG' zijn niet helemaal gelijk aan die in de kolommen 'Praktijkkostenvergoeding uit onderzoek'. Daarnaast zijn de cijfers van het praktijkkostenonderzoek op onderdelen niet volledig. De bedragen tussen haakjes konden door de onderzoekers niet worden vastgesteld maar zijn het saldo van de totale vergoeding minus de overige kostenposten.

 

Figuur 1: Verantwoording inkoopvoordelen 2004 per apotheek

De opbrengsten uit inkoopvoordelen dienen grotendeels ter dekking van de praktijkkosten. Na aftrek van de clawback resteert per apotheek een bedrag van 54.000 euro als rendement op de onderneming.

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top