'Nieuwe' anticonceptiepil ontketent prijzenslag
9 november 2006, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 141 Nr 45
Het gebruik van de anticonceptiepil is sinds de inperking van de vergoedingsaanspraken in 2004 teruggelopen. Met ingang van 1 januari 2004 worden anticonceptiva, waartoe ook de prikpil, de morning-afterpil, het spiraaltje, het implantatiestaafje, het pessarium, de anticonceptiering en de anticonceptiepleister behoren, niet meer standaard vergoed voor vrouwen van 21 jaar en ouder. Naar verwachting zal de pil dit jaar 3,4 miljoen keer worden verstrekt via de openbare apotheken. Dit ligt 8% onder het niveau van 2002. Het gemiddeld aantal dagen waarvoor een pilverstrekking is bedoeld, is in dezelfde periode gestegen van 147 naar 158 dagen. In oktober 2003 is bepaald dat de pil voor maximaal een heel jaar mag worden verstrekt, terwijl dat daarvoor beperkt was tot maximaal de periode van een half jaar.
Nieuwe variant groeit aanvankelijk
Veruit de meest gebruikte anticonceptiepil in Nederland is Microgynon 30. Dit is al jaren een vertrouwd beeld. In 2005 bedroeg 46,5% van alle pil-verstrekkingen dit middel. Het tweelingzusje Stediril 30 heeft een veel kleiner marktaandeel. Het schommelde de afgelopen jaren rond de 5% en daalde in 2005 tot 4,2%. De trend over de afgelopen jaren is dat er zich geen grote veranderingen hebben voorgedaan in het verstrekkingenpatroon van beide merken door openbare apotheken. In 2006 is zijn de marktaandelen met de komst van Rigevidon gewijzigd (figuur 1). In de eerste helft van dit jaar namen Microgynon 30, Stediril 30 en Rigevidon resp. 38%, 4% en 10% van het totale aantal pil-voorschriften voor rekening. Figuur 1 toont duidelijk het dalende aantal verstrekkingen van Microgynon 30 in 2006. In januari wordt deze pil ruim 124.000 keer afgeleverd, in september is dit nog maar 98.000 keer. Het aantal verstrekkingen van Stediril 30 verdubbelt in dezelfde periode bijna. Rigevidon lijkt over z′n hoogtepunt heen met 25.000 afleveringen per maand in september 2006.
Starters
Rigevidon wordt meer voorgeschreven aan jonge vrouwen die het middel standaard vergoed krijgen dan aan vrouwen die niet standaard hiervoor in aanmerking komen. Onder de jongste categorie vrouwen bevinden zich relatief veel starters aan wie een nieuwe variant eenvoudiger kan worden verstrekt dan aan bestaande pilgebruiksters. Algemeen kan worden gesteld dat de drempel om te switchen hoger is dan om met iets nieuws te starten. Toen Rigevidon in januari 2006 in de handel kwam, was het laag geprijsd. Dat was voor bestaande pilgebruiksters van 21 jaar en ouder wellicht een reden om dit middel te gaan gebruiken, aangezien de pil voor hen niet standaard in het vergoedingspakket zit. Eén maand later werd de prijs van Rigevidon echter weer verhoogd.
Prijzenslag
In 2005 kostte Microgynon 30 ongeveer € 0,07 (apotheekinkoopprijs) per pil, waar voor Stediril 30 € 0,10 per pil moest worden neergelegd. Gezien de marktaandelen van beide producten, leverden de openbare apotheken overwegend steeds het goedkoopste middel. Vanaf januari 2006 is de prijs van Microgynon 30 verhoogd naar gemiddeld € 0,09 per pil, net onder het niveau van Stediril 30. De introductieprijs van Rigevidon bedroeg € 0,07 per pil, het oude niveau van marktleider Microgynon 30, maar werd in februari verhoogd naar € 0,09 per pil. De prijs van Stediril 30 is met ingang van diezelfde maand verlaagd naar gemiddeld € 0,07 per pil, hetzelfde niveau waarop Rigevidon zich nu ook weer bevindt. Kortom, als de keuze tussen deze drie anticonceptiepillen wordt gebaseerd op prijsoverwegingen, kan het goed zijn dat door het gewiebel met de prijzen de keus van vandaag morgen weer achterhaald is.
Figuur 1: Aantal voorschriften Microgynon 30, Stediril 30 en Rigevidon per maand
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.