Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2006 / Te vaak pijn bij jicht

Te vaak pijn bij jicht

19 september 2006, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 141 Nr 38

In 2005 verstrekten de Nederlandse openbaar apotheken aan 105.000 patiënten een specifiek jichtmiddel. Volgens de Stichting Farmaceutische Kengetallen is de helft van de patiënten die jichtmiddelen voorgeschreven krijgen ouder dan 65 en driekwart is man. Iets meer dan 18 % van deze patiënten krijgt eveneens een lis- of een thiazidediureticum. Deze middelen kunnen bij een jichtpatiënt een jichtaanval veroorzaken.

Een welvaartsziekte

Vanouds wordt jicht gezien als een ziekte van de rijken, veroorzaakt door een overvloed aan alcohol en rijke maaltijden. Het uitlokkende urinezuur is echter voor slechts 10 % afkomstig uit vlees en vis. Het grootste deel komt van het lichaam zelf en ontstaat bij de normale celstofwisseling. Hierbij splitst het DNA zich in zogenaamde purinen, die het lichaam daarna tot urinezuur afbreekt. Bij jicht kristalliseert urinezuur bij een hoge bloedconcentratie in gewrichten, prezen en nieren. Deze kristallen veroorzaken een ontstekingsreactie met hevige pijn, zwelling en zelfs koorts. Een acute jichtaanval treedt in negen van de tien gevallen op in de grote teen.

Behandeling

Bij jichtklachten kan de patiënt het best purinerijk voedsel - zoals wild, gevogelte en vis - mijden en het alcoholgebruik beperken. Alcohol houdt de uitscheiding van urinezuur door de nieren tegen. Een jichtpatiënt doet er goed aan voldoende vocht binnen te krijgen: 2-3 liter water per dag. Bij acute jichtaanvallen is het advies om in eerste instantie een NSAID te geven, bijvoorbeeld ibuprofen of diclofenac. Als dit niet afdoende is, komen de jichtmiddelen aan bod. Binnen de jichtmiddelen is colchicine de eerste keuze bij acute aanvallen. Bij meer dan drie acute jichtaanvallen per jaar adviseert de NGH-Standaard over te gaan op een onderhoudstherapie van allopurinol, met als tweede keuze benzbromaron.

Oude mannen

In 2005 verstrekten de openbare apotheken in Nederland 393.000 voorschriften voor jichtmiddelen aan 105.000 patiënten. Van de jichtpatiënten die colchicine, allopurinol of benzbromaron gebruiken, is 76 % man. Bij vrouwen treedt jicht over het algemeen op na de menopauze, 93 % van hen is ouder dan 50 jaar. De incidentie neemt sterk toe met de leeftijd (figuur 1). De helft van de jichtpatiënten die een van de drie middelen gebruiken, is ouder dan 65 jaar. Het gebruik van jichtmiddelen neemt langzaam toe (figuur 2). Allopurinol kent de meeste verstrekkingen (bijna 250.000 in 2005), gevolgd door colchicine (133.000). Benzbromaron is minder gebruikelijk; slechts 12.000 verstrekkingen in 2005.

Jicht en hoge bloeddruk

Artsen beginnen de behandeling van hoge bloeddruk veelal met een diureticum. Net als alcohol verminderen lis- en thiazidediuretica de uitscheiding van urinezuur via de nieren, waardoor de kans op een jichtaanval toeneemt. Daarom heeft bij een jichtpatiënt de bestrijding van hoge bloeddruk met een bètablokker of een RAAS-remmer meestal de voorkeur. Toch kreeg in 2005 iets minder dan 20 % van de 105.000 patiënten die een van de drie jichtmiddelen gebruikten, eveneens een lis- of een thiazidediureticum verstrekt. Het ging hierbij in totaal om ongeveer 19.000 patiënten.

In het Praktijkondersteunend Programma Hypertensie besteedt de Stichting Farmaceutische Kengetallen onder andere aandacht aan patiënten met gecompliceerde jicht die eveneens een thiazidediureticum verstrekt krijgen.

Figuur 1: Aantal patiënten naar leeftijd en geslacht die in 2005 een jichtmiddel verstrekt kregen in de openbaar apotheek

Figuur 2: Aantal verstrekkingen van de anti-jichtmiddelen allopurinol, benzbromaron en colchicine in 2005

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top