Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2004 / Zorg voor opiaatgebruikers kan beter

Zorg voor opiaatgebruikers kan beter

13 februari 2004, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 139 Nr 7

Verstopping is een bekende bijwerking bij het gebruik van opiaten. Verstoppingsverschijnselen kunnen met laxantia worden behandeld, en bij preventief gebruik ervan worden voorkomen. De apotheek kan een belangrijke bijdrage leveren aan het welzijn van opiaatgebruikers door de patiënt (en zo nodig diens huisarts) te wijzen op het belang van gelijktijdig gebruik van een laxans.

Bij een zeer beperkt aantal patiënten geldt een contra-indicatie voor het gebruik van laxantia. Het Wetenschappelijk Instituut Nederlandse Apothekers (WINAp) en de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) hebben een indicator ontwikkeld die per apotheek aangeeft hoe het met de zorgverlening ter preventie van obstipatie bij opiaatgebruikers gesteld is. Alle SFK-deelnemers kunnen via de SFK-site gratis een search rond het gebruik van opiaten raadplegen waarin deze indicator is opgenomen.

Maandelijkse bepaling van de prestatie-indicator

Voor zover de SFK de beschikking heeft over de apotheekgegevens, worden de opiaatgebruikers maandelijks geselecteerd. Per opiaatverstrekking wordt onderzocht of hierbij een laxans is afgeleverd binnen een tijdsvenster van 35 dagen vóór tot 5 dagen na de aflevering. Het tijdsvenster vóór de opiaataflevering houdt rekening met laxantia die de patiënt eerder heeft gehad en waarover hij wellicht nog tijdens de opiaatbehandeling beschikt. Met een tijdsvenster van 5 dagen ná de opiaataflevering is ruimte gelaten aan het later ophalen van het laxans bij de opiaataflevering.

Beoordeling op patiëntenniveau

Indien binnen het tijdsvenster één of meer afleveringen van een laxans worden gevonden, dan wordt dit als een opiaatverstrekking mét laxans beschouwd. Per patiënt wordt maandelijks bepaald voor welk deel van de opiaatverstrekkingen hij de beschikking had over een laxans. Zo kan een patiënt in december bij 2 van de 3 recepten de beschikking hebben over een laxans. De patiënt krijgt dan de score 0.67, ofwel bij 67% van de opiaatafleveringen had de patiënt de beschikking over een laxans. Voor de maandelijkse indicator van een apotheek wordt het gemiddelde van alle patiëntenscores van die maand berekend.

De indicator wordt op patiëntenniveau en niet op het niveau van de afleveringen bepaald, omdat dan beter rekening gehouden wordt met het fenomeen dat sommige patiënten regelmatig opiaten gebruiken zonder een laxans nodig te hebben. Als de indicator op niveau van de afleveringen berekend wordt, dan tellen vier opiaatafleveringen zonder laxans aan dezelfde patiënt in één maand vier keer negatief mee. Door aggregatie tot een patiëntenscore telt een dergelijke patiënt slechts een keer negatief mee.

Monitoren en benchmarken

Uit onderzoek blijkt dat het landelijk gemiddelde van de indicator momenteel op slechts 39% ligt (figuur 1). Dit impliceert dat mogelijk zes van de tien gebruikers van opiaten onterecht geen laxans meekrijgt. Dit geeft aan dat de zorg voor opiaatgebruikers voor verbetering vatbaar is. Het is overigens niet realistisch om naar 100%-score te streven. Zo blijken in de praktijk sommige patiënten geen laxans nodig te hebben, wellicht omdat zij geen last van obstipatie krijgen of omdat het geven van een laxans niet wenselijk is. Om individuele apotheken een reëel richtpunt te bieden bepaalt de SFK de hoogste maandelijkse score van alle openbare apotheken in Nederland. In december 2003 was de hoogste score 96,7%. Deze maximale score wordt als streefwaarde naast de prestatie van de eigen apotheek gerapporteerd.

Zodra de SFK over het nieuwe maandbestand van een apotheek beschikt, wordt de search en de indicator doorgerekend. Doorgaans beschikt de apotheek binnen één dag over de actuele uitkomsten. Op deze wijze kan de apotheker de resultaten van alle inspanningen maandelijks terugkoppelen aan het apotheekteam en gebruiken voor vastlegging in het kwaliteitsjaarverslag.

Test in de praktijk succesvol

In de voorbereidende fase is de prestatie-indicator in het kader van een nascholing over palliatieve zorg ter beschikking gesteld aan apothekers uit de departementen Leiden, Gouda en Dordrecht. De indicator bleek gemakkelijk op te roepen. Uiteraard zijn er voor- en nadelen bij de gemaakte keuzes. Men was het er echter over eens dat deze indicator de eigen vooruitgang meetbaar, en een vergelijking met andere apotheken mogelijk maakt.

Figuur 1: verdeling percentage opiaatpatiënten per apotheek dat over een laxans beschikt

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top