Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2004 / De polypil voor 55-plussers

De polypil voor 55-plussers

12 maart 2004, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 139 Nr 49

Naarmate men ouder wordt, neemt het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten toe. Van alle mogelijke doodsoorzaken staan problemen met het hartvaatstelsel op de eerste plaats in Nederland. Volgens het CBS zijn er in 2003 47.000 personen overleden aan hart- en vaatziekten, eenderde van alle overlijdens in dat jaar. Er is een aantal geneesmiddelen op de markt die ieder een deel van de oorzaken van hart- en vaatziekten tegengaan. Door alle werkzame stoffen van deze geneesmiddelen te combineren, zou een zogenaamde “polypil” ontstaan die alle goede eigenschappen van de afzonderlijke bestanddelen in zich heeft.

De bestanddelen zijn uit patent, en dus relatief goedkoop te produceren. Een groot voordeel van zo’n pil, die nu nog niet bestaat, is dat het voor de patiënt veel gemakkelijker is om één pil te slikken dan alle afzonderlijke pillen. Een nadeel is echter dat er van alle bestanddelen maar één dosering in één polypil terecht kan komen. Er is geen plek voor maatwerk, een polypil is geschikt voor de patiënt of niet. Uit de SFK-cijfers blijkt dat 29.000 personen 5 of meer geneesmiddelen voor het hartvaatstelsel naast elkaar slikken.

Rekenmodel

Brits onderzoek naar de effecten die geneesmiddelen zoals cholesterolverlagers en bloedplaatjesaggregatieremmers hebben op hart- en vaataandoeningen, heeft uitgewezen dat door het gebruik van een polypil het vóórkomen van hart- en vaatziekten met 80% gereduceerd kan worden. Daarbij gaat men ervan uit dat de levensverlengende effecten van de afzonderlijke bestanddelen bij elkaar opgeteld kunnen worden, hetgeen nog niet helemaal zeker is. In Nederland heeft Dr. Nijhuis van de Erasmus Universiteit Rotterdam een computermodel ontwikkeld waarmee is berekend dat de polypil de levensduur kan verlengen met gemiddeld 3,5 jaar en kosteneffectief is. Volgens dit onderzoek heeft iedereen van 55 jaar en ouder baat bij de polypil, hetgeen vooraf screenen op risicofactoren voor hart- en vaatziekten niet nodig maakt. Echter, de polypil kan interacties geven met andere medicijnen en is voor bepaalde patiënten, zoals mensen met astma of diabetes, niet geschikt. Voordat een polypil op de markt komt, zal eerst klinisch onderzoek naar de werking ervan gedaan worden.

Bestanddelen

Uit onderzoeken komt een voorstel voor een polypil die zou kunnen bestaan uit acetylsalicylzuur 80 mg, atorvastatine 10 mg of simvastatine 40 mg, foliumzuur 0,5 mg, metoprolol 25 mg, enalapril 5 mg en furosemide 20 mg. Dit lijkt een zeer afgewogen samenstelling, maar het gaat om een grover idee dat de volgende geneesmiddelengroepen omvat: een bloedplaatjesaggregatieremmer, een cholesterolsyntheseremmer, foliumzuur, en drie bloeddrukverlagers die elk op hun eigen manier werken (een bètablokker, een ACE-remmer en een diureticum). Het is nog maar de vraag of alle werkzame stoffen in één pil kunnen worden gecombineerd zonder chemisch onverenigbaar te zijn.

Gebruikers

De Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) heeft onderzocht hoeveel patiënten in Nederland een groot deel van de bestanddelen van de polypil al slikken. Als de brede definitie van relevante geneesmiddelengroepen wordt aangehouden, dan zijn er momenteel 1,3 miljoen patiënten die 2 of meer van de desbetreffende geneesmiddelen gebruiken (tabel 1). Onder hen zijn 29.000 personen die 5 of 6 middelen gebruiken. De meest voorkomende geneesmiddelencombinatie is die van bètablokkers en middelen die aangrijpen op het renine-angiotensinesysteem, waaronder de ACE-remmers (155.000 patiënten), gevolgd door de combinatie van acetylsalicylzuur, een cholesterolsyntheseremmer en een bètablokker (120.000 patiënten).

5 miljoen voorschriften minder per jaar

Uit het Brits onderzoek kwam naar voren dat 85-90% van de personen van 55 jaar en ouder in aanmerking komt voor de polypil. In ons land betreft dit 3,6 miljoen ouderen. Op jaarbasis worden de ingrediënten van de polypil 19,2 miljoen keer verstrekt via apotheekhoudenden aan 55-plussers. Als wordt verondersteld dat al deze verstrekkingen worden vervangen door jaarlijks vier voorschriften van een combinatiepil, dan leidt de komst van de polypil tot maximaal 14,4 miljoen verstrekkingen per jaar. Dit is bijna 5 miljoen voorschriften minder dan nu het geval is.

Tabel 1: frequentieverdeling van patiënten naar aantal verstrekte polypilgeneesmiddelen (eerste halfjaar 2004)

Aantal verschillende geneesmiddelenPrevalentie
11.400.000 personen
2700.000 personen
3400.000 personen
4160.000 personen
528.000 personen
61.000 personen

 

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top