IVF-medicatie
24 oktober 2003, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 138 Nr 43
Het Kabinet heeft besloten om de medicatie die vrouwen gebruiken bij een eerste poging om via in vitro fertilisatie (IVF) zwanger te raken volgend jaar niet langer te vergoeden. De overheid verwacht met deze maatregel jaarlijks € 25 miljoen te kunnen bezuinigen. Tot deze medicatie behoren LHRH-hormonen, hormonen die inwerken op de hormoonproductie van de hypofyse en gonadotrofinen, hormonen die de eierstokken stimuleren.
Behandelingen
Volgens schattingen worden er jaarlijks 3.600 kinderen geboren dankzij kunstmatige bevruchting. De belangrijkste methode is IVF. IVF houdt in dat een vrouwelijke eicel buiten het lichaam in een glazen schaaltje wordt samengebracht met een aantal mannelijke zaadcellen. Zo wordt geprobeerd een bevruchting te laten plaatsvinden. Als er eicellen zijn bevrucht, dan worden maximaal 2 embryo’s in de baarmoeder teruggeplaatst. In Nederland wordt IVF inmiddels 20 jaar toegepast. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie is er in het jaar 2001 9.379 keer een IVF-behandeling gestart. In 1.803 gevallen – 19% van de gestarte behandelingen - heeft dit geleid tot een doorgaande zwangerschap. Als bij twee IVF-pogingen geen bevruchting is opgetreden, kan men desgewenst voor een ICSI-behandeling kiezen (Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie). Het verschil met IVF is dat bij een dergelijke behandeling één zaadcel in de eicel wordt geïnjecteerd. In 2001 zijn 4.596 ICSI-behandelingen gestart. In een kwart van deze gevallen leidde dit tot een doorgaande zwangerschap. Als er bij IVF meer embryo’s ontstaan dan er worden teruggeplaatst in de baarmoeder, kunnen deze embryo’s worden ingevroren. Dit noemt men cryopreservatie. In het jaar 2000 zijn er op basis van deze methode 1.360 embryo’s teruggeplaatst, waarvan 187 behandelingen leidden tot een doorgaande zwangerschap. Bij deze methode bestaat er een verhoogde kans op een miskraam.
Hormonen
Bij een normale bevruchtingscyclus komt meestal maar één eicel tot volle rijping. Om de kans op een succesvolle IVF-behandeling te vergroten is het wenselijk om meer eicellen tot volledige rijpheid te laten komen. Door het toedienen van follikel stimulerende hormonen, gonadotrofinen genoemd, wordt dit bevorderd. Uit de onderzoekscijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) volgt dat dit jaar 107.000 keer een gonadotrofine op recept van een arts via de openbare apotheek zal worden verstrekt voor een totaal bedrag van € 34 miljoen. Het meeste geld is gemoeid met de middelen follitropine alfa (merknaam Gonal F®, € 13 miljoen, 17.000 verstrekkingen) en follitropine beta (merknaam Puregon®, € 16 miljoen, 28.000 verstrekkingen). Gonadotrofinen worden niet alleen gebruikt bij IVF-behandelingen, maar ook bij subfertiliteit ten gevolge van anovulatie.
Combinatie
Bij IVF-behandelingen worden gonadotrofinen voorgeschreven in combinatie met gonadoreline-analogen of met gonadoreline-antagonisten. Uit onderzoek van de SFK blijkt dat in 2002 15.000 keer dergelijke kuren via de openbare apotheek zijn verstrekt. Hierbij waren 11.000 verschillende vrouwen betrokken. De gemiddelde leeftijd binnen deze groep is 34 jaar. 11% van deze vrouwen is 40 jaar of ouder (figuur 1). In samenhang met de medicatiehistorie van de betrokken vrouwen in voorgaande jaren heeft de SFK kunnen vaststellen dat het in ongeveer de helft van de gevallen een eerste behandeling betrof (figuur 2).
Figuur 1: gebruiksters gonadotrofinen in combinatie met gonadoreline-analogen of met gonadoreline-antagonisten in 2002 naar leeftijd
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Figuur 2: behandeling met gonadotrofinen in combinatie met gonadoreline-analogen of met gonadoreline-antagonisten in 2002
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.