Bloedstollende geneesmiddelen
22 februari 2002, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 137 Nr 8
Hemofilie
Hemofilie is een chronische stollingsstoornis van het bloed die voornamelijk bij mannen voorkomt. Volgens het Ministerie van Volksgezondheid leiden ongeveer 1.500 personen aan deze ziekte. Hemofilie is een erfelijke afwijking. Bij mensen met hemofilie ontbreekt één van de voor het stollingsproces noodzakelijke stollingsfactoren geheel of gedeeltelijk. Door de aangeboren afwijking in de bloedstolling duren bloedingen bij hemofiliepatiënten langer dan normaal. Hemofilie is goed te behandelen. De zorg voor patiënten met hemofilie behoort tot de duurdere medische behandelingen in ons land. Volgens het College voor Zorgverzekeringen bedragen de totale kosten van het gebruik van stollingsproducten € 30 tot € 35 miljoen per jaar.
Nieuwe regels
Vanaf dit jaar zal een hemofiliepatiënt zijn middelen doorgaans verstrekt krijgen via één van de vijftien bestaande behandelcentra. Profylactische behandeling (behandeling gericht op het voorkomen van bloedingen) gebeurt in veel gevallen thuis. Apothekers kunnen de stollingsproducten leveren als duidelijk is dat het voorschrijven berust op een behandelplan dat door een behandelcentrum is geaccordeerd. Dit vergt nauwe afstemming tussen behandelcentra, huisartsen en apothekers. Apothekers moeten hiertoe individuele overeenkomsten sluiten met de behandelcentra. In deze overeenkomst wordt de farmaceutische zorgverlening en de te hanteren tarieven vastgelegd. Daarbij mag worden afgeweken van de receptregelvergoeding.
€ 10 miljoen via apotheek
Uit de cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen blijkt dat openbare apotheken in het jaar 2001 voor tenminste € 10 miljoen aan stollingsproducten hebben afgeleverd. De vergoeding voor de apotheken betreft € 10.000, 1 promille van de totale kosten. De gemiddelde kosten per verstrekking bedragen ruim € 9.000. Ongeveer één op de acht apotheken voorziet één of meer hemofiliepatiënten van de betreffende middelen.
Niet alles traceerbaar
Een deel van de verstrekkingen via de openbare apotheek is niet te traceren voor de SFK. In beginsel zijn alle geneesmiddelen die in Nederland verkrijgbaar zijn geregistreerd in een landelijke database: de zogenaamde G-Standaard. Deze database gaat uit van een vaste prijs per verkoopeenheid, maar vanwege hun humane oorsprong varieert bij stollingsproducten de hoeveelheid werkzame stof en daarmee de prijs per verpakking. De G-standaard, de softwaresystemen van openbare apothekers en het registratiesysteem van de SFK zijn niet ingericht op geneesmiddelen met een variabele prijs per verpakking. Sommige apothekers lossen dit op door iedere afzonderlijke verstrekking van deze middelen onder een eigen nummer te registreren. Voor de SFK is niet waarneembaar met welke producten deze eigen nummers corresponderen. Het is niet duidelijk hoe vaak stollingsproducten op deze wijze door apotheken worden geregistreerd.
Tabel 1: Belangrijkste stollingsproducten verstrekt via de openbare apotheek in 2001
|
Voorschriften |
Kosten |
Kosten per voorschrift |
---|---|---|---|
Factor VIII |
885 |
€ 8.650.000 |
€ 9.800 |
Factor IX |
94 |
€ 890.000 |
€ 9.500 |
Nonacog Alfa |
28 |
€ 460.000 |
€ 16.500 |
von Willebrandfactor met antihemofiliefactor |
69 |
€ 270.000 |
€ 3.900 |
Figuur 1: aantal door SFK geregistreerde afleveringen van bloedstollende middelen per maand
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.